4 december 2019 – De gevoelens van 14- en 15-jarigen tijdens het posten, scrollen, appen en snappen zijn vaker positief dan negatief. Dit blijkt uit onderzoek van de UvA onder bijna duizend 14- en 15-jarigen in Nederland.
Welke social media zijn het populairst bij jongeren? Hoe gaan jongeren om met social media? Voelen ze zich er jaloers of onzeker door, of juist vrolijk en geïnspireerd? Het onderzoek is uitgevoerd binnen Project AWeSome (Adolescents, Well-being & Social Media), van het Onderzoekscentrum Jeugd en Media van de UvA.
WhatsApp blijkt het meest gebruikt door de ondervraagde jongeren: 96% gebruikt het. Instagram is een goede tweede (83%), op de voet gevolgd door YouTube (82%). Daarna komt Snapchat (67%) en pas veel later Facebook (35%), Pinterest (21%), Twitter (9%), en TikTok (8%). Ook blijkt dat gamen een sociale activiteit is, waarbij heel wat af gecommuniceerd wordt. Vrijwel alle jongeren (91%) gamen. De meeste van deze gamers (62%) communiceren over het gamen, via de game zelf (70%), via WhatsApp (66%) of andere platformen, zoals Discord (26%).
Jezelf spiegelen aan anderen
Social media zijn bij uitstek geschikt om jezelf te spiegelen aan anderen. Toch gebeurt dat minder vaak dan je zou verwachten. Minder dan de helft (41%) zegt zichzelf soms of vaker met anderen te vergelijken als ze op WhatsApp, Instagram of Snapchat zitten. De onderwerpen waarover jongeren zichzelf vergelijken, zoals hoeveel leuke dingen ze doen of hoe sportief ze zijn, ontlopen elkaar weinig. Maar jongens en meisjes verschillen daar wel in. Ruim de helft van de meisjes (53%) vergelijkt zich ‘soms’ tot ‘vaak’ met anderen over hoe ze eruitzien, tegenover 40% van de jongens. Ook zegt 38% van de meisjes dat ze vergelijken hoe populair ze zijn, tegenover 28% van de jongens.
Geïnspireerd en trots op jezelf
In tegenstelling tot wat soms gedacht wordt – dat alle mooimakerij op social media het zelfbeeld van jongeren ondermijnt – blijken de positieve gevoelens de overhand te hebben. Bijna de helft van de jongeren (44%) zegt ‘soms’ tot ‘heel vaak’ positiever naar zichzelf te kijken als ze zich online met anderen vergelijken. Een kleiner deel zegt erdoor geïnspireerd te raken (41%), of trots op zichzelf te worden (40%). Negatieve gevoelens komen ook voor, maar minder vaak: jaloezie (22%), onzekerheid (21%) en somberheid (19%).
Omgaan met ‘telefoonverleidingen’
Doordeweeks kijkt de helft van de jongeren (50%) nog na 10 uur ‘s avonds op de telefoon, waarvan 7% nog na middernacht. Etenstijd lijkt redelijk telefoonluw te zijn: bijna drie kwart van de jongeren (73%) gebruikt de telefoon niet of nauwelijks tijdens het eten. Jongeren realiseren zich goed, als je ernaar vraagt, dat ze social media te lang gebruiken of op momenten dat ze eigenlijk iets anders zouden moeten doen. Meer dan de helft (59%) zegt regelmatig langer op social media te zitten dan ze eigenlijk zouden willen. En 80% zit regelmatig op social media terwijl ze eigenlijk iets anders hadden moeten doen.
Publieksrapport
De bevindingen van het onderzoek zijn te lezen in het publieksrapport Posten, scrollen, appen en snappen. Het rapport is de eerste publicatie van het team van project AWeSome, dat onder leiding staat van prof. dr. Patti Valkenburg. Binnen dit project wordt de komende jaren met regelmaat gepubliceerd over de effecten van social media op het welbevinden van jongeren.
Irene van Driel, Loes Pouwels, Ine Beyens, Loes Keijsers & Patti Valkenburg: Posten, scrollen, appen en snappen. Jongeren (14-15 jaar) en social media in 2019. CcaM, Center for Research on Children, Adolescents and the Media.
Download het rapport
Lees meer over project AWeSome
Lees meer over CcaM, Onderzoekscentrum Jeugd en Media
Bron: uva.nl
Dit bericht is 4188 keer gelezen.