15 juni 2021 – “Werk als medicijn,” was begin juni de reden van het kabinet om meer geld te besteden aan re-integratie trajecten voor mensen met psychische klachten. Maar om aan werk te komen, is nog niet zo eenvoudig. Instanties zoals het UWV en gemeenten spelen daarin een belangrijke rol.
MIND onderzocht het afgelopen jaar de mate waarin mensen met psychische klachten de dienstverlening van UWV en gemeenteloketten waarderen. De belangrijkste conclusie is dat de bejegening beter kan en medewerkers meer samen met de cliënten op zoek kunnen gaan naar de mogelijkheden die er wél zijn. Meer kennis en (bij)scholing over psychiatrische problematiek en dienstverlening op maat kunnen ervoor zorgen dat mensen die willen werken, daadwerkelijk aan het werk komen.
Voor mensen die werk zoeken, zijn de kwaliteit en beleving van individuele contacten met de medewerkers van het UWV en/of de gemeente van cruciale betekenis. Uit het onderzoek ‘Werken aan werk’ uitgevoerd onder de leden van het ggz-panel van MIND blijkt dat de dienstverlening van UWV en gemeenten op een aantal punten beter kan. Respondenten geven aan dat meer persoonlijk contact heel belangrijk is. Ook willen ze goed begrijpen wat het UWV kan bieden en hoe ze daar gebruik van kunnen maken. Informatie over het beoordelingsproces en het vervolg is belangrijk om te weten wat je rechten en plichten zijn. Bij re-integratie is samen beslissen en een goede afstemming met de mensen zelf heel belangrijk.
Verbetering in bejegening noodzakelijk
Het belangrijkste beeld is dat de respondenten de omgang met / bejegening door medewerkers van gemeenteloketten (Sociale Dienst e.d.) hoger waarderen dan door medewerkers van het UWV: 70% van de gemeenteambtenaren krijgt hiervoor een voldoende tot zeer goed en 57% van de UWV-medewerkers. Een aanzienlijk deel, 17% – 27% van de respondenten, geeft de bejegening door het UWV een zeer lage waardering (0 of 1). De algemene waardering over het UWV is bij 43% matig tot slecht.
Onvoldoende sprake van ‘samen beslissen’
Een van de belangrijkste thema’s voor MIND en de cliëntenverenigingen in de ggz is dat behandelaar en cliënt samen beslissen over de stappen die gezet worden in het behandel- of begeleidingstraject. Samen beslissen heeft een positieve invloed op het herstel en eigen regie. Uit dit onderzoek blijkt dat op dit aspect nog veel winst te behalen valt. Vaak blijken geen keuzemogelijkheden aan de respondenten te zijn voorgelegd. De helft van het aantal respondenten is van mening dat zij geen neutrale of gelijkwaardige positie hebben bij de besluitvorming over het te volgen re-integratietraject. Over de gemeentelijke loketten oordelen de respondenten iets gunstiger en geeft 60% aan dat er sprake is van ‘samen beslissen’.
Oproep aan UWV en gemeente om ruimte in de regels op te zoeken
Respondenten geven aan vooral behoefte te hebben aan persoonlijk contact, dat er goed geluisterd wordt en dat bij de medewerkers van het UWV en de gemeente meer kennis is over de vaak complexe psychiatrische problemen waar ze mee te maken hebben (co morbiditeit). Meer ‘zorg op maat’ is nodig, waarbij medewerkers bij individuele gevallen ook de ruimte opzoeken in de wet- en regelgeving. De onderzoekers bevelen het UWV en de gemeenten aan om voor zo veel mogelijk persoonlijk, face-to-face contact aan te gaan met cliënten met een (ernstige) psychische aandoening en de kennis te verhogen bij medewerkers over de invloed van (complexe) psychiatrische problematiek op de draag-en veerkracht van mensen om (vrijwillig) aan het werk te gaan. In veel wet- en regelgeving wordt uitgegaan van de zelfredzaamheid van mensen. Voor veel mensen met psychische klachten is ondersteuning en maatwerk om tot zelfredzaamheid te komen broodnodig – zeker wanneer tegelijkertijd andere zaken kunnen spelen, zoals schulden, relatieproblemen of dakloosheid. Zelfregie- en herstelinitiatieven door en voor mensen met een psychische kwetsbaarheid, kunnen de gemeenten en UWV helpen om psychisch kwetsbare mensen goed te ondersteunen en weer te laten deelnemen aan de samenleving.
Ggz-panel MIND: werkeloosheid hoog
Om gefundeerd input te geven aan beleidsmakers en het werkveld, voert MIND regelmatig onderzoek onder haar ggz-panel. MIND heeft in 2020 een vragenlijst over de omgang met en bejegening door het UWV en de gemeente uitgezet in haar cliëntenpanel. In een periode van 4 weken werden 339 vragenlijsten ingevuld. Een zeer hoog percentage respondenten zat ten tijde van het onderzoek zonder (vrijwilligers)werk (45%) thuis. Terwijl de werkloosheid in 2020 onder de beroepsbevolking in Nederland gemiddeld 4.6% was. Dit betekent dat in de onderzoeksgroep het percentage mensen zonder werk (inclusief vrijwilligerswerk) 10 keer zo hoog lag als het landelijk gemiddelde van de beroepsbevolking.
Bron: persbericht
Dit bericht is 2231 keer gelezen.