2 december 2019 – Minister Bruins geeft zijn reactie op het bericht ‘Wie gluren er allemaal in mijn medisch dossier?’ naar aanleiding van een verzoek hierover van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) van de Tweede Kamer.
In uw Commissiebrief (2019Z21441) van 7 november 2019 verzoekt u mij om een reactie op het artikel in de NRC van 25 oktober 2019 “Wie gluren er allemaal in mijn medisch dossier?”. U wilt mijn reactie graag voor het VAO van 2 december ontvangen. Met deze brief voldoe ik aan uw verzoek.
Ik vind het belangrijk dat mensen regie hebben over hun gegevens. Op grond van artikel 15 AVG hebben mensen recht op inzage in hun medische gegevens en is er een klachtenmogelijkheid via de Autoriteit Persoonsgegevens. Bij regie op de eigen gegevens hoort wat mij betreft ook het inzicht voor de mensen, welke zorgverlener op welk moment de medische gegevens heeft ingezien. Daarom is het verplicht loggegevens bij te houden. Die verplichting was er al onder de Wet bescherming persoonsgegevens en die is er nog steeds onder de AVG. Voor de gezondheidszorg bestaan er daarnaast nog specifieke regels voor logging in de NEN-norm 7513.
Het mes snijdt bij logging aan twee kanten: de burger heeft inzicht, maar de verwerkingsverantwoordelijke, bijvoorbeeld een ziekenhuis zoals aangehaald in het artikel in de NRC, kan met de logging aantonen dat de verwerkingen in het medische dossier rechtmatig hebben plaatsgevonden. Het is dus zeker ook in het belang van de verwerkingsverantwoordelijke dat de logging goed wordt bijgehouden en voor de burger inzichtelijk is.
Vanwege het belang dat ik hecht aan regie over de eigen gegevens, en daarmee inzage in het medisch dossier en bijbehorende logging, heb ik me de afgelopen periode nadrukkelijk beziggehouden met het onderwerp. Deze zomer heb ik de bewaartermijn voor de logging vastgesteld (Staatscourant 38007, 10 juli 2019). Vooruitlopend daarop heb ik begin juni de koepels over de bewaartermijn geïnformeerd. Ook de komende periode zal het onderwerp op mijn agenda en die van de zorgsector blijven staan.
Hoogachtend,
de minister voor Medische Zorg en Sport,
Bruno Bruins
Dit bericht is 2894 keer gelezen.