Inspectie: regionale expertteams jeugd gebruiken doorzettingsmacht nog niet

Facebooktwitterlinkedinmail

28 januari 2019 – Voor kinderen, jongeren en ouders die vanwege een complexe zorgvraag vastlopen in de jeugdhulp kan sinds 2018 een beroep worden gedaan op regionale expertteams. Deze teams moeten ervoor zorgen dat snel passende hulp geboden wordt, ongeacht de complexiteit van de zorgvraag en wachtlijsten.

Het plan voor deze expertteams sluit aan bij het jarenlange pleidooi van MIND voor een zogenaamde ‘doorzettingsmacht’, waarmee snel in actie gekomen kan worden als kinderen en jongeren geen passende zorg krijgen. Uit onderzoek van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) blijkt echter dat de manier waarop de teams nu zijn ingericht nog niet tot passende hulp voor elk kind met complexe problematiek leidt.

Nog stappen te zetten
De Inspectie (IGJ) heeft recent 5 van de 42 regionale expertteams bezocht, gesproken met stakeholders en signalen ontvangen van professionals en burgers. De conclusie is dat de manier waarop de teams nu zijn ingericht nog niet tot passende hulp voor elk kind met complexe problematiek leidt. Zo worden kinderen en ouders nog weinig actief en vanzelfsprekend betrokken en is het regionaal expertteam meestal niet verantwoordelijk voor het vervolg van het advies dat zij afgeven.

Creëren van een passend aanbod
De intentie, passend bij de uitgangspunten van de transformatie, is dat de expertteams waar nodig een geschikt aanbod creëren. Hier heeft de inspectie een aantal goede voorbeelden van gezien. In de praktijk wordt echter (nog) voor een groot deel gedacht en gewerkt vanuit het hulpaanbod dat er al is. Dit leidt er toe dat het gegeven advies onvoldoende aansluit bij de hulpvraag.

Wachtlijst, advies en opvolging
Het resultaat van de bespreking van een casus in een regionaal expertteam is meestal een advies. Het regionale expertteam is niet verantwoordelijk voor het vervolg. De hulpverlener die de casuïstiek heeft ingebracht gaat verder met dit advies.

De regionale expertteams hebben vaak geen actieve rol in de opvolging en monitoring van het advies. De regionale expertteams weten niet wat de wachttijden zijn bij een aanbieder in de regio. Ook hebben ze geen invloed op de wachtlijsten. Dit leidt ertoe dat het advies in de praktijk niet uitvoerbaar blijkt te zijn.

Sinds begin juli 2018 staan de contactgegevens van de coördinatoren van elk regionaal expertteam op de website van de VNG. De verwachting is dat dit de bereikbaarheid van de teams verbetert. Regionale expertteams gebruiken soms andere namen en zijn daardoor niet gemakkelijk te herkennen als regionaal expertteam. Er zijn daarnaast geen afspraken dat complexe casuïstiek zonder geschikte hulp altijd wordt ingebracht bij de regionale expertteams. De expertteams hebben hierdoor geen zicht op het aantal kinderen in de regio met complexe problematiek zonder geschikte hulp.

Snel passende zorg – hoe dan wel?
MIND blijft zich inzetten om te zorgen dat ook kinderen en jongeren met complexe casuïstiek snel de hulp krijgen die ze nodig hebben. Hiervoor is het essentieel dat kinderen, jongeren en ouders zelf direct een beroep kunnen doen op doorzettingsmacht wanneer dit nodig is. Alleen door hen te betrekken kan echt passende hulp worden ingericht. Daarnaast vormen de huidige wachttijden een obstakel bij het snel inzetten van de juiste hulp. Daarom blijft MIND pleiten voor inzicht in de wachttijden, zodat duidelijk wordt waar de problemen zitten en naar oplossingen kan worden gezocht. Ook hierover zijn al moties ingediend in de zomer 2017, maar deze zijn nog niet uitgevoerd.

Achtergrond
In de zomer van 2016 maakten de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) en het ministerie van VWS afspraken over de implementatie van de doorzettingsmacht, op verzoek van cliënten- en ouderorganisaties. Gemeenten ontvingen hiervoor een handreiking. In de praktijk bleek echter dat veel gemeenten het niet geregeld kregen. Dit leidde tot een motie in de Tweede Kamer van Nine Kooiman (SP) en René Peters (CDA), die in juni 2017 werd aangenomen: er kwam een onderzoek naar het aantal gemeenten dat de doorzettingsmacht daadwerkelijk had geïmplementeerd. In april 2018 lieten de eerste resultaten van het onderzoek een grote variëteit zien in de wijze waarop deze implementatie gebeurde. Landelijk wordt gepoogd om de doorzettingsmacht in te bedden in deze (boven)regionale expertteams. Uit het onderzoek van de Inspectie (IGJ) blijkt nu dat deze regionale expertteams hun doorzettingsmacht nauwelijks toepassen.

Download hier de factsheet van IGJ
(In deze factsheet omschrijft de inspectie de onderdelen van succes die zijn gezien en vraagt aandacht voor de ontwikkelpunten om zo een bijdrage te leveren aan de doorontwikkeling van deze teams.)

Bron: mindplatform.nl

Dit bericht is 2769 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail