Zes misverstanden over hoogbegaafden

Facebooktwitterlinkedinmail

5 januari 2017 – De intelligente jongen die een klas heeft overgeslagen, het meisje dat summa cum laude afstudeert of die ene collega die het altijd beter weet. Iedereen heeft een bepaald beeld bij hoogbegaafden. Maar kloppen deze clichés wel? 

In een rapport “Slim en toch zonder werk” van het Instituut Hoogbegaafdheid Volwassenen (IHBV) over de redenen achter werkloosheid onder hoogbegaafden in Nederland, wordt gesteld dat naar schatting een derde van de hoogbegaafde volwassenen momenteel werkloos thuiszit. En dat is best raar als je superslim bent, toch?

Metro vroeg KernTalenten-analist Pauline Cornet, voorzitter van Stichting IHBV Rianne van de Ven en het Landelijk Informatie Centrum Hoogbegaafdheid (LICH), naar de grootste misverstanden over hoogbegaafdheid:

  1. Hoogbegaafd staat gelijk aan hoogopgeleid

Het onderzoek van IHBV toont aan dat hoogbegaafden regelmatig hun opleiding niet afmaken. De verwachting dat mensen met een hoog IQ makkelijk leren, klopt dan ook niet, stelt Van de Ven. „Leren is een andere vaardigheid.” Ook motivatie speelt hier een belangrijke rol in. „Als het op school te langzaam gaat en niet diepgaand genoeg is, is het moeilijk om jezelf te motiveren. Mensen die dat niet kunnen haken af”, aldus Van de Ven.

2. Hoogbegaafden zijn sociaal onhandig

„Zoals het de meeste vooroordelen, zijn ze niet 100 procent onjuist”, begint Van de Ven. „Maar sociale onhandigheid is geen eigenschap van hoogbegaafdheid.” Daarentegen zou hoogbegaafdheid wel een rol kunnen spelen in de ontwikkeling hiervan. „Als je van jongs af aan minder aansluiting hebt met leeftijdgenoten, dan vindt er ook minder sociale ontwikkeling plaats.” Ook LICH stelt dat dit met ontwikkeling te maken heeft: „Het blijkt dat wanneer hoogbegaafden tussen ontwikkelingsgelijken worden gezet, zij zeer sociaal zijn en eenvoudig emoties van anderen aanvoelen.”

3. Over hoogbegaafdheid groei je heen

Hoogbegaafdheid wordt vaak besproken in de context van het kind, maar ook als volwassene blijf je hoogbegaafd. „Je wordt niet opeens ‘normaal’ als je gaat werken”, vertelt Cornet. „Je blijft nog steeds op een andere manier informatie verwerken dan iemand die niet hoogbegaafd is. De verschillen blijven dus bestaan.”

4. Hoogbegaafden zijn arrogant

„Sommige mensen denken dat hoogbegaafden te koop lopen met hun gave. Het tegengestelde is waar”, aldus LICH.  „De de meerderheid van de hoogbegaafden voelt zich onzeker over hun hoogbegaafdheid en praat er liever niet over.” Cornet stelt dat hoogbegaafde mensen, zoals zijzelf, zich niet beter voelen dan een ander, maar benadrukt dat ze wel anders zijn. „Ik ben geboren met een hoger IQ en daarom ben ik anders. Mensen begrijpen dat niet altijd.”

5. Hoogbegaafden zijn slecht in sport

De typering van hoogbegaafden als ‘onhandige horken’ is incorrect, meent Van de Ven. „Uit neuropsychologisch onderzoek blijkt dat de intelligentie van een hoogbegaafde sporter zeer nuttig kan zijn in het spel.” Het komt met name van pas bij spelinzicht: „Door de snelle verwerking van informatie, kunnen hoogbegaafden snel schakelen bij een veranderende spelsituatie.”

6. Hoogbegaafden lijken op elkaar

„Het zijn net mensen, dus iedereen is uniek”, vertelt Cornet. „Je hebt hoogbegaafde mensen die prima een klas over kunnen slaan, maar ook die dat niet kunnen, of hier geen behoefte aan hebben. Je kunt er niet één lijn in trekken.” Cornet hoopt dan ook dat werkgevers meer aandacht besteden aan hoe ze unieke mensen tot hun recht kunnen laten komen. „Kijk naar wat iemand wél kan in plaats van wat iemand niet kan. Mensen hebben zoveel te bieden.”

Bron: metro.nl

Dit bericht is 11890 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail