Narrative Game Cyberkind om kinderen te leren cyberpesten te herkennen

Facebooktwitterlinkedinmail

19 oktober 2024 –  Door een kind zelf deel te laten nemen in Cyberkind, een online verhaal over cyberpesten waarin het een belangrijke rol speelt tegen het decor van een school, hoopt onderzoekster Renske van Enschot en haar team dat scholieren zich ‘bekwamer voelen om anti-pestgedrag te ontwikkelen’. Dat cyberpesten een probleem is blijkt wel uit de reactie van vele scholen die mee wilden doen met het project dat nu wordt uitgetest.

Wat is de achtergrond van het project?
‘Cyberpesten komt veel voor, ook in de vorm van sexting. Kinderen en bystanders zien het om zich heel gebeuren, maar weten niet wat ze moeten doen.  Wij dachten na over hoe je online getuigen van cyberpesten kunt stimuleren en ontwikkelden zo de interactieve tool: hoe kun je de kennis over online pesten en online helpend gedrag in een narratieve interventie omzetten.’

Interactieve verhalen maken is haar specialisme. Ze werkte samen met Sarah Pabian, die al eerder onderzoek deed naar hate speech en online pesten, Jan de Wit specialist in serious gaming, Thorsten Erlen, die onderzoekt hoe je meer empathie kunt kweken en onderwijsspecialist Marije van Amelsvoort. Onderzoeksassistenten Bianca Sips en Eefje van Moorsel hielpen met het verspreiden van vragenlijsten onder scholieren op scholen zodat met deze data de tool te kon worden gebouwd. Er deden uiteindelijk 1500 leerlingen op 8 scholen mee.

De kinderen kunnen met de tool op een veilige manier gedrag uitproberen, onder hun eigen naam en met eigen keuzes

Wat leren ze in deze narrative game?
‘Samen met figuurtjes Max, Jasmine en Jonathan beleeft het kind avonturen in een school. Wat het leert is allereerst pestgedrag te herkennen, wat je zelf kunt doen en wat het betekent als je niets doet. Een slachtoffer denkt in dat geval vaak dat bystanders aan de kant van de pester staan. En er heerst aan de andere kant angst om zelf slachtoffer te worden; de tool is een veilige manier om in te grijpen.

Wanneer een post een grapje is en wanneer pesten, is voor veel jongeren een grijs gebied. Zodra een slachtoffer beschadigt raakt heb je het over pesten. Als je dat waarneemt, kun je als bystander gaan handelen. In onze interventie hebben we verschillende stappen ingebouwd: de pesters tegenspreken, het slachtoffer steunen, pestgedrag rapporteren bij de beherende organisatie (vaak is dat bij deze groep Snapchat) en extra hulp inroepen van een mentor buddy op de middelbare school; vaak is niet het bekend, dat dat mogelijk is.

De kinderen kunnen met de tool op een veilige manier gedrag uitproberen, onder hun eigen naam en met eigen keuzes. Je wordt gedwongen in de schoenen te gaan van getuige en zo je gedrag te bepalen.’

Wanneer ben je tevreden met de tool?
‘We zijn in de experimentele fase, de dataverzameling loopt door en we meten hoe effectief het gebruik van de tool is geweest over enkele maanden. We hopen dat leerlingen zich bekwamer voelen om anti-pestgedrag te ontwikkelen, dat ze het belang ervan inzien. Dat ze de overtuigingskracht vinden om aan de orde te stellen dat het verkeerd is om mensen buiten te sluiten, dat je dat meldt en dat je ingrijpt. Dat ze weten wat ze moeten doen, ook bijvoorbeeld over sexting. Wat in ieder geval duidelijk is, is dat cyberpesten heel schadelijk is voor slachtoffers. Alles wat je kan doen om dat te stoppen, moet je doen.’

Bron: tilburguniversity.edu

Dit bericht is 463 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail