28 januari 2016 – De Volkskrant meldde dat huisartsen risicogroepen gaan screenen op depressie. Dit zou worden geadviseerd in de Zorgstandaard Depressie, die eind 2016 verschijnt. Ten onrechte wordt hiermee gesuggereerd dat er een actief opsporingsprogramma komt.
Volgens de NHG-Standaard Depressie is het wel zinvol om alert te zijn bij mensen uit risicogroepen of een vermoeden op een depressie. Dit zijn bijvoorbeeld mensen met (chronische) lichamelijke aandoeningen, een depressie in de familie en mensen die onlangs een partner of hun baan hebben verloren. In de huidige NHG-Standaard wordt screening van volwassenen in de algemene populatie op depressieve symptomen niet aanbevolen, omdat niet is bewezen dat mensen zonder hulpvraag gebaat zijn bij een actief hulpaanbod.
Nemesis-2
Het bevolkingsonderzoek laat veel hogere cijfers zien. In Nederland zijn data beschikbaar van de eerste meting van het NEMESIS-2-onderzoek. Van de volwassenen tot 64 jaar in Nederland heeft 20% ooit in het leven enigerlei stemmingsstoornis gehad en bijna 19% ooit in het leven een depressie (mannen 13%, vrouwen 24%). In 2007 leed naar schatting ruim 6% aan een stemmingsstoornis, waarvan 5,2% een depressieve stoornis (mannen 4%, vrouwen ruim 6%) had en 0,9% dysthymie (mannen 0,4%, vrouwen 1,3%). De percentages van een depressie ‘ooit in het leven’ zijn hoger bij alleenstaanden (23,9% (vooral alleenstaande ouders (29,4%)) en werklozen/arbeidsongeschikten (33,6%). In deze groepen (respectievelijk 9,5%, 9,8% en 15,2%) en onder personen met een laag inkomen (9,2%) is ook het percentage ‘depressieve stoornis in de afgelopen 12 maanden’ opvallend hoog.
Van de patiënten met een depressie of een angststoornis heeft 76% een somatische presentatie van de klachten, waarbij de depressie bij screening aan het licht komt. Het nut van screening (noot 15) is onderwerp van discussie, omdat het niet helder is of er hier altijd sprake is van een klinisch relevante depressie, waarvoor specifieke behandeling nodig is [Kirmayer 1993, Licht-Strunk 2009a].
Kernboodschappen uit de NHG-standaard Depressie
- De diagnostiek bij het vermoeden van depressiviteit vraagt een brede klachtexploratie, waarvoor vaak meerdere consulten nodig zijn.
- Voor een effectieve aanpak is het van belang dat de patiënt gemotiveerd is voor behandeling en (mede)verantwoordelijkheid neemt voor herstel.
- De initiële behandeling van depressieve klachten bestaat uit voorlichting; bij persisteren en bij een depressie wordt ook dagstructurering en een kortdurende psychologische behandeling aangeboden.
- Bied bij een depressie psychotherapie of een antidepressivum aan bij onvoldoende effect van deze behandelingen.
- Bij een depressie met ernstig sociaal disfunctioneren of grote lijdensdruk en bij ernstige psychische comorbiditeit wordt meteen psychotherapie of een antidepressivum aangeboden.
- Controle van het beloop is bij alle patiënten met depressieve klachten van belang.
- Besteed bij herstelde patiënten aandacht aan begeleiding bij stoppen van eventueel gestarte antidepressiva en aan terugvalpreventie.
Meer informatie
NHG-Standaard Depressie
Voor patienten: Thuisartsinformatie over somberheid, met o.a. verwijzing naar een zelftest.
Bron: nhg.org
Dit bericht is 2828 keer gelezen.