12 februari 2022 – De manier waarop jongeren die gepest zijn omgaan met anderen, kan een rol spelen in het ontwikkelen van depressieve klachten. Dat blijkt uit onderzoek naar pesten waarop Minita Franzen op 10 februari promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Uit eerder onderzoek was al bekend dat mensen die gepest zijn een groter risico hebben op depressieve klachten. Franzen zocht naar factoren die de relatie tussen pesten en depressie verklaren.
Franzen deed verschillende experimenten met kleine groepen gepeste en niet-gepeste jongeren, tijdens en na hun middelbareschooltijd. Ook gebruikte ze gegevens uit het grootschalige TRAILS-onderzoek. Ze constateert dat gepeste jongeren minder goed zijn in het herkennen van emoties van anderen. Een neutrale gezichtsuitdrukking interpreteren ze bijvoorbeeld vaker als vijandig.
Depressiesymptomen
Zowel tijdens als na de middelbareschooltijd rapporteerden pestslachtoffers meer depressiesymptomen. Op de middelbare school ervoeren ze anderen als minder vriendelijk en negatiever dan niet-gepeste leeftijdgenoten. Dat verschil verdween na de schoolperiode. Wel hadden ze na hun schooltijd meer moeite in het omgaan met dominant gedrag van anderen. Mogelijk herinneren dominante mensen hen aan eerdere ervaringen met pesters, aldus Franzen. Dat zorgt voor stress, wat weer kan leiden tot depressieve klachten.
Slachtoffers van pesten hebben een minder functionele interpersoonlijke stijl, concludeert Franzen. Ze denkt dat interventies gericht op het interpersoonlijk functioneren kunnen helpen voorkomen dat slachtoffers van pesten psychische problemen ontwikkelen.
Groepsproces
Het is belangrijk slachtoffers van pesten begeleiding te bieden, zegt Mirella van den Burg van het Nederlands Jeugdinstituut. ‘Maar daarmee pak je het pesten op zich niet aan. Pesten is een groepsproces, waarin ook de omstanders een belangrijke rol spelen. Het heeft geen zin om alleen de pester of de gepeste de schuld te geven.’
‘Wil je pesten tegengaan, dan is het zaak alle kinderen te leren hoe ze positief met elkaar kunnen omgaan. Je kunt kinderen bijvoorbeeld leren te kijken hoe een grapje of opmerking overkomt op de ander. Leer ze hoe ze de lichaamshouding van een ander kunnen lezen. Help ze hun gevoelens onder woorden te brengen en die van anderen te begrijpen. Bied kansen om daarmee te oefenen. Maak ook afspraken met elkaar, over hoe je voor elkaar opkomt als iemand gepest wordt, welke regels bijvoorbeeld gelden in de groepsapp en welk gedrag daarbij past. Keur het pesten af, maar laat daarnaast ook zien welke sociale reacties wél werken.’
Bron: nji.nl / rug.nl
Dit bericht is 3505 keer gelezen.