Wel of geen medicatie bij ADHD afhankelijk van kind en onderzoek

Facebooktwitterlinkedinmail

adhd1

15 februari 2015 – Kinderen met ADHD moeten grondig onderzocht worden om te bekijken of zij wel of niet bij medicatie gebaat zijn. Voor sommige kinderen verbetert het perspectief aanzienlijk door ze medicatie te geven in combinatie met gedragsmatige behandeling. Andere kinderen met ADHD functioneren beter zonder medicatie.

Kortom, geen one-size-fits-all behandeling bij de diagnose ADHD maar streven naar een gepaste behandeling die zorgt voor optimaal functioneren van een kind. Met die boodschap heeft Prof. dr. Robert Vermeiren deelgenomen aan een interview met KRO-NCRV’s De Monitor. Kijk hier de uitzending over de ADHD-epidemie van zondag 14 februari terug .

Na grondige diagnostiek en wanneer de problemen van een kind met ADHD niet op een andere manier op te lossen zijn, kan medicatie worden voorgeschreven. Medicatie kan zeer effectief zijn voor kinderen die disfunctioneren omwille van drukte en concentratieproblemen en de situatie thuis, op school of met vriendjes aanzienlijk verbeteren. Prof. dr. Vermeiren: ‘Wat we willen bereiken voor elk kind, is dat het verder komt. Dat het niet langer tegen zijn grenzen aanloopt, door concentratiezwakte, door impulsiviteit en drukte. Dat het mee kan in deze veeleisende maatschappij. De maatschappij kunnen we niet veranderen, het kind kunnen wij wel ondersteunen. Zodat het een betere toekomst kent. Soms is ADHD medicatie dan de beste oplossing.’

ADHD medicatie kan dus niet ontbreken in het behandel-arsenaal van een kinder- en jeugdpsychiater. Maar de beroepsgroep steekt ook niet onder stoelen of banken dat er zorgen zijn over toename in het gebruik van medicatie, vooral waar het gaat om ongeoorloofd of oneigenlijk gebruik. Dit liet de NVvP afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie, waar Prof. dr. Vermeiren voorzitter van is, eerder ook blijken in een statement dat aan de Staatsecretaris van VWS is aangeboden. ‘Dat inmiddels 1/20 tot 1/25 kinderen medicatie neemt omwille van druk gedrag en beperkte concentratie, is opmerkelijk. Hoewel onderzoek geen aanwijzingen toont voor bijwerkingen op de langere termijn, bijvoorbeeld op het brein, zijn daar wel zorgen over. Dat geldt ook voor de berichten dat soms te snel en te gemakkelijk medicatie wordt voorgeschreven, door te korte diagnostiek of onder druk van ouders of de school. Bij kinderen waarbij het niet duidelijk is of de medicatie nu wel het gewenste effect heeft, moeten we in elk geval extra kritisch zijn.’ Een ander punt van zorg is dat steeds meer de nadruk ligt op korte diagnostiek en doelmatige behandeling. Door dit gegeven en het feit dat het toedienen van medicatie goedkoper is dan mediatietherapie en gesprekstherapie met de ouders over het omgaan met hun kind met ADHD, wordt de mogelijkheid om niet-medicamenteuze behandeling te bieden steeds moeilijker. ‘Een effect van de bezuinigingen in de voorbije jaren’, aldus Prof. dr. Vermeiren.

‘Om kritisch te blijven op het medicatiegebruik hebben we in ons statement een oproep gedaan om het toenemend medicatiegebruik nader te onderzoeken. Ook is er initiatief genomen om de behandelrichtlijn te reviseren en een zorgstandaard te ontwikkelen.’ Bovengenoemd onderzoek gebeurt aan het UMCG/Accare onder leiding van Prof. dr. Pieter Hoekstra. In dit onderzoek wordt voor een groot aantal dossiers door heel Nederland bekeken hoe de indicatie tot medicatie is gesteld en hoe de controles verlopen.

Kijk hier de uitzending van NCRV de Monitor over de ADHD-epidemie van zondag 14 februari terug.

Bron: nvvp.net

Dit bericht is 7468 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail