4e peiling Landelijke Monitor Depressie laat enige stabilisatie of verbetering zien

Facebooktwitterlinkedinmail

4 maart 2024 – Het vóórkomen van depressieklachten en aanverwante klachten – zoals angst- en burn-outklachten – neemt bij diverse risicogroepen in de algemene bevolking en de beroepsbevolking al sinds langere tijd toe. De coronacrisis lijkt vooral bij meisjes en jonge vrouwen al langer bestaande stijgende trends te hebben versterkt. Ook het gebruik van huisartsenzorg vanwege depressie(klachten) neemt al gedurende een langere periode toe onder meisjes en jonge vrouwen. Wel wijzen sommige uitkomsten in 2022 op een stabilisatie of verbetering ten opzichte van 2021. Dat blijkt uit de vierde peiling van de Landelijke Monitor Depressie.

Van 2021 naar 2022: een gemengd beeld
Tussen 2021 en 2022 zijn verschillende veranderingen te zien afhankelijk van type klacht. Zo stabiliseert of daalt de prevalentie van depressie- en/of angstklachten onder de gehele volwassen bevolking en onder jonge vrouwen. Terwijl de prevalentie van burn-outklachten onder volwassen werknemers en onder jonge vrouwelijke werknemers in 2022 juist verder doorstijgt. Met toekomstige vervolgmetingen zal duidelijk worden of de verschillen tussen type klachten wel of niet standhouden na 2022.

Aanpak depressiepreventie
De aanpak op depressiepreventie is in 2017 gestart en ambieert een substantiële afname van het aantal mensen met een depressie. Om dit te realiseren wordt gewerkt aan het ontwikkelen en landelijk uitrollen van sluitende ketenaanpakken voor zes risicogroepen met een verhoogde kans op een depressie:

  • Jongeren, onder wie KOPP/KOV
  • Jonge vrouwen, onder wie aanstaande en pas bevallen vrouwen
  • Werknemers in stressvolle beroepen
  • Huisartspatiënten met signalen van (beginnende) depressie
  • Mantelzorgers
  • Mensen met een chronische ziekte

Een sluitende ketenaanpak omvat bewustwording, vroegsignalering, toeleiden naar (preventieve) interventies, innovatie/doorbraakprojecten, ondersteuning van zelfmanagement en onderzoek/monitoring.

  • Landelijke Monitor Depressie
    Om na te gaan in  hoeverre het lukt om het aantal mensen met een depressie aanzienlijk te verminderen, kijkt de Landelijke Monitor Depressie voor deze risicogroepen naar trends in:
  • Populatieprevalentie: Hoe vaak een depressie en hoe vaak depressie- en aanverwante klachten  vóórkomen in de algemene bevolking.
  • Zorgprevalentie: Hoe vaak mensen met een depressie of depressieklachten hulp zoeken in de huisartsenzorg of ggz.

Intensiteit van zorggebruik: De soort en mate van zorg die deze mensen ontvangen in de huisartsenpraktijk of ggz.

Hiervoor wordt gebruik gemaakt van gegevens uit bestaande, landelijk representatieve databronnen. Door deze drie trends te volgen, kan worden bepaald of er over de tijd verbeteringen optreden die aansluiten bij de ambitie om het aantal mensen met een depressie of depressieve klachten te verminderen. De vierde peiling van de Landelijke Monitor Depressie gaat over trends tot en met 2022.

Vervolg
In 2024 zal de vijfde peiling worden uitgevoerd, waarin gegevens tot en met 2023 worden meegenomen. Deze meting betreft een uitgebreidere meting waarin meer gegevens zullen worden meegenomen, vergelijkbaar met de derde peiling.

Infographic Landelijke monitor Depressie – vierde peiling

Bron: trimbos.nl 

Dit bericht is 868 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail