Hoogsensitiviteit en drugsgebruik

Facebooktwitterlinkedinmail

4 februari 2024 –  Naar de relatie tussen hoogsensitiviteit en het gebruik van verslavende middelen is maar weinig onderzoek gedaan. STAND-UP bouwde voort op eerder onderzoek naar hoogsensitiviteit en omgevingsgevoeligheid. Zijn mensen die sensitiever zijn ook gevoeliger voor drugs? En heeft het misschien juist ook positieve effecten?

Houden individuele verschillen mogelijk verband met een grotere kwetsbaarheid voor verslaving? En zijn daarvoor ook biologische factoren aan te wijzen? Neurowetenschapper Judith Homberg, hoogleraar Translationele neurowetenschappen aan het Radboudumc in Nijmegen, is al heel lang geïnteresseerd in hoogsensitiviteit en omgevingsgevoeligheid. Ze noemt het nadrukkelijk ‘persoonlijkheidseigenschappen’. Ze horen bij iemand zonder dat dit per se een probleem is. Het is ook geen aandoening of stoornis, benadrukt Homberg. ‘Ik hoorde regelmatig anekdotes dat drugs hoogsensitieve mensen soms lijken te helpen om beter met een overdaad aan prikkels om te gaan. Een soort zelfmedicatie dus. Maar data waren er niet over te vinden. De ERANID-subsidie bood de gelegenheid ermee aan de slag te gaan.’

Ook positieve eigenschappen
Het STAND-UP-team kon voortbouwen op eerder onderzoek naar hoogsensitiviteit. Daaruit was bekend wat deze eigenschap zoal kenmerkt: veel aandacht voor omgevingsdetails, een hoge emotionele reactiviteit en diepe informatieverwerking. En hoogsensitieve mensen zijn gevoelig voor overprikkeling. Homberg spitste de vragen toe op drugs. Bijvoorbeeld: is deze groep inderdaad gevoeliger voor drugs, met mogelijk verhoogde risico’s op verslaving? Belangrijk is dat hoogsensitiviteit intussen ook samenhangt met positieve eigenschappen, zoals creativiteit, zegt Homberg. ‘Als verslaving hiervan een keerzijde is, herstelt deze groep mogelijk makkelijker bij positieve ervaringen. Bijvoorbeeld door beter passend werk of bevestigende sociale relaties.’

Verslavingsmodel met proefdieren
Het STAND-UP-consortium had partners in Italië, Frankrijk en Zwitserland. De laatste 2 hebben cohortstudies uitgevoerd, in Zwitserland met mensen die cocaïne gebruiken. Om de rol van omgevingsgevoeligheid (een aspect van hoogsensitiviteit) biologisch te onderzoeken, ontwikkelde Homberg een rattenmodel. Het is bekend dat verslaving goed te modelleren is in dieren, legt ze uit. Een groep hoog- en laagsensitieve ratten – die zichzelf cocaïne hadden leren toedienen – is blootgesteld aan verschillende condities. Er waren condities met een ‘negatieve omgeving’: 2 dieren in een standaard kooi of alleen in een lege kooi. In een ‘positieve omgeving’ zaten de ratten met meer dieren én speeltjes in een grote kooi. Wat deed dit met hun ‘cocaïnegebruik’?

Hersenen moleculair analyseren
Homberg schetst een paar resultaten. Hooggevoelige ratten gebruikten meer cocaïne dan hun laaggevoelige soortgenoten. Veranderingen in hun huisvestingsomstandigheden, positief of negatief, hadden daarbij geen invloed. De ‘interne’ gevoeligheid voor cocaïne lijkt sterker dan de ‘externe’ gevoeligheid voor de huisvesting, was de conclusie. Homberg: ‘De hypothese dat cocaïne zodanig belonend werkt dat het omgevingsaspect overruled wordt, konden wij nog kunnen bevestigen of weerleggen. Daarvoor zijn in Italië nadere moleculaire analyses van de hersenen van de proefdieren gedaan. Markers van het beloningssysteem blijken in de hooggevoelige ratten laag te zijn, maar ze verhogen sterk door de cocaïne. Over de details is een artikel in de maak.’
Wie hoogsensitiviteit van zichzelf accepteert, kan beter anticiperen op eventuele risico’s én de positieve kanten ervan inzetten.

Variatie is niet per se een probleem
STAND-UP biedt dus aanwijzingen dat hoogsensitiviteit inderdaad samenhangt met kwetsbaarheid voor het gebruik van drugs. Deze resultaten zijn alleen niet 1-op-1 om te zetten in concrete aanbevelingen, aldus Homberg. Bevindingen in dierproeven zijn volgens haar ook niet zomaar te vertalen naar de complexiteit van het leven van mensen. Toch is er wel wat te zeggen. ‘Mijn eerste aanbeveling sluit aan op wat ik al zei: beschouw hoogsensitiviteit als een variatie in persoonlijkheid en niet zozeer als een probleem. Wie dit aspect van zichzelf kent én accepteert, kan beter anticiperen op eventuele risico’s op verslaving en kan tegelijk de positieve kanten van hoogsensitiviteit zien als beschermende factor.’

Zelfacceptatie en zelfwaardering
De erkenning van hoogsensitiviteit als variatie is dus preventief in te zetten. Homberg: ‘Als een kind al vroeg leert dat iedereen anders is en dat jij misschien voor speciale uitdagingen staat, kun je daarmee leren omgaan. En je dus ook bewust worden van eventuele risico’s. Meer zelfacceptatie en zelfwaardering kan er al toe leiden dat je minder de neiging voelt drugs te gebruiken. Verslaving is een enorm complex geheel, maar het is vaak ook een vlucht om problemen te ontwijken of stress te verminderen. Als je dat van jezelf weet, ben je ook geholpen door daar anders mee te leren omgaan.’

Bewustzijn voor verschillen
Volgens Homberg is er intussen nog veel (fundamenteel) onderzoek nodig naar persoonlijke eigenschappen die deels stoelen op biologische verschillen. ‘Meer kennis over de variaties tussen mensen creëert bewustzijn over het belang van deze verschillen. Dat is relevant voor preventie van drugsgerelateerde problemen én beter zelfmanagement door mensen die hoogsensitief zijn. Deze kennis kan ook bijdragen aan een beter passende begeleiding of behandeling als er toch sprake is van problematisch drugsgebruik.’

Individuele en sociale factoren
Volgens Homberg zijn antwoorden nodig op de vraag hoe biologische kwetsbaarheden en sociale factoren (het ‘netwerk’) op elkaar inwerken. Daarvoor komt ook steeds meer onderzoeksgeld beschikbaar. En hoogsensitiviteit krijgt inmiddels meer aandacht in bestaande studies, zoals het Healthy Brain-cohort. Homberg: ‘Hoogsensitieve mensen merken al jong dat ze anders zijn dan anderen. En dat ‘anders zijn’ komt deels voort uit hoe hun brein functioneert. Als we dit verder onderzoeken, kunnen we de relatie tussen individuele en sociale factoren inzetten voor een positieve persoonlijke ontwikkeling van deze groep. En uiteindelijk omvat die maar liefst 20% van de volwassen bevolking.’

Tekst: Marc van Bijsterveldt (februari 2024)

Dit is het zevende en laatste interview in een reeks gesprekken met onderzoekers uit het door ZonMw gecoördineerde Europese ERANID-programma (European Research Area Network on Illicit Drugs).

Bron: zonmw.nl

Dit bericht is 1524 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail