Nieuwe module suïcidaal gedrag benadrukt maken van contact

Facebooktwitterlinkedinmail

6 maart 2018 – Onlangs is de nieuwe generieke module suïcidaal gedrag geautoriseerd en online gezet. Interviews onder patiënten hebben geresulteerd in heel concrete ‘tips’ voor professionals en naasten om het gesprek over suïcide aan te gaan.

Voorbeelden zijn: “Niet gelijk in oplossingen willen denken. Rustig blijven, goed luisteren, betrouwbaar en sterk zijn. Dat is in eerste instantie veel belangrijker dan risicopreventie of een plan van aanpak,” aldus Dwayne Meijnckens op de site van Kwaliteitsontwikkeling GGZ. Deze tip geldt juist voor professionals. Zij moeten niet direct in de oplossingsmodus gaan. Juist dan kun je de drijfveren beter uitvragen en opent zich de weg naar hoop.”

Concrete aanbevelingen

Meijnckens werkte in zijn rol bij de Stichting Zelfbeschadiging als cliëntvertegenwoordiger mee aan de nieuwe Generieke module Diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag. Met concrete aanbevelingen en tips helpt de module om de taboes in het werkveld te doorbreken.

“Ongrijpbaar en moeilijk bespreekbaar,” zo karakteriseert Dwayne Meijnckens suïcidaal gedrag en de behandeling ervan. “Als patiënt kun je moeilijk over je suïcidale gevoelens praten, als naaste vrees je om iemand te verliezen en als professional is het eveneens lastig om het onderwerp zo direct ter sprake te brengen.”

Herkenning

Meijnckens herkent deze gevoelens en gedachten vanuit zijn rol bij de Stichting Zelfbeschadiging. Hij werkte daarom als cliëntvertegenwoordiger mee aan de nieuwe Generieke module Diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag. Met concrete aanbevelingen en tips helpt de module om de taboes in het werkveld te doorbreken.

“De eerste winst is dat patiënten- en naastenvertegenwoordigers van het begin betrokken waren bij de ontwikkeling van de generieke module,” zegt Meijnckens. In de multidisciplinaire richtlijn uit 2012, was het contact maken met de patiënt volgens hem onderbelicht. “De richtlijn was vooral gemaakt door en vanuit het perspectief van de professionals,”  herinnert Meijnckens. “Daarbij was het onderdeel contact maken echt een hiaat.”

Drijfveren achter suïcidaal gedrag

Het is juist belangrijk dat professionals stilstaan bij de drijfveren achter het suïcidale gedrag, in plaats zich te richten op risicotaxatie en –beheersing, benoemt Meijnckens. “De vraag is: waarom wil je dít niet meer,” benadrukt hij. “Het is niet het leven an sich dat een patiënt niet meer wil, maar de huidige situatie. Dat is een groot verschil. En dat gegeven, biedt mogelijkheden om een wanhopige patiënt te helpen.”

Oplossingen later, eerst luisteren

Interviews onder patiënten hebben geresulteerd in heel concrete ‘tips’ voor professionals en naasten om het gesprek over suïcide aan te gaan. Bijvoorbeeld: “Niet gelijk in oplossingen willen denken. Rustig blijven, goed luisteren, betrouwbaar en sterk zijn. Dat is in eerste instantie veel belangrijker dan risicopreventie of een plan van aanpak,” vertelt Meijnckens. En: “Deze tip geldt juist voor professionals. Zij moeten niet direct in de oplossingsmodus gaan. Juist dan kun je de drijfveren beter uitvragen en opent zich de weg naar hoop.”

Directe vragen

Meijnckens: “Natuurlijk wil je voorkomen dat iemand zichzelf iets aandoet, maar de focus op risicobeheersing kan voor de patiënt extra beklemmend werken en maakt het contact moeilijker.” In de module wordt dit als volgt uitgelegd: patiënten hebben dan het idee dat een professional alleen maar aan het taxeren is, en dat er óver hen wordt gesproken en niet mét hen. Wat wel kan? “Je mag best direct vragen hoever iemand is in zijn suïcidale plannen. Dit soort directe vragen werden door patiënten positief beoordeeld.” Concrete aanbevelingen zoals deze noemt Meijnckens een belangrijke winst van de module.

Aandacht voor naasten

Een ander belangrijk winstpunt is de aandacht voor de naasten, vindt Meijnckens. Goed contact met de naasten is vaak een beschermende factor voor suïcide. “Zij kunnen medebegeleider zijn en helpen de professional om vinger aan de pols te houden. Naasten moeten bovendien voorbereid zijn op wat ze kunnen doen als de patiënt in een crisis komt. Daarom staat er beschreven wat je hen als professional kunt aanreiken.” Maar er moet ook aandacht zijn voor de behoeften van naasten. “Het is van belang dat zij ook overeind blijven. Zij voelen zich vaak machteloos, schuldig of wanhopig na een suïcidepoging. Of zij raken vermoeid door de constante zorgen. De module beveelt daarom aan om altijd te vragen naar hoe een naaste zich voelt,” zegt Meijnckens.

Samenwerken

Meijnckens is tevreden met de nieuwe generieke module en heeft vertrouwen in de implementatiefase. “Dit document is door het hele beroepsveld ontwikkeld, met alle betrokken partijen. Dat zorgt dat de implementatie heel veel beter en makkelijker kan verlopen.” Daarbij heeft hij nog wel een aanbeveling voor de praktijk: “Het is zaak om te zorgen dat de patiënten- en naastenorganisaties ook betrokken blijven bij het in de praktijk brengen van de module. Ga dit als professionals niet alleen doen, maar vraag die organisaties om van het begin mee te doen. Dan pakken we samen de handschoen op.”

De nieuwe generieke module ‘Diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag’ is hier te bekijken.

Bron: Kwaliteitsontwikkeling GGZ en GGZ Totaal

Dit bericht is 5280 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail