19 april 2019 – De veiligheid van mensen met een ernstige psychische aandoening (EPA) is in de Nederlandse zorg onvoldoende gewaarborgd, concludeert de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV). Zorgverleners zijn vaak niet goed op de hoogte van het gevaar dat patiënten met een ernstige psychische aandoening vormen voor zichzelf en hun omgeving.
In Nederland zijn 250.000 tot 300.000 mensen met een EPA. Zo’n twintigduizend van hen verkeren in acute zorgnood. Zij hebben te maken met chronische en meervoudige problematiek. De OVV schrijft dat het huidige zorgstelsel is ingesteld op het aanbod van de instellingen en niet op de zorgbehoefte van de patiënt. Verschillende problemen worden elk door een verschillende organisatie opgepakt.
Bij de zorg voor mensen met een ernstige psychische aandoeningen zijn veel partijen betrokken, zoals de ggz, dagbesteding, verslavingszorg of huisartsen. Doordat die niet goed samenwerken, ontstaat geen compleet beeld van de patiënt en wordt niet de juiste hulp geboden.
Dat kan niet alleen gevaarlijk zijn voor de patiënt, maar ook voor diens omgeving, stelt de OVV. Als de zorgverleners onderling beter informatie zouden delen, zouden de risico’s beter kunnen worden ingeschat en kan betere zorg worden verleend.
Mensen met een EPA mijden soms zorg en zijn geregeld niet in staat om hun eigen hulpbehoefte te formuleren. Dat is echter belangrijk voor de toepassing van de juiste zorg. Naast geestelijke gezondheidszorg (ggz) hebben patiënten ook hulp nodig bij onder meer huisvesting, financiën en dagbesteding. Als de hulpvraag eenmaal duidelijk is, kan het volgens de OVV nog lang duren tot de patiënt de passende zorg krijgt.
Aanbevelingen
De OVV begon het onderzoek na signalen over een toename in het aantal onveilige situaties met verwarde personen en constateerde dat zij erg afhankelijk zijn van de zorg van anderen. Hoewel dit onderzoek losstaat van het rapport over de behandeling van Michael P., de moordenaar van Anne Faber, zijn de conclusies vergelijkbaar.
De Onderzoeksraad doet een paar aanbevelingen voor het verbeteren van de zorg voor mensen met ernstige psychische aandoeningen. Zo zou het beter zijn als de zorgverleners een gezamenlijk budget krijgen. Ook zouden de partijen meer informatie moeten uitwisselen. Daarbij kunnen ze volgens de OVV gebruikmaken van de ruimte die het beroepsgeheim biedt.
Aanvullend akkoord volgens OVV nodig
Afgelopen zomer is er een akkoord getekend waarin de zorgbehoefte van de patiënten centraal staat. De OVV raadt het ministerie voor Volksgezondheid aan om aanvullende maatregelen te nemen om passende zorg te bieden voor mensen die kampen met een EPA.
Daarvoor zijn volgens de OVV maatregelen op het gebied van informatie-uitwisseling, financiering en handelsruimte van zorgprofessionals nodig. “Dit moet leiden tot een zorgaanbod vanuit één budget dat aansluit op hun behoefte aan zorg en ondersteuning, waardoor patiënten beter worden geholpen en de veiligheid van hen en hun omgeving verbetert.”
Lees hier het rapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (Pdf)
Dit bericht is 6375 keer gelezen.