Eenzaamheid onder jongeren: meer aandacht voor sociale en mentale gezondheid

Facebooktwitterlinkedinmail

12 mei 2021 – Beter begrip van welke rol eenzaamheid speelt bij jongeren helpt beleidsmakers hun beleid aan te scherpen en stelt professionals en de samenleving in staat om jongeren beter te ondersteunen. Movisie verkende daarom de actuele stand van zaken van dit vraagstuk voor wat betreft literatuur, beleid en praktijk. In gesprek met de auteurs: Jan Willem van de Maat en Susan de Vries.

Wat was de aanleiding voor Movisie om deze verkenning uit te voeren?
Jan Willem: ‘De afgelopen jaren is het onderwerp eenzaamheid onder jongeren steeds meer in de schijnwerpers gekomen. Al voor de covid-19-crisis kwamen in talkshows jongeren aan het woord die over eenzaamheid durfden vertellen en de impact die dat op hun leven had. Eigenlijk gaat het om een soort emancipatieproces. Jongeren geven aan: ‘Niet alleen ouderen voelen zich eenzaam, voor mij is dit ook een probleem. Het heeft grote invloed op mijn functioneren en waarom zou ik me ervoor schamen?’ Doordat het taboe er langzaam maar zeker vanaf gaat, stellen we onszelf steeds vaker de vraag: wat kunnen we eraan doen?’

Susan: ‘Kennis over eenzaamheid onder jongeren is versnipperd en hoe we er in Nederland voor staan op dit thema was nog onduidelijk. Eenzaamheid onder jongeren wordt nog niet zo lang onderzocht en binnen Nederland is vooralsnog een kleine groep wetenschappers actief die zich op het onderwerp richt. Ook in het gemeentelijk beleid en de praktijk lijkt eenzaamheid onder jongeren een betrekkelijk nieuw onderwerp te zijn.’

Download het rapport (Pdf)>>

‘Doordat het taboe er langzaam maar zeker vanaf gaat, stellen we onszelf steeds vaker de vraag: wat kunnen we eraan doen?’

Op welke wijze speelt eenzaamheid onder jongeren?
Susan: ‘Verklaringen voor eenzaamheid zijn niet terug te brengen tot één oorzaak. Meerdere factoren liggen ten grondslag aan gevoelens van eenzaamheid. Eenzaamheid kan ontstaan door een combinatie van onder meer persoonlijkheidsfactoren, zoals een laag zelfvertrouwen, verlegenheid, introversie en gebrek aan sociale en emotionele vaardigheden. Maar ook relationele factoren spelen een rol, zoals het gebrek aan sociale contacten, hoge verwachtingen van sociale relaties, ontbreken van veilige hechting met ouders en familieconflicten. En daarnaast maatschappelijke factoren, zoals maatschappelijke normen en waarden ten aanzien van sociale relaties, negatieve beeldvorming, pesten, uitsluiting, individualisering en armoede.’

Jan Willem: ‘Als we kijken naar relationele verklaringen blijkt dat met name de perceptie die jongeren hebben van het eigen netwerk gerelateerd is aan eenzaamheid. In het specifiek de mate van tevredenheid over het aantal contacten om sociale activiteiten mee te ondernemen. De verkenning laat zien dat vriendschappen het meeste bijdragen aan het verminderen van eenzaamheid onder jongeren. Met name hechte vriendschappen zijn van belang, waarin jongeren ervaringen en gevoelens kunnen delen en zich geaccepteerd en begrepen voelen. Bovendien bieden goede vriendschappen mogelijkheden om met nieuwe mensen in contact te komen.’

Susan: ‘Tegelijkertijd is ook de rol van, en hechting met, ouders van belang is bij het voorkomen dat jongeren vereenzamen. Jongeren die meer steun ontvangen van hun ouders ervaren minder eenzaamheid.  Ouders die advies, begrip en veiligheid aan hun kinderen bieden, geven hen ‘basisvertrouwen’ mee. Familieconflicten hebben een negatieve invloed op de eenzaamheidsgevoelens van jongeren. Daarnaast blijkt voor jongeren een sterke samenhang te bestaan tussen ‘weinig vertrouwen in anderen hebben’ en het ervaren van sterke gevoelens van eenzaamheid. Ouders concrete handvatten aanbieden om een veilige hechting te bevorderen, is dus ook een manier om eenzaamheid onder jongeren te voorkomen.’

Wat zijn gevolgen van eenzaamheid onder jongeren?
Jan Willem: ‘Wanneer een jongere over een langere periode last heeft van eenzaamheid, dan kan dit grote gevolgen hebben voor het welbevinden en de gezondheid. Denk enerzijds aan fysieke klachten zoals hoge bloeddruk, stress en slaapproblemen. Anderzijds leidt eenzaamheid ook tot een verhoogd risico op psychische klachten. Eenzaamheid en depressieve klachten blijken onder jongeren sterk samen te hangen. Eenzaamheid en depressieve klachten lijken elkaar te versterken.’

‘Eenzaamheid en depressieve klachten blijken onder jongeren sterk samen te hangen’

Susan: ‘Door aanhoudende gevoelens van eenzaamheid kunnen jongeren in een negatieve spiraal terecht komen. Dit kan grote gevolgen hebben op de manier waarop jongeren naar zichzelf en de wereld kijken en beïnvloedt hun gedrag. Zo kan eenzaamheid een negatieve invloed hebben op de motivatie om zich in te zetten op school. In het onderzoek vonden we ook dat jongeren die zich eenzaam voelen het moeilijker vinden alleen te zijn en negatiever reageren op oppervlakkig contact dan jongeren die zich niet eenzaam voelen.’

Hoe kunnen we eenzaamheid onder jongeren voorkomen of verminderen?
Jan Willem: ‘Eenzaamheid onder jongeren is een taboeonderwerp en dat maakt het moeilijk om het bespreekbaar te maken, terwijl het bespreekbaar maken wel de eerste stap is om er iets aan te doen. Jongeren zijn vaak geneigd hun eenzaamheid te verbergen of te ontkennen om stigmatisering te voorkomen. We moeten eenzaamheid dus allereerst normaliseren, zonder de ernst ervan over het hoofd te zien. Daarnaast hanteren jongeren die langdurig te maken hebben met eenzaamheidsgevoelens vaak passievere manieren om om te gaan met eenzaamheid, terwijl een meer actieve manier beter lijkt te werken. De vraag is dan dus: hoe geef je deze jongeren meer grip op hun leven? Dan kom je al snel uit bij het opbouwen van zelfvertrouwen en het verbeteren van sociale en emotionele vaardigheden.’

Susan: ‘Het stimuleren van optimistische en positieve gedachten over de toekomst kan als beschermingsfactor dienen voor jongeren die zich eenzaam voelen. Dat hangt ook samen met wat we in het onderzoek vonden over piekeren. Jongeren die zich eenzaam voelen hebben vaak de neiging in hun gevoelens van eenzaamheid te blijven ‘hangen’. Voor de begeleiding is het daarom belangrijk hen te leren opnieuw controle te krijgen over hun gedachten, door hen te leren hoe ze hun gedachten kunnen stoppen en afleiden wanneer ze piekeren.’

‘Het is duidelijk dat het om een vraagstuk gaat dat niet onderschat moet worden’

Hoe urgent is het vraagstuk?
Susan: ‘Uit onderzoek naar de gevolgen van eenzaamheid, en het toenemende aantal ervaringsverhalen van jongeren over de impact van eenzaamheid op hun leven, wordt duidelijk dat het om een vraagstuk gaat dat niet onderschat moet worden. Meer aandacht voor de sociale en mentale gezondheid onder jongeren kan niet alleen veel voor het welbevinden van jongeren betekenen. Het hebben van een vertrouwd iemand om je hart bij te luchten en leuke dingen mee te doen, en verbinding voelen met een groep stelt jongeren ook in staat om zich optimaal te ontwikkelen. En dat lijkt een sterke bescherming te bieden tegen aanhoudende gevoelens van eenzaamheid op latere leeftijd.’

In de verkenning concluderen jullie dat dit een opgave is van vrijwel alle professionals in het sociaal domein.
Jan Willem: ‘Om jongeren die (dreigen te) vereenzamen ondersteuning te kunnen bieden, is het nodig dat wanneer deze jongeren in beeld zijn de problematiek met hen bespreekbaar wordt gemaakt. Dat is een opgave voor de gehele samenleving: van onder andere ouders en vrienden, mentoren en studieadviseurs in het onderwijs, trainers bij sportclubs, begeleiders bij verenigingen, huisartsen en werkgevers. Eenzaamheid hoeft trouwens niet altijd door anderen gesignaleerd en bespreekbaar gemaakt te worden. Jongeren kunnen natuurlijk ook zelf op zoek gaan naar ondersteuning, maar dan is het wel belangrijk dat zij weten waar zij terecht kunnen en dat er aanbod is dat bij hun behoeften aansluit.’

Susan: ‘De verkenning onderstreept tot slot het belang van laagdrempelige (digitale) vormen om jongeren te bereiken. Offline kunnen jongeren het beste via een vindplaatsgerichte aanpak worden bereikt: door op vanzelfsprekende ontmoetingsplekken voor jongeren, denk aan scholen, sportclubs of op straat, aanwezig en benaderbaar te zijn. Door aanwezig te zijn kunnen jongerenwerkers of andere professionals vroegtijdig problemen signaleren en een luisterend oor bieden en aandacht geven. Het langdurig aanwezig zijn op plekken waar jongeren komen, helpt bij het opbouwen van een band en vertrouwen, waardoor het gemakkelijker voor jongeren is om problemen bespreekbaar te maken.’

Bron: movisie.nl

 

Dit bericht is 4773 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail