VGZ niet verplicht afbouwmedicatie antidepressiva in dagdoseringen te vergoeden

Facebooktwitterlinkedinmail

5 december 2021 – Patiënten die antidepressiva gebruiken en daarmee willen stoppen, bouwen het gebruik van die antidepressiva in stappen af. VGZ vergoedt de afbouwmedicatie op basis van afbouw per week. De Vereniging voor Afbouwmedicatie vindt dat VGZ ook afbouwmedicatie moet vergoeden als een patiënt wil afbouwen met doseringen die elke dag lager zijn.

Het gaat dan in het bijzonder om zogenaamde taperingstrips die zijn gemaakt door de Regenboogapotheek. VGZ vergoedt deze afbouwmedicatie slechts beperkt, omdat niet is gebleken dat die vormen effectief en het meest economisch zijn. Het is daarom geen rationele farmacotherapie. VGZ beroept zich daarbij op aanbevelingen van een werkgroep van deskundigen. De vereniging beoogt met twee procedures dat VGZ toch tot (ruimere) vergoeding moet overgaan. De rechtbank heeft bijna alle vorderingen van de vereniging afgewezen. Zij heeft wel verklaard dat VGZ de vergoeding niet mag weigeren omdat de sterkte van het magistraal bereide geneesmiddel ook in vloeibare vorm kan worden toegediend.

VGZ heeft geen belang bij het hoger beroep

VGZ is in de bodemprocedure in hoger beroep gekomen van de beslissing van de rechtbank, maar heeft daarmee geen succes. Het hof beslist in een arrest dat VGZ geen belang heeft bij een oordeel van het hof omdat zij uiteindelijk geen andere beslissing wil dan de rechtbank heeft gegeven. VGZ is het niet eens met een aantal van de overwegingen van de rechtbank, maar die overwegingen hebben niet geleid tot de beslissing van de rechtbank. In de kort gedingprocedure heeft de vereniging van het hof ongelijk gekregen. Zij wil dat VGZ afbouwmedicatie in dagdoseringen vergoedt maar de beslissingen in de bodemprocedure geven daarvoor volgens het hof geen aanleiding.

VGZ mag verlangen dat eerst vloeibare medicatie wordt overwogen

Het hof heeft wel beslist welk beleid VGZ mag voeren als geregistreerde doseringen in tabletvorm niet beschikbaar zijn. Dan moet de arts of apotheker in ieder geval overwegen of de vloeibare toedieningsvorm voor de patiënt in kwestie geschikt is. Is dat niet zo, dan kan magistrale bereiding in tabletvorm worden voorgeschreven en door VGZ vergoed worden.

Uitspraken
ECLI:NL:GHARL:2021:10875
ECLI:NL:GHARL:2021:10876

Bron : rechtspraak.nl

Dit bericht is 2450 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail