‘Het maken van winst in de gezondheidszorg hoeft geen verkeerde prikkel te zijn’

Facebooktwitterlinkedinmail

18 augustus 2021 – Stijgende zorgkosten, personeelstekorten en cowboys die zichzelf verrijken met exorbitante winstuitkeringen: problemen in de zorg krijgen volop aandacht. Kritiek op de marktwerking zwelt aan. Tijd om over een nieuw stelsel na te denken? Absoluut niet, vindt prof.dr. Marco Varkevisser, hoogleraar Marktordening in de Gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. 

1 januari 2006. De verwachtingen zijn hooggespannen als VVD-minister Hans Hoogervorst met de nieuwe Zorgverzekeringswet de langverwachte marktwerking in de zorg invoert. Het nieuwe stelsel moet de almaar stijgende kosten beteugelen en een eind maken aan veel te lange wachtlijsten.

Als sinds 2001 denkt een groep wetenschappers van de Erasmus Universiteit in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid na over marktwerking in het zorgstelsel. Welke regelgeving is noodzakelijk om te zorgen dat de publieke belangen in de zorg zijn gewaarborgd?

Een van de betrokken wetenschappers is econoom Marco Varkevisser. Hij is gespecialiseerd in ‘lastige sectoren’, branches waar publieke belangen botsen met de werking van de vrije markt. Aan de vooravond van de stelselherziening richt hij zich voor het eerst op de economie van de gezondheidszorg, een onderzoeksveld waar hij zich sindsdien in heeft vastgebeten.

Varkevisser bestudeert nu twintig jaar het snijvlak tussen marktwerking en overheidsingrijpen, in 2017 werd hij benoemd tot hoogleraar Marktordening in de Gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit. Het hoogleraarschap is niet iets waar hij zich op laat voorstaan, ‘je merkt dat andere mensen door de term professor af en toe iets aan je toekennen. Dan denk ik: hoho, ik heb de wijsheid niet in pacht,’ zegt Varkevisser in T-shirt en spijkerbroek in een lunchroom in Voorhout.

Zijn jeugd speelde zich af op het terrein van een instelling voor verstandelijk gehandicapten in Noordwijk, op nog geen half uur fietsen van de plek waar hij nu woont. ‘Het was fantastisch, er was een zwembad tegenover ons huis waar je altijd kon zwemmen,’ vertelt hij. Zijn beide ouders waren in dienst bij de zorginstelling, die een deel van het personeel op het terrein huisvestte. Zijn broer en zus werken er nu, in de begeleiding van cliënten en als manager.

Lees het volledige artikel op de website van Follow the Money

Bron: eur.nl

Dit bericht is 3539 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail