Jeugdbranches: in gesprek blijven over oplossingen

Facebooktwitterlinkedinmail

23 maart 2020 – De jeugdbranches beoordelen de plannen van ministers De Jonge en Dekker als een constructieve basis om volgende stappen te zetten voor een betere organisatie van jeugdhulp en jeugdbescherming. De urgentie is duidelijk en wordt door de branches onderstreept. De problematiek binnen de jeugdhulp, jeugdpsychiatrie en jeugdbescherming heeft nu al grote gevolgen voor kwetsbare kinderen en gezinnen. De onzekerheid van het coronavirus maakt de situatie nog zorgelijker. Daarom willen de jeugdbranches in gesprek blijven met de ministeries en VNG over oplossingen voor de korte en de lange termijn.

Op dinsdag 17 maart hebben ministers De Jonge en Dekker een brief aan de Tweede Kamer gestuurd met daarin de uitwerking van hun voorstellen voor een betere organisatie van jeugdhulp en jeugdbescherming. Deze voorstellen waren in november aangekondigd. De Tweede Kamer zal op een later moment over deze voorstellen spreken, vervolgens worden enkele voorstellen omgezet in wet- en regelgeving. De in de brief aangekondigde ‘Norm van Opdrachtgeverschap’ wordt door de VNG in haar Algemene Ledenvergadering van juni besproken en vastgesteld. De Branches Gespecialiseerde Zorg voor Jeugd (BGZJ) zijn met de VNG in overleg over de invulling van deze norm.

De jeugdbranches stelden begin dit jaar een 9-puntenplan op in reactie op de brief van de ministers uit november. De afgelopen maanden is er intensief contact geweest tussen ministeries, VNG en de betrokken veldpartijen over de uitwerking van de plannen. BGZJ-voorzitter Hans Spigt: ‘We hebben niet op alle punten gekregen waar we op hoopten, maar de voorstellen die er nu liggen, vormen een constructieve basis om volgende stappen te zetten. In aanloop naar het debat in de Tweede Kamer zullen we nog uitgebreider reageren op alle voorstellen uit de brief. We onderschrijven de lijn van de ministers dat de regionale samenwerking tot nu toe te vrijblijvend is en daarom steviger vastgelegd moet worden.

De branches benadrukken de urgentie van de problematiek: de gemeentelijke tekorten en bezuinigingen, te lage tarieven, hoge administratieve lasten, regio’s die uit elkaar vallen of niet goed met elkaar samenwerken, de hoge werkdruk en vacatures die steeds moeilijker ingevuld kunnen worden. Jongeren en gezinnen worden hierdoor direct geraakt. Het rapport ‘Kwetsbare kinderen onvoldoende beschermd’ van de inspecties onderschrijft deze zorgen, die over de volle breedte van de jeugdhulp spelen, indringend. Het vertrekpunt van dat rapport is de jeugdbeschermingsketen, maar dezelfde knelpunten spelen bij de jeugd-ggz en -verslavingszorg, jeugdhulp in de gehandicaptenzorg en jeugd- en opvoedhulp. Recente onderzoeken van Intrakoop en EY naar de financiële posities van jeugdhulporganisaties laten een zeer zorgelijk beeld zien.

BGZJ-voorzitter Spigt: ‘De jeugdsector verkeert in zwaar weer, maar daar komt nu alle onzekerheid met het coronavirus bovenop. Alle organisaties zijn druk bezig om te zorgen dat de hulp aan jongeren en hun verzorgers zo goed en veilig mogelijk gegarandeerd kan worden. Als branches doen we ons best hen daarbij goed te ondersteunen. We weten nu nog niet hoe dit verder gaat en de aandacht gaat op dit moment allereerst uit naar deze crisis. We blijven graag in gesprek met de ministeries en VNG over oplossingen voor de korte én de lange termijn. Als branches willen we actief bijdragen aan de betere samenwerking in de keten van jeugdhulp en jeugdbescherming.

Bron: ggznederland.nl

Dit bericht is 2251 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail