21 februari 2018 – Staatssecretaris Paul Blokhuis van VWS lanceert naar analogie van de ziekenhuiszorg een VIPP-programma voor de ggz. Dit moet leiden tot betere inzet van ict en e-health, meldt Zorgvisie.
Net als in de ziekenhuiszorg worden de VIPP-gelden pas uitgekeerd als bepaalde vooraf besproken resultaten zijn gehaald. Anders dan bij eerdere stimuleringsprogramma’s is er dus geen inspanningsverplichting maar een resultaatverplichting.
VIPP
Het Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional (VIPP) heeft als doel de ‘digitale basis’ van ggz-instellingen op orde te brengen. Dit betekent dat de patiënt de regie krijgt over zijn gegevens, deze gegevens kan delen met andere zorgverleners en ze kan gebruiken in een app of andere e-healthtoepassingen. Daarnaast worden goede, breed gedragen apps en websites vindbaar voor de patiënten en de professionals door deze op één plek samen te brengen.
Wachttijden
Als deze basis op orde is, kunnen ict en e-health beter ingezet worden om de ggz-zorg verder te verbeteren, aldus Blokhuis. Ook helpt het de wachttijden in de ggz terug te dringen en administratieve lasten te beperken. Er is echter nog een lange weg te gaan als het gaat om het delen van informatie met de patiënt en het gebruik van standaarden in het vastleggen van informatie. Informatie wordt volgens de staatssecretaris op verschillende manieren vastgelegd, waardoor organisaties informatie niet eenvoudig onderling kunnen uitwisselen.
Bovendien is er weliswaar veel e-health in ontwikkeling, maar dat gebeurt nog vooral lokaal bij individuele instellingen. De bredere verspreiding en opschaling komt nog onvoldoende van de grond.
Vijftig miljoen beschikbaar
Voor de invulling van het VIPP-prorgamma in de ggz is voor de komende twee jaar vijftig miljoen euro beschikbaar. Aan het gelijknamige programma in de ziekenhuiszorg nemen meer dan honderd zorginstellingen deel. Het Amphia Ziekenhuis in Breda is hiermee het verst gevorderd.
Lees hier de Kamerbrief.
Bron: Zorgvisie
Dit bericht is 3340 keer gelezen.