2 augustus 2022 – De langetermijneffecten van de coronapandemie op de ontwikkeling van jongeren; een onderbelicht onderwerp vindt Maartje Hilhorst, klinisch psycholoog/psychotherapeut en docent bij de RINO Groep. In haar dagelijkse praktijk werkt zij met kinderen en jongeren en ziet ze de impact van corona duidelijk terug: ‘Door van buitenaf opgelegde coronamaatregelen (externe locus of control) konden jongeren hun interne locus of control minder ontwikkelen; het gevoel van autonomie en eigen keuzes kunnen maken. Dat vertaalt zich in gevoelens van machteloosheid en apathie, overbelast aanpassingsvermogen, meer sociaal-angstige jongeren en een verhoogd aantal thuiszitters.’
Maartje schetst verschillende trends als het gaat om de gevolgen van de coronapandemie op de jeugd. ‘Allereerst is er de groep die we drie jaar geleden als psychisch gezond konden betitelen. De coronapandemie zorgde voor een claustrofobische periode: thuiszitten, niet naar school of opleiding, niet sporten en niet uitgaan. Door de coronamaatregelen konden jongeren hun interne locus of control minder ontwikkelen; het gevoel van autonomie en eigen keuzes kunnen maken. Tijdens de puberteit en adolescentie is deze ontwikkelingstaak juist erg belangrijk: geleidelijk experimenteren met zoenen, flirten, ontdekken of je op jongens of op meisjes valt, je vervolgopleiding, je eerste biertje. Loskomen van je ouders en je eigen identiteit ontdekken; dat werd door corona onderbroken.’
‘Via de smartphone was er veel contact met klasgenoten en vrienden, maar dat geeft een verstoord beeld. Ook een leerachterstand geeft geen boost aan je zelfvertrouwen.’ Deze groep voorheen gezonde jongeren zien Maartje en haar collega-behandelaren van Het Lindehuis in Laren nu in de praktijk. ‘Bijvoorbeeld omdat ze overmatig online actief zijn, weinig zelfvertrouwen hebben of te veel risico’s nemen met drank en met seksualiteit nu alles weer kan.’
Werk in uitvoering
Het brein van pubers en adolescenten verschilt van een volwassen brein als het gaat om executief functioneren. Het is nog ‘werk in uitvoering’. Maartje: ‘Jongeren kunnen zaken niet volledig overzien. Voor hen voelde die coronaperiode als uitzichtloos. Sociaal gezien stonden ze twee jaar stil en dat geeft aanpassingsproblemen zoals somberheid, angst, boosheid of apathie.’
‘Psycho-educatie helpt jongeren om te begrijpen dat de depressie of eetstoornis is ontstaan of versterkt doordat ze geïsoleerd op hun kamer zaten, in plaats van bij hun vrienden op de bank.’ Maartje Hilhorst
Stel je voor, zegt ze, wat het betekent om je brugklasjaar vooral online te doen. ‘Je kunt je niet spiegelen aan leeftijdsgenoten. Hoe maak je vrienden? Hoe is de sociale hiërarchie in de klas? Ook de maatschappelijke correctie – door de coach van de voetbalclub of binnen een jeugdhonk, kerk of moskee – viel weg. Nu er weer ruimte is zie je in de midden- en bovenbouw de akkefietjes die zich gewoonlijk in de brugklas afspelen. Leerlingen zijn sneller afgeleid en willen zich bewijzen.’
Door de coronapandemie hebben jongeren verlieservaringen gehad: ziekte en financiële problemen in de gezinnen, geen normaal eindexamen, diploma-uitreiking en feestjes. Ze konden niet oefenen met drank en met seks, er waren ruzies en conflicten thuis.
Angsten vermijden
Naast de voorheen psychisch gezonde jeugd zijn er de jongeren die vóór de coronapandemie al kwetsbaar waren, bijvoorbeeld door angst en depressie, persoonlijkheidsproblematiek of autisme. ‘Bij hen namen de problemen toe. Wij als online hulpverleners konden de gebruikelijke therapeutische interventies niet inzetten. Zo helpt het bij een depressie om plezierige activiteiten buitenshuis te ondernemen, dat was moeilijk of zelfs onmogelijk in de lockdowns.’
Uitzondering hierop is een kleine groep jongeren met autisme, sociale fobie of vermijdende persoonlijkheidstrekken die aanvankelijk redelijk goed functioneerde, vervolgt Maartje. ‘Dat is de groep jongeren met psychische klachten die op korte termijn minder stress ervoeren omdat ze hun sociale angsten konden vermijden. Ze hoefden de kantine niet in te lopen en geen spreekbeurt te houden. Maar, op langere termijn hebben zij júíst extra moeite om weer de stap naar school of studie te zetten en zit een gedeelte van deze jongeren nog steeds thuis. Want hoe langer je in de vermijding zit, hoe moeilijker het is om daar uit te komen.’
Ontschuldigen
Tijdens of na de lockdowns kunnen jongeren zich schuldig voelen, omdat het hen niet lukt om vrienden te maken of succesvol te zijn in hun studie of sport. Wat doet Maartje in de behandeling om hen te helpen? ‘De omstandigheden van de coronapandemie dóen ertoe. Daarom maken we in de gesprekken samen een narratief vanuit die context. We maken een tijdslijn: hoe oud ben je nu, wanneer kwam corona, hoe ging het twee, drie jaar geleden met jou? Aan de ouders vraag ik hoe het was om tijdens corona thuis te werken en voortdurend met hun kinderen te zijn. Zo schets ik voor de jongere en de ouders een perspectief dat hen ontschuldigt. Feitelijk geef ik psycho-educatie over de effecten van de coronamaatregelen op de klachten en de veerkracht van de jongere. Het helpt hen om te begrijpen dat de depressie of eetstoornis is ontstaan of versterkt doordat ze geïsoleerd op hun kamer zaten, in plaats van bij hun vrienden op de bank.’
Gezinnen hebben het tijdens corona echt zwaar gehad, vindt Maartje. ‘Psychisch kwetsbare jongeren, gestreste ouders, autisme, agressie of verslaving in hetzelfde huis, dat is heel pittig. De afgelopen jaren hebben we meer crisisinterventies gedaan, er waren sneller en meer escalaties dan voorheen. Dat zijn belastende en soms traumatiserende ervaringen.’Faseovergang
Maartje ziet een groep jongeren die om speciale aandacht vraagt. ‘Dat zijn degenen die tijdens corona een overstap doormaakten naar een volgende fase, naar de brugklas of naar MBO, HBO of universiteit. De structuur die ze in zo’n overgangsfase nodig hebben viel weg en zij hebben veel eenzaamheid gekend. Dat leidt nu tot aanmeldingen bij de ggz van jongeren met internaliserende klachten, die extra depressief zijn en moeite hebben om aansluiting te vinden bij studiegenoten. Ze willen meedoen maar weten niet hoe, hun fear of missing out [FOMO] is versterkt. In maatschappelijk opzicht zijn zij verhoogd blijven vermijden, zo is het voor een groep jongeren een gewoonte gebleven om colleges online te volgen. Deze jongeren moeten we recht doen en sociaal emotionele ondersteuning bieden: hun aanpassingsvermogen is opgebruikt door in en uit de lockdowns te gaan. Nu alles weer mag raken ze sneller overprikkeld.’
Toch heeft Maartje er vertrouwen in dat er verbetering mogelijk is. ‘Het herstellend vermogen van onze jongeren is nu aan het opladen. Ze hebben vertraging in hun psychosociale ontwikkeling opgelopen, maar driekwart houdt hier geen gevolgen aan over. De rest houdt last van een flinke nasleep.’ Ze pleit ervoor om jongeren een extra jaar op de HAVO of MBO te geven. ‘Dat geeft hen de tijd om een eventuele leerachterstand in te halen en om zich op sociaal emotioneel gebied te ontwikkelen.’
Veerkrachtig en creatief
De coronapandemie heeft ook iets positiefs gebracht, betoogt Maartje. ‘Gezinnen hadden meer tijd voor elkaar. Kinderen en de jongeren die nog niet zo los wilden komen van hun ouders hebben van die tijd samen genoten. En al hebben pubers en adolescenten meer ruimte nodig, ze zijn óók veerkrachtig en creatief. Ouders dachten mee over wat wél kon.’
Haar stellig advies is om bij eventuele nieuwe maatregelen vooral meer te differentiëren naar leeftijdsgroepen en aandacht te hebben voor het mentale welbevinden van jongeren. ‘Want tijdens de pandemie is er vaker gebeld met de Kindertelefoon, was er meer huiselijk geweld, zijn er meer antidepressiva aan jongeren voorgeschreven en zijn er meer jongeren met suïcidale gedachten geweest. Zet de mentale gezondheid van jongeren op de kaart, dat verdienen ze echt.’
Bron: rinogroep.nl
Dit bericht is 2674 keer gelezen.