18 oktober 2021 – Van maandag 25 oktober tot en met vrijdag 29 oktober 2021 organiseert Movisie de Challenge Armoede. De challenge geeft deelnemers kennis over hoe mensen met financiële problematiek te helpen. Dit jaar krijgen deelnemers extra informatie over de relatie tussen armoede, schulden en psychische problematiek. Waarom dit belangrijk is? Movisie ging in gesprek met Jaap van Weeghel, werkzaam bij Kenniscentrum Phrenos en emeritus-hoogleraar bij Tranzo. Wat maakt dat hij aandacht voor armoede binnen de ggz belangrijk vindt?
‘Binnen grote delen van de ggz is het nog geen automatisme dat men armoede of schulden signaleert. Vooral in de kortdurende behandelsector ligt de focus op symptomen en klachten, en niet op wat er zich verder afspeelt in de sociale context. Andersom is er binnen schuldhulp niet per se oog voor en expertise met psychische problematiek. Daarom is het belangrijk dat hier aandacht voor komt!’
Waarom is de samenwerking tussen het sociaal domein en de ggz zo belangrijk?
‘De mens is méér dan een wandelende diagnose. Hij of zij heeft problemen en mogelijkheden op allerlei verschillende leefgebieden. Deze leefgebieden zijn niet per se gerelateerd aan de ggz. Denk bijvoorbeeld aan werk, studie en sociale contacten. Het is een feit dat psychische problemen nooit alleen komen. Mensen hebben bijvoorbeeld schulden, behoefte aan werk, zijn sociaal geïsoleerd, gestigmatiseerd en hebben moeilijk toegang tot voorzieningen. De verbinding met het sociaal domein is daarom noodzakelijk. Vanuit Phrenos zijn we druk bezig om te werken aan de verbinding tussen de ggz en het sociaal domein. Daarom vinden we het een goed idee om via deze challenge aandacht te vragen voor de relatie tussen armoede en psychische problematiek.
‘De mens is méér dan een wandelende diagnose. Hij of zij heeft problemen en mogelijkheden op allerlei verschillende leefgebieden’
Mensen hebben meerdere problemen en deze moeten we samen aanpakken. In 2014 kwam het rapport Over de brug al uit. Dit omvat een plan van aanpak vanuit de vraag: hoe slaan we de brug tussen de ggz, het sociaal domein en alle andere actoren om tot goede ondersteuning en zorg te komen voor met name die groep die op meerdere leefgebieden problemen ondervindt? Ook oog hebben voor armoedeproblematiek en schuldhulpverlening hoort daarbij. Als ggz kun je dat nooit alleen. Aan de andere kant is het zo dat een schuldhulpverlener complexe problematiek ook niet alleen kan oplossen: we hebben elkaar nodig – en moeten samen over de brug – om zo die ondersteuning te bieden waardoor iemand weer volwaardig mee kan doen.’
‘Mensen hebben meerdere problemen en deze moeten we samen aanpakken’
Hoe leg je deze verbinding tussen het sociaal domein en de ggz?
‘Gelukkig staan we niet helemaal stil. Zo is er op het gebied van werk al veel gewoner om verbinding te leggen, samen met het UWV en de afdeling Werk en Inkomen binnen gemeenten. Ook is het gebiedsgericht werken binnen de ggz in opkomst, gericht op mensen met langdurige en ernstige psychische problematiek. Dit houdt in dat in een bepaald gebied een ambulant ggz team werkzaam is, de zogenaamde FACT-teams. Zij zijn in de wijk actief en leggen verbindingen met andere vormen van hulp en ondersteuning voor hun cliënt. Daar hoort ook informele ondersteuning door familie, vrienden en buurt bij: ook hen heb je nodig om te komen tot volwaardig burgerschap. Dit noemen we ook wel netwerkpsychiatrie, we verschuiven van enkel biologische psychiatrie vanuit het medisch model naar het betrekken van en oog hebben voor de sociale context van de cliënt.
Wees met elkaar een sociaal netwerk van hulpverlening, zodat professionals in het sociaal domein en in de ggz elkaar kennen en weten wie ze moeten bellen. Het initiatief voor het opbouwen van een netwerk kan zowel komen van de gemeente als van de ggz. Het een is niet belangrijker dan het ander. Een integrale kijk betekent in het ene geval dat de ggz meer moet doen en in het andere geval dat de gemeente aan zet is. Maar het belangrijkste is dat we het samen doen, elkaars expertise kennen en elkaar weten te vinden.’
‘Het belangrijkste is dat we het samen doen, elkaars expertise kennen en elkaar weten te vinden’
Herken je de verandering in denkvermogen door armoede bij mensen met psychische problematiek?
‘Zeker, alleen is de oorzaak van het beperkte denkvermogen niet makkelijk aan te wijzen. Komt het nou door de psychische problematiek die mensen hebben? Want ook dat levert allerlei cognitieve bijwerkingen op. Of ligt het aan de armoede en het feit dat je daardoor niet meer in staat bent om verder te denken dan hoe je de dag vandaag rondkomt? Zowel armoede als psychische problematiek leidt tot allerlei denk en doen problemen. Bovendien kan het elkaar versterken.
Wat daar ook nog bijkomt is dat mensen met psychische problematiek die in armoede leven vaak te maken hebben met een dubbel stigma: het stigma en de schaamte rondom armoede, en het sociale stigma bij een psychiatrisch probleem. Je moet ook niet vergeten dat veel mensen met psychische problematiek niet in de ggz terechtkomen. Er is veel onbehandelde problematiek, dat heeft allerlei oorzaken en armoede is er daar eentje van.’
Wat is volgens jou als eerste nodig wanneer iemand in deze situatie zit?
‘Als mens benaderd worden, iemand die jou niet veroordeelt en op een empathische manier probeert te helpen. Het is voor mensen een enorme drempel om hulp te vragen, mensen schamen zich, zijn vastgelopen en denken dat het allemaal hun eigen schuld is. Je hoopt dan iemand tegen te komen die begripvol is, luistert naar jouw verhaal en van daaruit samen met jou gaat kijken naar wat nodig is. Continuïteit is ook belangrijk: hulp krijgen van iemand die je kent en waarmee je een vertrouwensband kunt opbouwen. Vanuit die positie kun je als hulpverlener zoeken naar oplossingen, bijvoorbeeld schuldhulpverlening. Dit gaat in kleine stappen omdat het verweven is met andere problemen zoals slechte huisvesting, problemen met de kinderen, geen werk kunnen vinden.’
‘Doe niks zonder de cliënt zelf, want dat leidt tot wantrouwen bij de cliënt’
Wat kunnen sociaal professionals nu al doen voor mensen in armoede, met schulden en psychische problematiek?
‘De samenwerking opzoeken met ggz-professionals. Ga het niet alleen doen. Betrek het liefst ook de sociale context van de cliënt erbij, de leefomgeving, zoals het gezin. En doe niks zonder de cliënt zelf, want dat leidt tot wantrouwen bij de cliënt. Bel iemand van de ggz op. Wel is het zo dat tegenwoordig de wachtlijsten binnen de ggz lang zijn, dat betekent dat mensen soms pas binnenkomen wanneer het al te laat is, bijvoorbeeld via de crisisdienst. Dan heb je al heel wat kansen gemist en is het uit de hand gelopen. Een van de meest belemmerende factoren voor herstel is de duur van de onbehandelde stoornis.
Het grootste probleem zijn de systeem problemen. De ggz is op dit moment onvoldoende toegankelijk voor mensen met psychische problematiek. Dat geldt zeker ook voor mensen die niet goed uit hun woorden komen, aarzelend zijn en de weg niet goed weten naar hulp. Hulp vinden is een probleem. Dus hoe eerder hoe beter. Dat betekent dat toegang tot de ggz laagdrempelig moet zijn.’
Jaap van Weeghel zet zich zijn hele werkzame leven al in voor volwaardig burgerschap van mensen met (ernstige) psychische problematiek. Hij is verbonden aan Kenniscentrum Phrenos, emeritus hoogleraar bij Tranzo en werkte bij de Parnassia Groep.
Bron: movisie.nl
Dit bericht is 7342 keer gelezen.