Schade aan kleine bloedvaten leidt tot depressie

Facebooktwitterlinkedinmail

25 juli 2020 – Er is een verband tussen schade aan de kleine bloedvaten (microcirculatie) en symptomen van depressie, zoals een sombere stemming, slapeloosheid en verlies van interesse en plezier. Dat blijkt uit onderzoek aan het Maastricht UMC+. De bevindingen van de Maastrichtse onderzoekers zijn onlangs gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Hypertension.

Dat er een relatie is tussen schade aan de microcirculatie en symptomen van depressie, is al eerder onderzocht, op basis van dwarsdoorsnede-onderzoek. Daarbij wordt ieder individu binnen de onderzoeksgroep eenmaal en op hetzelfde tijdstip geobserveerd of gemeten. Het is echter voor het eerst dat deze relatie is vastgesteld door middel van een zogenoemde longitudinale studie, waarbij deelnemers aan een onderzoek over een lagere termijn worden gevolgd.

Maastrichtse onderzoekers zetten nieuwe stap in onderzoek met metingen van de microcirculatie

De Maastrichtse onderzoekers volgden gedurende vier jaar bijna drieduizend mensen tussen de 40 en 75 jaar die aan het begin van de studie geen tot weinig symptomen hadden van depressie. Bij hen werd de functie van de kleine bloedvaten in kaart gebracht: in de huid, in het oog (meer precies in het netvlies) en met biomarkers uit het bloed. Die metingen zijn bijzonder. Schade aan de grote vaten is relatief gemakkelijk vast te stellen, maar het in beeld brengen van de functie van de haarvaten is veel lastiger. Het vergt veel training en ervaring van de onderzoeker, is arbeidsintensief, tijdrovend, kostbaar en er is geavanceerde apparatuur nodig.

Relatie overduidelijk
De onderzoekers stelden op basis van de metingen aan de kleine bloedvaten vast dat een verminderde functie van de bloedvaten gepaard gaat met een toenemend risico op het ontwikkelen van symptomen van depressie. Die symptomen werden vastgesteld aan de hand van een gevalideerde depressie-vragenlijst die de deelnemers aan het onderzoek jaarlijks moesten invullen. De items van de vragenlijst komen overeen met de symptomen van een depressieve stoornis als vastgesteld in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders V (kortweg DSM-V), het ‘protocol’ voor de vaststelling van een mentale stoornis. De relatie tussen schade aan de microcirculatie en symptomen van depressie bleek overduidelijk. Ook als er rekening werd gehouden met storende factoren, zoals leeftijd, geslacht, bloeddruk of rookgedrag, was er nog steeds een relatie tussen schade aan de kleine bloedvaten en het ontwikkelen van symptomen van depressie.

De Maastricht Studie
De data voor het onderhavige onderzoek werden gehaald uit de Maastricht Studie, een uitgebreide en langdurige cohortstudie onder inwoners van Maastricht en het aangrenzende Heuvelland, waar inmiddels meer dan 8000 mensen aan meedoen. De Maastricht Studie doet onderzoek naar oorzaken en gevolgen van diabetes type 2 en andere chronische ziekten.

Patiënten die lijden aan diabetes type 2 hebben een bijna twee keer zo groot risico op het ontwikkelen van een depressie als gezonde personen. Waarom dat zo is, was tot voor kort niet bekend. Wel was al langer bekend dat diabetes type 2 (evenals hoge bloeddruk) leidt tot schade aan de microcirculatie, de kleinste bloedvaten van ons vaatstelsel. Een slecht functionerende microcirculatie komt veelvuldig voor bij volwassenen. Het hoeft niet onmiddellijk consequenties te hebben, omdat de natuur behoorlijk wat reservecapaciteit heeft ingebouwd. Maar als er te veel schade is ontstaan, heeft dat wél consequenties. De haarvaten leveren zuurstof en voeding aan alle delen van het lichaam, en dus ook naar de regionen in de hersenen die ons gemoed reguleren. En als die aanvoer gemankeerd is, kan dat gemoed negatief beïnvloed worden.

Bron: mumc.nl 

Dit bericht is 5273 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail