Steeds meer hulp in de wijk voor de kwetsbare burger

Facebooktwitterlinkedinmail

4 mei 2018 – Er verandert veel in de zorg: de gemeente regelt steeds meer, en dit brengt de nodige uitdagingen met zich mee. Een belangrijk aandachtspunt is de omgang met de kwetsbare burger: wat zijn de behoeften, en hoe kan de gemeente hier het beste mee omgaan? De oplossing lijkt vooral in de directe omgeving van de burger te liggen. Zorg speelt zich steeds vaker in de wijk af. Mensen blijven langer thuis worden, en ontvangen hier steeds vaker thuis- of mantelzorg. Ook begeleiding en ondersteuning gebeurt steeds vaker ambulant. Dit vraagt meer van de wijk als leefomgeving. Er zijn voorzieningen nodig om kwetsbare personen prettig en veilig in de wijk te laten wonen. Kwetsbaarheid kent verschillende vormen, en iedere kwetsbare groep heeft andere behoeften, zo meldt mijngezondheidsgids.nl

Langer thuis wonen
Een belangrijke groep die aandacht verdient in de wijk zijn ouderen. Dat mensen steeds langer thuis blijven wonen, brengt de nodige uitdagingen met zich mee. Voorzieningen die men bijvoorbeeld in een verzorgingstehuis onder handbereik heeft, dient men nu gemakkelijk in de wijk te kunnen bereiken. Denk hier aan de zogeheten ‘Triple A’: arts, apotheek en Aldi/Albert Heijn. Het onder handbereik brengen van dergelijke voorzieningen, is een belangrijk deel van de oplossing. Toch is er meer nodig: “Afgezien van een concrete zorgvraag door dementie of andere aandoeningen wordt eenzaamheid onder senioren het grote vraagstuk van de toekomst”, vertelt Netty van Triest, senior projectleider bij Platform 31, kennis- en netwerkorganisatie voor stad en regio. De bewoners van de wijk moeten elkaar dus blijven ontmoeten, wil de langer thuiswonende bewoner niet vereenzamen. Daarom is het noodzakelijk dat ontmoetingsplaatsen in de wijk toegankelijk zijn. Dit betekent niet alleen dat men rekening moet houden met drempels en trappen, maar ook met sociale toegankelijkheid: voelt een kwetsbare bewoner zich veilig in de wijk?

Verschillende partijen

Voor deze opgave dragen verschillende partijen verantwoordelijkheid, zoals gemeenten, wijkplatforms, huurcommissies en zorg- en welzijnsorganisaties. De burger een prettige, veilige, leefbare, toegankelijke en sociale wijk geven, is iets wat deze partijen gaan faciliteren. Hier worden inmiddels ook al stappen in gezet. Zo zijn er bijvoorbeeld bepaalde supermarkten die hun medewerkers getraind hebben om signalen van dementie te herkennen, zodat zij deze bezoekers beter kunnen ondersteunen. Bovendien kunnen deze supermarktmedewerkers hun observaties doorgeven aan de ouderenadviseur in de wijk, die vervolgens de bewoners de hulp kan geven die ze nodig hebben. Er zal veel veranderen voor de samenleving. “We gaan naar een situatie waarin één op de vier mensen 65 jaar of ouder is”, denkt Van Triest. Het aantal 80-plussers gaat verdubbelen. Dankzij de toename in inkomen en opleiding zal het grootste deel van deze groep zich prima redden. Maar door de vergrijzing neemt ook het aantal kwetsbare alleenstaanden toe. “Door een laag inkomen, verminderde mobiliteit en een klein sociaal netwerk hebben zij hulp en voorzieningen in de nabijheid nodig.” In het sterk geïndividualiseerde Nederland roept dit de vraag op hoe mensen elkaar niet uit het oog verliezen en elkaar kunnen helpen. Hiervoor is meer nodig dan alleen de woningmarkt: “Het ligt niet bij steen alleen. Het is echt een integraal vraagstuk.”

Een weg vol hindernissen

Mensen met een beperking kan men ook onder kwetsbare bewoners rekenen. Een wijk waar voor hen genoeg te doen is, is van zeer groot belang. Dit kan betaald werk of dagbesteding zijn. Zij krijgen zowel via werk als via dagbesteding zingeving en erkenning, en leren er waardevolle vaardigheden. Dat is van groot belang voor een volwaardig leven, vindt VGN directeur Frank Bluiminck: “Mensen met een beperking hebben net als ieder ander behoefte aan nieuwe ervaringen, leren, sporten, uitgaan en werk.” Voor mensen met een beperking is de weg naar werk vol hindernissen. De eerste hindernis is onderwijs. De begeleiding is vaak gebrekkig, waardoor leerlingen met een beperking vaak uitvallen op reguliere scholen. Dat zij geen startkwalificatie halen, kan funest zijn voor hun loopbaan. Wanneer zij deze wel halen, dan gaan gemeenten er vaak onterecht vanuit dat zij na hun opleiding zelf in staat zijn om een baan te vinden. Ook het UWV, gemeentelijke participatieloketten en overige procedures om mensen weer aan het werk te krijgen, zijn vaak te ingewikkeld. Toch ziet Bluiminck hoopvolle ontwikkelingen voor werkzoekenden met een beperking. Zo is er een nieuw soort college waarmee leerlingen via een praktische beroepsopleiding een baan vinden. Het is gericht op wat de leerlingen wél kunnen, en de resultaten zijn veelbelovend. “90 procent van de leerlingen haalt een of meerdere deelcertificaten, 60 procent vindt een reguliere baan. Het is een investering die zich dubbeldik terugverdient.” Een schoolvoorbeeld is een groot levensmiddelenconcern dat mensen met een beperking een plek op de werkvloer geeft. De winst is tweeledig: klanten bewonderen de inzet van het bedrijf, en de werknemers krijgen de waardering die zij verdienen.

Stigmatisering

Maar kwetsbaarheid kan ook in andere dingen zitten. Lang niet altijd is op het eerste gezicht te zien dat iemand kwetsbaar is. Mensen die met bijvoorbeeld psychische problemen kampen, hebben soms grote moeite om weer goed mee te draaien in de samenleving. Zij worden vaak geconfronteerd met hardnekkige vooroordelen: ‘mensen met een psychotische stoornis zijn agressief en gevaarlijk, iemand met een angststoornis is onberekenbaar, mensen met een depressie zijn incompetent.’
“Dit soort stigma’s leidt vaak tot wij-zij-verdeling”, vertelt Jaap van Weeghel, wetenschappelijk directeur bij Kenniscentrum Phrenos en bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Tilburg. Stigmatisering is een probleem dat mensen in een vicieuze cirkel van minderwaardigheidsgevoelens en probleemgedrag kan brengen. Het is daarom noodzakelijk om stigma’s aan te pakken, stelt Van Weeghel. Dit kan men het beste doen vanuit een zogeheten contactstrategie, vertelt Van Weeghel. Wanneer mensen in een positieve context met elkaar samenwerken – zoals een gemeenschappelijke moestuin, een werkplaats, of als collega’s in een bedrijf – dan begrijpen zij elkaar beter. Zo verdwijnen stigma’s: personen met een aandoening zijn ook gewone mensen, de aandoening bepaalt niet hun volledige identiteit. Door dit in de wijk te faciliteren, kan men stigma’s doorbreken en mensen met een psychische aandoening weer goed laten meedoen.

Bron: mijngezondheidsgids.nl

Dit bericht is 5390 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail