GGZ verwacht teveel van de huisarts en de POH-GGZ

Facebooktwitterlinkedinmail
20 juli 2018 – De Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft eind juni een rapport gepubliceerd over de ambulante ggz. Ook de rol van en samenwerking met huisartsen komen hierin aan bod. Met name in de begeleiding van chronische patiënten ziet de Inspectie, net als de LHV, dat er onrealistische verwachtingen zijn van wat de huisarts voor deze patiënten kan betekenen.

De LHV vindt het goed om te zien dat de Inspectie aandacht besteedt aan de zorg voor mensen met chronische psychische aandoeningen. Als huisartsen delen we de zorgen van de Inspectie: we merken dat er te weinig ambulante ggz voor deze groep kwetsbare mensen beschikbaar is.

Te hoge verwachtingen

Er zijn te hoge verwachtingen over de rol die de huisarts en de POH-GGZ kunnen spelen in de zorg voor patiënten met chronische psychische aandoeningen. Voor huisartsenzorg kunnen patiënten uiteraard bij de huisarts en POH-GGZ terecht. Maar voor de behandeling of begeleiding van de chronische psychische aandoening niet. Dat kan slechts bij uitzondering in een huisartsenpraktijk, op die enkele plekken waar extra zorg wordt georganiseerd.

Het is goed om te zien dat de Inspectie nadrukkelijk die grenzen van de huisartsenzorg heeft benoemd in het rapport en aangeeft dat de ggz-sector haar verwachtingen moet bijstellen. Het moet voor iedereen duidelijk zijn dat huisartsen géén ernstige psychiatrische aandoeningen behandelen of begeleiden. Dat is een boodschap die de LHV ook al nadrukkelijk verspreidt in contacten met de ggz-sector en beleidsmakers.

Tip: We spraken 3 huisartsen en legden hen de stelling ‘Het oplossen van de ggz-wachtlijsten is geen taak van de huisartsenzorg’ voor. Met uitspraken als “De wachtlijst is langer dan de verwijzing geldig is”, “de enige oplossing is dat de ggz haar zorgplicht serieus neemt” en “we kunnen ons aandeel leveren, maar dat vraagt samenwerking” de moeite waard op te lezen. Lees verder

Afstemming ggz en huisartsen moet beter

Uit de laatste LHV-peiling over de ggz bleek al dat de verwijzing en terugverwijzing van patiënten tussen ggz en huisartsenzorg niet soepel verloopt. Ook de Inspectie constateert dat in haar rapport(externe link). Er worden te weinig afspraken gemaakt over de samenwerking.

Daarnaast zijn de wachtlijsten in de ggz problematisch voor het terugverwijzen. Als patiënten met een chronische psychische aandoening opnieuw zorg nodig hebben van de ggz, moet dat zonder wachtlijsten voor hen beschikbaar zijn. Dat is echter niet het geval op dit moment.

We zien dat die wachttijden in de ggz ook hun weerslag hebben op de huisartsenpraktijk. De wachttijden bij de huisarts en POH-GGZ lopen hierdoor ook op en dat kan niet de bedoeling zijn. Er zijn inmiddels regionale initiatieven (taskforces) om oplossingsrichtingen voor de wachtlijsten in de ggz te vinden. Daar zijn veelal huisartsen bij betrokken. Deze aanpak heeft echter nog niet geleid tot een daling van de wachttijden.

Functieprofiel POH-GGZ aanscherpen

In een project met alle betrokken veldpartijen zijn we als LHV bezig om het functieprofiel van de POH-GGZ aan te scherpen en te actualiseren. We verwachten dat dit in 2019 gereed is.

Daarna gaan partijen aan de slag met een onafhankelijk kwaliteitsregister voor de functie POH-GGZ, op basis van het vernieuwde functieprofiel. We verwachten dat profiel en register gaan helpen bij het verder verhelderen en aanscherpen van de taken en functie van de POH-GGZ. Zodat voor iedereen helder is waar de POH-GGZ, samen met de huisarts, wel én niet van is.

Bekijk het rapport van de IGJ

Bron: lhv.nl

Dit bericht is 4749 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail