24 mei 2021 – In een nieuwe documentaireserie over psychische gezondheid met Oprah Winfrey, wordt Prins Harry gezien die een vorm van therapie ondergaat die bekend staat als EMDR (desensibilisatie en opwerking van oogbewegingen) om onopgeloste angsten te behandelen die voortkomen uit de dood van zijn moeder, Diana, prinses van Wales, toen hij was 12.

EMDR is in de jaren tachtig ontwikkeld door een Amerikaanse psycholoog, Francine Shapiro. Terwijl ze door een park liep, vermoedde Shapiro dat haar oogbewegingen het leed van haar eigen traumatische herinneringen verminderden. Ze testte de aanpak op anderen en bouwde in de loop van de tijd een gestandaardiseerde psychologische therapie op om mensen met traumatische herinneringen te behandelen.

De therapie wordt aanbevolen door Nice, het National Institute for Health and Care Excellence en de Wereldgezondheidsorganisatie voor posttraumatische stressstoornis (PTSS), en wordt gebruikt voor een verscheidenheid aan problemen die zijn veroorzaakt door trauma uit het verleden. Veel patiënten zullen een zeer verontrustende gebeurtenis in hun verleden meemaken die aan de oppervlakte komt door opdringerige gedachten, nachtmerries of flashbacks, die angst, onrust en soms de drang veroorzaken om situaties te vermijden die de herinnering oproepen.

Mensen die EMDR-therapie ondergaan, nemen deel aan verschillende sessies waarin hen wordt gevraagd zich te concentreren op de ervaringen waar ze last van hebben en de sensaties die ze veroorzaken. In zijn sessies met de psychotherapeut Sanja Oakley beschrijft Harry dat het vliegen naar Londen een “trigger” is voor zijn eigen angsten en het gevoel dat hij “opgejaagd” wordt.

Hoewel ze gefocust zijn op een bepaalde ervaring of gebeurtenis, ontvangen mensen die EMDR ondergaan wat ‘bilaterale stimulatie’ wordt genoemd. Dit betekent vaak het volgen van de vinger van de therapeut terwijl deze naar links en rechts beweegt, of het spelen van geluiden in het ene oor en dan in het andere. In het geval van Harry sloeg hij zijn armen over elkaar en tikte afwisselend met zijn borst op de linker- en rechterkant om de stimulatie te geven. Er is geen sprake van hypnose: mensen zijn volledig bij bewustzijn tijdens de therapie.

Het doel van EMDR is om de verontrustende emoties te verminderen die door bepaalde herinneringen en uitlokkende situaties worden veroorzaakt. Hoe het werkt, is onduidelijk, maar men denkt dat traumatische gebeurtenissen niet op dezelfde manier worden opgeslagen als normale, gezonde herinneringen, en dat ze dus weer kunnen opduiken en binnendringen. Bij EMDR-therapie worden mensen gedwongen hun aandacht te verdelen, waarbij ze zich tegelijkertijd concentreren op de bilaterale stimulatie en op de traumatische gebeurtenis. De therapie helpt mensen niet om slechte herinneringen te vergeten, maar er wordt gezegd dat het het leed dat ze veroorzaken verzacht door de hersenen in staat te stellen het geheugen normaal te verwerken en op te slaan.

Het bewijs dat EMDR werkt, is niet overweldigend. Een overzicht van studies door de Cochrane-samenwerking in 2013 vond “voortdurende steun” voor de therapie, maar merkte op dat de kwaliteit van het bewijs “zeer laag” was. Vorig jaar voerden onderzoekers in Nederland hun eigen review uit en ontdekten dat, hoewel EMDR op korte termijn “effectief kan zijn” voor PTSD, de kwaliteit van de onderzoeken te slecht was om zeker te zijn.

Bron: theguardian.com

Dit bericht is 2502 keer gelezen.