12 september 2018 – Bij sommige verdachten van een strafbaar feit bestaan vermoedens van een psychische stoornis. In dat geval wordt een gedragskundig onderzoek uitgevoerd, het Pro Justitia onderzoek. In een aantal gevallen weigert de verdachte mee te werken aan dit onderzoek, waardoor gedragsdeskundigen minder goed in staat zijn een eventuele psychische stoornis vast te stellen en de andere standaardvragen van de rechtbank te beantwoorden. Ook is het dan moeilijker een passende straf of maatregel op te leggen. Van aantal aspecten rondom weigerende verdachten is nog niet veel bekend. Het WODC deed er onderzoek naar.
Het onderzoek richtte zich vooral op de volgende vier vragen: hoeveel weigerende verdachten zijn er, wat is de informatiebehoefte van rechters en officieren bij weigerende verdachten, welke beslissing neemt de rechter in die gevallen en wat is zijn motivering bij deze beslissing?
Verschil tussen aantal weigeraars ambulant en klinisch
In 2017 weigerde 22 procent van de verdachten die waren aangemeld voor ambulant gedragskundig onderzoek, hun volledige medewerking. Daarnaast weigerde 10 procent van de verdachten gedeeltelijk mee te werken. In het geval van klinisch gedragskundig onderzoek in het Pieter Baan Centrum, ligt het aantal weigeraars hoger: tussen 2002 en 2017 weigerde gemiddeld 39 procent volledig mee te werken en 12 procent gedeeltelijk.
Totaalbeeld van de verdachte telt
Uit het onderzoek blijkt verder dat rechters bij weigerende verdachten vooral behoefte hebben aan het totaalbeeld dat over een verdachte kan worden verkregen. Er zijn geen doorslaggevende informatiebronnen die in alle zaken de beslissing bepalen, maar deze informatie kan van verschillende kanten komen. Als het PJ-rapport wegens weigering beperkt blijft, worden daarmee informatiebronnen waarbij de medewerking van de verdachte niet nodig is belangrijker. Dit is bijvoorbeeld informatie van familieleden, meldingen die zijn gemaakt bij de politie, en oude medische en/of justitiële rapportages. Ook het observeren van de verdachten is een bruikbare bron van informatie. Informatie over de stoornis, ten tijde van het delict en de kans op recidive is daarbij belangrijke informatie voor rechters.
Rechter kan alsnog tbs-maatregel opleggen
Het is een misverstand dat een rechter in het geval van een weigerende verdachte geen tbs-maatregel kan opleggen. Uit het onderzoek blijkt dat dit ook regelmatig gebeurt. Tussen 2012 en 2016 zijn door het Pieter Baan Centrum (PBC) 458 weigeraars onderzocht, van wie de afdoening in de strafzaak is opgezocht. In eerste aanleg zijn 401 vonnissen gevonden (89%) van wie 24% een tbs-maatregel heeft gekregen. In hoger beroep zijn minder arresten gevonden (115 arresten, 25%), in 43% is een tbs-maatregel opgelegd. Daarnaast blijkt dat het PBC bij 35% van de weigerende verdachten een stoornis kan vaststellen. Hierdoor neemt de kans op oplegging van een tbs- maatregel toe: als de PJ-vraag over stoornissen is beantwoord, krijgt 51% van de verdachten een tbs-maatregel opgelegd.
Gedragskundig onderzoek belangrijk
Rechters blijken in hun motivering voor de beslissing over het al dan niet opleggen van een tbs-maatregel vooral af te gaan op het oordeel van de gedragsdeskundigen. Hoe completer hun rapport, hoe beter de rechter in staat is een afgewogen oordeel over de verdachte te vellen. Als dit rapport beperkt is, kan de rechter zelf de stoornis, gelijktijdigheid, doorwerking en het risico van recidive vaststellen, hoewel niet alle rechters hiervan op de hoogte lijken te zijn. De vaststelling van de stoornis en de beantwoording van de overige PJ-vragen vinden dan veelal plaats op basis van eerder verschenen rapporten of de rechter vindt alsnog voldoende aanwijzingen in het huidige rapport. Daarbij is een veel gebruikte motivering dat er sprake is van een eerder vastgestelde stoornis die chronisch van aard is en grotendeels onbehandeld is gebleven.
Zie de animatie die over een deel van de resultaten is gemaakt
Lees het volledige rapport: Vijftien jaar weigerende verdachten in het Pro Justitia onderzoek
Zie ook het themanummer van het Tijdschrift Sancties over de weigerende verdachten dat deze week verschijnt: https://www.wolterskluwer.nl/shop/online/sancties/NPSANCTIE/.
Hierin is één hoofdstuk uit het rapport, over de afdoeningen door rechter bewerkt voor een artikel: Nagtegaal, M.H. & Janssen, D.L. (2018). Weigerende verdachten en afdoeningen door de rechter: Welke beslissing is gebruikelijk? Sancties, 40, 212-222.
Bron: wodc.nl
Dit bericht is 2867 keer gelezen.