UNICEF: ‘Te weinig aandacht voor mentale problemen van vluchtelingkinderen’

Facebooktwitterlinkedinmail

9 oktober 2020 – De meeste kinderen die een ramp meemaken of in een conflictgebied wonen, krijgen te maken met mentale klachten. Toch is daar, vooral in lage- en middeninkomenslanden, nauwelijks aandacht voor. Van alle hulp die geboden wordt in conflict- of ontwikkelingslanden, bestaat slechts 1 procent uit zorg voor mentaal welzijn. Zaterdag, op Wereld Mentale Gezondheidsdag, vraagt UNICEF hier aandacht voor.

Psychologentekort
Van de bijna 80 miljoen mensen gedwongen op de vlucht, verblijft 85 procent in ontwikkelingslanden. Bijna de helft daarvan is kind. Velen verblijven jaren, of zelfs het grootste deel van hun jeugd in vluchtelingenkampen, waar onzekerheid overheerst en nauwelijks psychologen voorhanden zijn. Op plekken waar veel vluchtelingen zijn, zoals in het Midden-Oosten en Afrika, zijn er nauwelijks psychologen. In het Midden-Oosten is er 1 psycholoog beschikbaar per 37.000 inwoners en voor Afrika is dit 1 psycholoog voor 111.111 inwoners. Ter vergelijking: in Europa zijn het er 1 op de 2000. Tijdens de coronacrisis is het door de maatregelen extra moeilijk om specialisten naar vluchtelingenkampen te krijgen. UNICEF pleit daarom voor meer aandacht voor en investeringen in psychologische zorg.

Onzichtbare littekens
Psychologische klachten zorgen bij kinderen op lange termijn voor enorme schade. “Het trauma dat kinderen in vluchtelingenkampen en conflictgebieden meemaken, zorgt voor onzichtbare littekens. Wanneer hun klachten niet behandeld worden, kunnen zij veranderen in blijvende stoornissen met alle gevolgen van dien”, aldus Suzanne Laszlo, directeur van UNICEF Nederland. “Bij heel jonge kinderen kan langdurige stress zelfs voor hersenschade zorgen.”

Slaapstoornissen, angst om in slaap te vallen, bedplassen, prikkelbaarheid, neiging tot afzondering, verlies van eetlust en apathie zijn voorbeelden van psychosociale problemen waar veel jonge mensen in landen als Jemen tegenaan lopen. Na bijvoorbeeld de branden in het Griekse vluchtelingenkamp Moria vertoonden veel kinderen deze symptomen, vertellen UNICEF-hulpverleners uit het veld. Kinderen met stressklachten kunnen daar terecht in zogenoemde ‘safe spaces’, waar zij activiteiten kunnen volgen of een gesprek kunnen hebben met een hulpverlener.

Cijfers over mentaal welzijn laten zien, dat vooral kinderen en hun ouders in minder ontwikkelde landen kwetsbaar zijn.

  •   1 op de 11 personen die een ramp of een conflict meegemaakt hebben, houdt hier een blijvende mentale aandoening aan over
  • 1 op de 5 personen in conflictgebieden heeft last van depressie, PTSD, schizofrenie, of angsten
  •  90 procent van de zelfmoorden onder kinderen en jongeren, vindt plaats in lage- en middeninkomenslanden

Vanaf het begin van de coronacrisis is het aantal landen waar UNICEF psychosociale steun verleent gestegen van 67 naar nu 116 landen. De psychosociale hulp die geboden wordt, varieert van voorlichting aan ouders en verzorgers over hoe zij hun kinderen kunnen steunen, tot creatieve therapie voor kinderen. Ook bieden we hulp aan kinderen die als gevolg van een acute ramp of conflict psychische klachten hebben. We gebruiken bijvoorbeeld sport en spel, praatsessies of activiteiten waarmee ze leren met hun emoties om te gaan. In veel landen – met name in het Midden-Oosten – is mentaal welzijn een taboeonderwerp. Daarom doet UNICEF ook projecten op scholen om het onderwerp bespreekbaar te maken.

Bron: persbericht

Dit bericht is 2382 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail