20 januari 2020 – Patiënten die een ernstig ongeval (trauma) hebben gehad, moeten evenals hun naasten beter geïnformeerd worden over de mogelijke gevolgen van hun letsel en over hoe hun herstel gaat verlopen. Dat is de belangrijkste conclusie van het onderzoek van Nena Kruithof. Vrijdag 17 januari promoveerde ze aan Tilburg University op dit onderwerp.
Jaarlijks worden 80.000 traumapatiënten met zwaar letsel in een ziekenhuis opgenomen, waarvan tegenwoordig nog maar twee procent overlijdt. Doordat de focus – met succes – ligt op het overleven van een ongeluk, krijgt de nazorg te weinig aandacht. Dat moet beter, concludeert Kruithof. Want een deel van de patiënten krijgt door het trauma te maken met fysieke en/of psychologische problemen, die blijvend van aard kunnen zijn.
De onderzoeker adviseert om patiënten bij ontslag uit het ziekenhuis beter te informeren over de mate van het herstel, de verwachte hersteltijd en de psychologische problemen die zich voor kunnen doen. Om de gevolgen na een trauma verder te beperken, moeten zorgverleners meer aandacht besteden aan de erkenning en behandeling van de psychologische problemen.
Unieke studie
Kruithof baseerde haar onderzoek op cijfers afkomstig uit de Brabant Injury Surveillance Outcome (BIOS), een omvangrijke studie die de prevalentie, herstelpatronen en risicofactoren van niet-fatale uitkomsten na een ongeval in beeld brengt. In dit unieke onderzoek zijn maar liefst 5.000 patiënten in de twee jaar na hun opname in een van de Brabantse ziekenhuizen op diverse momenten gevraagd naar hoe ze zich voelden. De BIOS-studie is onderdeel van Trauma TopZorg. Kruithof was een van de promovendi en nu de eerste die promoveert op een deelstudie van de BIOS. Projectleiders zijn klinisch epidemioloog Mariska de Jongh en traumachirurg Koen Lansink.
Kwaliteit van leven
Uit de studie van Kruithof blijkt dat patiënten twee jaar na het ongeval zich minder gezond voelen dan vóór het ongeval. Een deel van hen ervaart klachten als een angststoornis, depressie of posttraumatische stress. “Deze effecten hebben invloed op de kwaliteit van leven”, aldus de promovenda. Om dat te bestuderen, nam ze vier groepsgesprekken af waarbij twintig traumapatiënten hun persoonlijke ervaringen bespraken. In de eerste maanden na het trauma overheersten bij traumapatiënten fysieke beperkingen, pijn en angst. Later ondervonden patiënten problemen met de acceptatie van de blijvende gevolgen van het trauma. Dit kwam voornamelijk door hun gebrek aan controle en het wegvallen van een sociaal netwerk.
Betere nazorg
Uit de gesprekken blijkt dat patiënten vaak andere verwachtingen hebben bij hun herstel. Kruithof: “Daarom ben ik van mening dat zorgverleners zich niet zozeer moeten richten op de lichamelijke gevolgen door het ongeval, maar juist de psychologische effecten. Dat is niet alleen de verantwoordelijkheid van de psycholoog. Zorgcoördinatie, bijvoorbeeld door het aanstellen van een casemanager, en de uitbreiding van de standaard nazorg zijn mogelijk effectieve middelen om patiënten na een trauma beter te begeleiden.”
Ouderen
Tot slot blijkt uit onderzoek dat het overgrote deel van de Nederlandse traumapatiënten 65 jaar of ouder is. Wanneer ouderen het trauma overleven, heeft dit vaak grote gevolgen voor hun gezondheidstoestand. Om de niet-fatale uitkomsten na een trauma bij ouderen te verbeteren, is een nauwe samenwerking tussen gezondheidsdiensten en sociale diensten wenselijk, aldus Kruithof.
Nena Kruithof (Woerden, 1990) studeerde Biology of Human Performance and Health aan Maastricht University voor ze haar promotieonderzoek in 2015 startte in het ETZ (Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis) te Tilburg in het kader van het project Trauma TopZorg. Momenteel werkt ze als fysiotherapeut bij thuiszorginstelling Sevagram en docent en onderzoeker bij Zuyd Hogeschool.
Bron: tilburguniversity.edu
Dit bericht is 2738 keer gelezen.