Welke onderdelen uit de Miljoenennota 2019 zijn belangrijk voor ggz-cliënten ?

Facebooktwitterlinkedinmail

21 september 2018 – De Miljoenennota van 2019 bevat op het gebied van psychische zorg en ondersteuning en participatie niet veel opzienbarend nieuws, nieuw beleid of maatregelen. Er wordt gerefereerd aan het Hoofdlijnenakkoord ggz en aan lopende trajecten. Mind heeft een overzicht gemaakt van de meest relevante punten voor ggz-cliënten en naasten.

De zorg groeit in de komende kabinetsperiode met 17 miljard euro in plaats van 19 miljard euro. Met de hooflijnakkoorden stuurt het kabinet op de kwaliteit en de doelmatigheid van de zorg en daarmee op termijn de toegankelijkheid en betaalbaarheid. Het kabinet wil i.s.m. zorgpartijen, sociale partners en wetenschap en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) advies vragen en de Sociaal-Economische Raad (SER) een verkenning laten doen naar de maatschappelijke impact van de stijgende zorgkosten

Eigen betalingen zorg

Om zorg voor individuele zorggebruikers toegankelijk te houden, bevriest het kabinet het maximale verplichte eigen risico. Ook wordt voor de Wmo-voorzieningen een abonnementstarief van 17,50 euro per vier weken (omgerekend 19 euro per maand) ingevoerd. Dit vervangt de complexe inkomens-afhankelijke eigen bijdrage. Ook verlaagt het kabinet de eigen bijdragen voor langdurige zorg (Wlz) en beschermd wonen (Wmo). Volwassenen gaan volgend jaar gemiddeld 150 euro meer betalen voor de zorg; die stijging zit vooral in de hogere premies voor de zorgverzekeringswet. Door inkomensmaat-regelen op andere terreinen gaan bijna alle Nederlanders er volgend jaar wel financieel op vooruit.

Hoofdlijnenakkoord ggz

De beleidsnota verwijst veelvuldig naar afspraken die in het hoofdlijnenakkoord ggz gemaakt zijn, zoals meer ambulante zorg, inzet van ervaringsdeskundigen en aanpak van wachttijden. Specifiek wordt erop gewezen dat ggz-instellingen cliënten moeten doorverwijzen naar een andere instelling als zij zelf niet tijdig hulp kunnen bieden. De beleidsnota verwijst verder naar de Meerjarenagenda beschermd wonen en maatschappelijke opvang en het Convenant Samen werken aan wat werkt. De Meerjarenagenda is erop gericht om mensen met psychische problemen zoveel mogelijk gewoon in de wijk te laten wonen met passende ondersteuning en mogelijkheden voor participatie. Het convenant heeft als doel om meer mensen die psychisch kwetsbaar zijn aan het werk te helpen of te houden.

Complexe zorgvragen

Er moet een passend aanbod komen voor mensen met complexe langdurende zorgvragen. Het kabinet wil de naasten van deze mensen ook ontlasten. Nu verblijven mensen soms jarenlang noodgedwongen bij familie terwijl dat niet houdbaar is of ze worden van de ene naar de andere instelling overgeplaatst. Voor mensen met complexe zorgvragen is het vaak moeilijk de juiste weg in de zorg te vinden. Het Juiste Loket van Ieder(in) en Per Saldo helpt patiënten, zorgaanbieders en gemeenten om in complexe situaties maatwerk te bieden. De beleidsnota gaat niet in op de vraag of dit ook geldt voor mensen met psychische problematiek en een complexe zorgvraag.

Verward gedrag

In de Troonrede was al aandacht voor personen met verward gedrag. De Koning zei: “We mogen ook niet accepteren dat mensen met problematische schulden, personen met verward gedrag en een groeiend aantal zwerfjongeren aan de rand van de samenleving komen te staan. Samen met provincies, gemeenten en lokale instanties wil het Rijk brede coalities vormen om mensen uit hun isolement te halen en een nieuwe kans te geven.” Ook in de beleidsnota VWS wordt nadruk gelegd op een samenhangende aanpak van psychische kwetsbaarheid en sociale problematiek. De aandacht moet niet alleen gericht zijn op medische behandeling en diagnostiek, maar ook op het op orde brengen van je eigen leven: werk, wonen, sociale contacten. Specifiek wordt verwezen naar de kabinetsbrede schuldenaanpak. Onderdeel daarvan zijn maatregelen om de uitstroom uit de wanbetalersregeling te bevorderen: bij de eindafrekening wordt de restschuld aan het CAK kwijtgescholden. Er komt ook een uitstroomregeling voor wanbetalers die onder bewindvoering staan.

In het kader van de aanpak personen met verward gedrag is er verder aandacht voor flexibel op- en afschalen van behandeling en begeleiding. In 2018 en 2019 zijn er pilots voor samenhangende zorg op het grensvlak van Zvw en Wmo. Deze pilots moeten flexibel op- en afschalen van behandeling en begeleiding mogelijk maken. Ook komen er pilots voor 24/7 gemeentelijke of regionale meldpunten voor meldingen bij verward gedrag. Aan de hand van de pilots zal een definitief model voor de meldfunctie worden vastgesteld.

Cliëntondersteuning

Zoals al bekend was gaat de regering komende jaren fors investeren in onafhankelijke cliëntonder-steuning. In totaal 55 miljoen euro. Het gaat onder meer om: meer bekendheid voor cliënt-ondersteuning; betere kwaliteit en meer aandacht voor specifieke groepen. Wat dat laatste betreft worden ggz-cliënten niet met name genoemd, maar MIND rekent wel op extra aandacht hiervoor omdat dat ook in de Meerjarenagenda beschermd wonen en maatschappelijke opvang is vastgelegd.

Langdurende zorg

Per 2021 zal een grotere groep ggz-cliënten toegang krijgen tot de Wet Langdurende Zorg. Hiervoor zal met name een deel van het WMO-budget voor gemeenten overgeheveld worden naar de Wlz. Het kabinet legt daarnaast extra geld bij. Vooralsnog wil het kabinet de Wlz niet openstellen voor jongeren met ggz-problematiek. Hier zullen in het najaar van 2018 nog expertsessies over worden georganiseerd, waarna het kabinet begin 2019 een definitief standpunt zal innemen.

Preventie algemeen

Er is in 2019 4,8 miljoen euro beschikbaar voor preventiecoalities tussen gemeenten en zorgverzekeraars. Dit geld is bedoeld voor ‘procescoördinatie’ van effectieve preventieactiviteiten voor risicogroepen.

Depressiepreventie

In Nederland hebben ieder jaar ruim 800.000 mensen een depressie. VWS continueert haar voorlichtingscampagne ‘Hey het is oké’ met als doel depressie bespreekbaar te maken. Specifieke aandacht gaat daarbij uit naar vrouwen met een postnatale depressie en jongeren. Ook de andere risicogroepen (patiënten bij huisartsen, mantelzorgers, chronisch zieken, mensen in stressvolle beroepen en jonge werkende vrouwen) krijgen aandacht in 2019.

Suïcidepreventie

De stijging van het toegenomen aantal suïcides in Nederland, met name onder jongeren is schokkend. De subsidie aan de stichting 113 Zelfmoordpreventie wordt met 2 miljoen verhoogd naar 5,4 miljoen per jaar. Hiermee wordt geprobeerd de preventie verbeteren. Extra aandacht gaat uit naar het terugdringen van zelfdoding onder lesbische, homoseksuele, biseksuele, transgender en interseksuele jongeren (LHBTI).

Tekort aan personeel in de zorg

Een tekort aan gespecialiseerde zorgverleners is een groot probleem in de ggz. De regering wil de opleidingscapaciteit vergroten, zorgprofessionals bij- en nascholing aanbieden en afspraken maken om medewerkers beter in te zetten. Er komen 150 extra opleidingsplaatsen voor gz-psychologen bovenop de 610 plekken die al beschikbaar zijn. Daarnaast is er in 2019 een eenmalige investering van € 20 miljoen in opleidingen.

Wet verplichte GGz

De Wet verplichte ggz zal per 1 januari 2020 in werking treden. De partijen die betrokken zijn bij de Wvggz zijn reeds gestart met de implementatie. In 2019 faciliteert VWS de ketenpartijen hierbij en is verantwoordelijk voor een goede informatievoorziening over de wet. Voor de implementatie van de wet is in 2019 € 5,4 miljoen beschikbaar.

Kwaliteit in de GGZ

De Agenda ggz voor gepast gebruik en transparantie is naast de uitvoering van de Agenda zoals vastgesteld in 2015, ook een samenwerkingsverband geworden van vertegenwoordigers van patiënten, zorgprofessionals en ggz-instellingen in 2015. VWS is betrokken in een toehorende rol. Dit jaar richtte de Agenda een nieuw kwaliteitsinstituut ggz op waarin het Netwerk Kwaliteitsontwikkeling ggz (NKO) en Stichting Benchmark ggz opgaan, genaamd Akwa. De oprichting van Akwa zal in januari worden afgerond. Het kabinet bereidt een wetsvoorstel voor dat regelt dat nieuwe kwaliteitsstandaarden in de zorg worden getoetst op financiële consequenties.

Vertrouwenspersonen in de ggz

De patiëntenvertrouwenspersoon (PVP) is de onafhankelijke ondersteuner van cliënten in de ggz als zij met hun vragen en klachten nergens terecht kunnen. Met een instellingssubsidie aan de Stichting PVP kan de PVP zijn taken uit te voeren. Daarnaast financiert VWS de Landelijke Stichting Familievertrouwenspersonen (LSFVP). In totaal is voor de vertrouwenspersonen in de ggz in 2019 een bedrag beschikbaar van € 6,7 miljoen.

Zorgverzekeringen

De regering wil meer duidelijkheid creëren rondom de verzekeringen. Zorgverzekeraars worden opgeroepen om het aanbod aan polissen transparanter te maken. Ook de Nederlandse Zorgautoriteit zal meer gaan controleren op de transparantie-eisen. Zo moet het bij een collectiviteitskorting direct duidelijk zijn over welke polis het gaat, zodat mensen makkelijk kunnen vergelijken en een echte keuze kunnen maken. De invloed van verzekerden in het beleid van zorgverzekeraars wordt wettelijk verankerd. Verzekeraars moeten een ‘representatieve, deskundige en onafhankelijke verzekerdenvertegenwoordiging’ organiseren.

EHealth

Een belangrijk onderdeel van de juiste zorg en ondersteuning op de juiste plek is regie voeren op je eigen gezondheid. Goede en actuele informatie is hiervoor een belangrijke voorwaarde. Patiënten moeten binnen enkele jaren zelf hun medische gegevens kunnen inzien en gebruiken. Bijvoorbeeld via een app of website. In de nieuwe afspraken rondom de aanpak van de wachttijden is afgesproken om de inzet van e-health in de ggz te stimuleren en te investeren in informatievoorziening zoals een verbeterde uitwisseling tussen zorgverleners en hun patiënten. Dit draagt eraan bij dat de patiënt veilig over zijn medische gegevens kan beschikken in een persoonlijke gezondheidsomgeving en kan kiezen met welke zorgverleners hij deze wil delen. Hiervoor is in de periode 2018–2020 in totaal € 50 miljoen beschikbaar.

Jeugdhulp & onderwijs

Jeugdhulp merkbaar en meetbaar beter Met het programma Zorg voor de Jeugd wordt – in aansluiting op de evaluatie van de Jeugdwet, waaruit blijkt dat kinderen, ouders en medewerkers in de praktijk nog onvoldoende verbetering zien – de jeugdhulp in 2019 en volgende jaren merkbaar en meetbaar verbeterd voor kinderen en gezinnen. Met dit programma worden, in partnerschap met partijen in het veld waaronder MIND, verbeteringen gerealiseerd op onderstaande actielijnen: 1) Betere toegang tot jeugdhulp voor kinderen en gezinnen 2) Meer kinderen zo lang mogelijk thuis laten opgroeien 3) Alle kinderen de kans bieden zich te ontwikkelen 4) Kwetsbare jongeren beter op weg helpen zelfstandig te worden 5) Investeren in vakmanschap 6) Jeugdhulp dichtbij kind

Het programma loopt tot en met 2021. Het op tijd passende zorg ontvangen wordt gemeten– naast gebruik van reguliere statistieken – door kinderen, ouders en medewerkers zelf te vragen naar hun ervaringen. In de Voortgangsrapportage Zorg voor de Jeugd, wordt de Tweede Kamer twee keer per jaar over de voortgang geïnformeerd.

Aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling

De opgave van het actieprogramma «Geweld hoort nergens thuis» is: het stoppen en terugdringen van dit geweld en de schade ervan te beperken om zodanig de cirkel van geweld, de overdracht van generatie op generatie door te breken. Het kabinet doet dit langs drie actielijnen: 1) Huiselijk geweld en kindermishandeling moet eerder en beter in beeld. De duur van geweld tot aan de eerste melding moet – als belangrijkste indicator voor deze lijn – korter. 2) Het geweld moet stoppen en duurzaam worden opgelost. Kernindicator hier is het welbevinden van betrokken slachtoffer: veiligheid moet duurzaam zijn geborgd en er moet passende hulpverlening zijn. 3) In de derde plaats richt het programma zich op een aantal specifieke doelgroepen waar bijzondere actie nodig is. De aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling is met name gericht op de regio’s.

Verkleining afstand tot de arbeidsmarkt

Er zijn mensen die drempels ervaren om mee te doen. Dit kan zijn door bijvoorbeeld een arbeidsbeperking, schulden, geringe taalvaardigheid of afkomst. Het is belangrijk dat deze mensen hulp krijgen als dat nodig is. Drempels moeten verlaagd worden, zodat de stap naar meedoen, ook op de arbeidsmarkt, gemakkelijker wordt. Het kabinet gaat in gesprek met gemeenten over de wijze waarop zij actief uitvoering geven aan de bestaande tegenprestatie. Een integrale aanpak van werk en inkomen, zorg en jeugdhulp dichtbij de mensen die het zonder ondersteuning niet redden, maakt het voor meer mensen mogelijk om mee te doen met een groter perspectief op werk.

Krapte op de arbeidsmarkt

De huidige krapte op de arbeidsmarkt biedt kansen aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Het kabinet is in gesprek met werkgevers, werknemers, gemeenten, UWV en onderwijsveld over het Actieplan Perspectief op werk. Dit initiatief is erop gericht zoveel mogelijk mensen een baan, leerwerkplek of aangepaste functie aan te bieden. Hiermee komen werkgevers aan extra krachten, én komen werkzoekenden aan werk. Andere innovatieve concepten zijn de moeite waard om verder te verkennen. Er zijn tot eind 2022 ongeveer 190 duizend extra medewerkers in de sector Zorg en Welzijn. Tegelijkertijd zijn er mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt die een bijdrage kunnen leveren aan vermindering van het personeelstekort. Mensen met een arbeidsbeperking, maar ook mensen met een niet-westerse migratieachtergrond, onder wie statushouders.

Loondispensatie in de Participatiewet

Het kabinet ziet af van invoering van loondispensatie in de Participatiewet. Het doel van het kabinet blijft ongewijzigd: meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk. Daartoe zet het kabinet in op een breed offensief voor vereenvoudiging en meer werk voor mensen met een arbeidsbeperking. Het kabinet heeft de Tweede Kamer hierover bij brief van 7 september geïnformeerd (Tweede Kamer, 2018–2019, 34 352, nr. 115). Voor de begrotingsbehandeling van SZW zal het kabinet een nadere uitwerking naar de Tweede Kamer sturen.

WAJONG

Mensen moeten zich niet belemmerd voelen om stappen te zetten richting werk, uit onzekerheid en vrees om rechten te verspelen of er in inkomen op achteruit te gaan. Wajongers moeten veilig kunnen bewegen tussen uitkering en baan. Mensen hebben bovendien vaak geen inzicht in de financiële gevolgen van (weer) gaan werken en kunnen achteraf te maken krijgen met verrekeningen van bijvoorbeeld huurtoeslag of zorgtoeslag.

Bron: persbericht

Dit bericht is 5195 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail