31 mei 2024 – Het rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over ‘verward’ en onbegrepen gedrag op 30 mei belichtte de complexiteit en uitdagingen rondom dit onderwerp. Experts, politici, en specialisten deelden hun inzichten in drie sessies met de Kamerleden, waarbij de noodzaak van integrale samenwerking en vroegsignalering centraal stond. Namens de Nederlandse ggz nam Albert Blom, Psychiater en directeur Acute en Forensische psychiatrie bij GGZ Noord-Holland-Noord, deel.
Je kunt de volledige sessie in drie blokken terugvinden of via Debat Gemist terugkijken. De Nederlandse ggz schreef vooraf een paper met inbreng. Ook gaf de Nederlandse ggz-voorzitter Ruth Peetoom een interview over dit onderwerp.
Blok 1: Experts uit het veld
Experts benadrukten de diversiteit en complexiteit van onbegrepen gedrag. Ook wijzen ze er op dat het belangrijk is ervaringsdeskundigen, naasten en de doelgroep zelf te betrekken, hoewel zij nu niet in het rondetafelgesprek betrokken zijn. Bauke Koekkoek, crisisdienstverpleegkundige en lector onbegrepen gedrag, wees erop dat slechts een klein deel van de meldingen van onbegrepen gedrag daadwerkelijk een gevaar vormt voor de veiligheid. Hij pleitte voor een integrale aanpak en samenwerking tussen diverse partijen.
Violet Petit-Steeghs van de Erasmus School of Health Policy and Management en Katja Steverink van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid onderstreepten de noodzaak van samenwerking op verschillende niveaus en het investeren in wijkgerichte voorzieningen.
Arnoud Jansen, psychiater en bestuurder bij Mediant GGZ, sprak over ketenverstopping en de noodzaak van coördinatie tussen ketenpartners en het delen van best practices. Tijdens de vragenronde kwamen zorgen over capaciteit en systeemcomplexiteit naar voren, waarbij de rol van de politie en de zoektocht naar de oorzaken van ontregeling werd besproken.
Tijdens de vragenronde werden zorgen geuit over de capaciteit en de complexiteit van het systeem. Koekkoek benadrukte de noodzaak van een generalistische aanpak naast specialistische zorg. Er werd ook gesproken over de rol van politie in het omgaan met onbegrepen gedrag en de noodzaak van het zoeken naar de oorzaak van ontregeling.
Blok 2: Samenwerking tussen zorg en veiligheid
Specialisten uit de veiligheids- en zorgsector bespraken de stijgende incidenten met onbegrepen gedrag en de beperkte capaciteit van de politie. Janny Knol, korpschef van de politie, riep op tot de oprichting van een coördinator voor ontregeld gedrag en 24/7 opvang of ondersteuning. Natasha Los van het Actiecentrum Veiligheid en Zorg Amsterdam-Amstelland en Moniek Pieters van GGD GHOR Nederland benadrukten de noodzaak van laagdrempelige hulp en de problemen rond wachtlijsten voor zorg en gegevensuitwisseling.
Albert Blom, die voor de Nederlandse ggz deelnam, benadrukte de collectieve verantwoordelijkheid voor onbegrepen gedrag, de noodzaak tot vroegsignalering en langdurige stabiele kaders, woonvormen en bestaanszekerheid. In zijn bijdrage en ook in de vragen van Kamerleden was ook ruim aandacht voor ‘Skaeve Huse’, speciale woonvormen die helpen voorkomen dat gedragsproblemen tot incidenten leiden.
Tijdens de vragenronde werden de uitdagingen rond registratie en meldingen van verward gedrag besproken. Er werd gepleit voor meer samenwerking en een duidelijkere rolverdeling tussen politie en andere zorginstanties. Ook werd het belang van vroegsignalering, preventie en de rol van wijkagenten benadrukt.
Blok 3: Lokale best practices
Lokale sprekers bespraken hun ervaringen en successen. Anja Schouten, burgemeester van Alkmaar, pleitte voor eerder gebruik van dwang- en drangmaatregelen om escalatie te voorkomen. Eugène van Mierlo, wethouder zorg in Almelo, wees op de dagelijkse onveilige situaties in zijn gemeente en de behoefte aan gerichte triage en streettriage.
Jessica Villerius, documentairemaker, bekritiseerde het gebrek aan samenwerking en de complexiteit van het zorgsysteem. Ze pleitte voor een “red flag” lijst om preventief in te grijpen bij risicovolle situaties. Gerrianne Jacobs, wijkagent in Rotterdam, besprak het politie-ggz programma dat huisbezoeken aflegt bij meldingen zonder hulpkader.
Lex Staal, directeur-bestuurder van Sociaal Werk Nederland, benadrukte het belang van maatschappelijke ggz en het vermijden van ‘projectificatie’ in wijken en buurten (waarbij initiatieven steeds op zichzelf staan, vaak met tijdelijke financiering). Hij pleitte voor integrale aanpak en structurele financiering en het afstemmen van initiatieven om kosten te besparen en betere resultaten te behalen.
Tijdens de vragenronde werd de noodzaak van betere informatiedeling en ontschotting van systemen besproken. Er werd gepleit voor één overkoepelend landelijk systeem zonder labels en betere coördinatie. Tegelijkertijd werden ook de aanzienlijke nadelen van één landelijke aanpak benadrukt. De lokale of regionale situatie kan sterk verschillen en vraagt een andere aanpak. Ook werd de kracht van preventie en de rol van gemeenschappen in het versterken van veiligheid in de buurt benadrukt.
Conclusie
Het rondetafelgesprek onderstreepte de complexiteit van onbegrepen gedrag en de behoefte aan integrale samenwerking. Vroegsignalering, passende zorg en ondersteuning, en de betrokkenheid van diverse partijen werden als cruciaal beschouwd. Een verschuiving van incidentgericht naar structureel beleid werd aanbevolen.
Parlementaire verkenning
Het rondetafelgesprek is onderdeel van een bredere parlementaire verkenning, met een rapportage die voor de zomer verwacht wordt. De Nederlandse ggz volgt dit proces nauwlettend en deelt graag haar kennis met de Kamer.
Bron: denederlandseggz.nl
Dit bericht is 1001 keer gelezen.