Robert Vermeiren – ‘Jongeren worden overvraagd en te vroeg losgelaten’

Facebooktwitterlinkedinmail

26 mei 2022 – Eetstoornissen, suïcidaliteit, zelfbeschadiging… Steeds meer jongeren kampen met ernstige psychische problemen. De RINO Groep sprak met Robert Vermeiren, hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie. Hoe duidt hij deze verontrustende trend? En welk antwoord heeft de jeugd-ggz hierop? 

CBS-statistieken maken pijnlijk duidelijk dat het met veel jongeren niet goed gaat. Tussen 2015 en 2019 schoot het aantal jongeren dat jeugdhulp kreeg omhoog van 363 duizend naar 431 duizend. Daarop daalde de instroom iets tijdens de eerste golf van de coronapandemie. Maar vervolgens zochten opnieuw meer jongeren hulp tijdens de tweede golf eind 2020, begin 2021. Vooral kwetsbare jongeren die al te maken hadden met psychische problemen werden in deze periode extra hard geraakt. Door de lockdown, het sluiten van scholen en de avondklok werden zij op zichzelf teruggeworpen. Met als gevolg: nog meer jongeren met angst, depressie, eenzaamheid, stress en slaapproblemen.

Voortdurend presteren
‘Het overkoepelende signaal is dat we te veel van jongeren vragen’, stelt hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie Robert Vermeiren, op zoek naar duiding. ‘De biologie van de mens verandert niet zoveel. De kinderen van nu verschillen niet wezenlijk van eerdere generaties. Het ligt dus vooral aan alles wat er in deze tijd anders is dan voorheen.’ De druk om voortdurend te presteren, de verantwoordelijkheid om gemaakte studieschulden zelf af te lossen, de introductie van smartphones, de impact van social media, de focus op het digitale werken, Vermeiren somt verschillende zaken op die kenmerkend zijn voor de wereld waarin jongeren nu hun weg moeten zien te vinden.

‘Ook de verkruimeling van het sociale weefsel speelt een rol’ Robert Vermeiren

‘Daarnaast speelt ook de verkruimeling van het sociale weefsel een rol’, voegt hij daaraan toe. ‘Jongeren kunnen hierdoor niet altijd meer terecht bij anderen met wie ze wat ‘hebben’. En juist dat is cruciaal. Hierdoor worden vooral jongeren met een kwetsbaarheid naar de professionele hulpverlening geduwd. Maar het is de vraag of die voldoende alternatief biedt.’

Niet weerbaar genoeg
Het idee dat kinderen te weinig weerbaar worden opgevoed, zodat ze nauwelijks meer met tegenslagen leren omgaan, wijst Vermeiren resoluut van de hand. ‘Ouders doen niet anders dan wat de maatschappij van hen verwacht en ze oplegt: zij voeden hun kinderen op als verantwoordelijke en zelfstandige individuen. Daarbij hoort dat ze kinderen stimuleren en complimenten geven. Nee, vooral in de maatschappij zelf is weinig ruimte voor tegenslag. Wie daarmee te maken heeft, wordt al snel gezien als loser. De toeslagenaffaire illustreert dat in het extreme. Lang was er geen aandacht voor de sores van tienduizenden kwetsbare mensen die volledig werden gemangeld. Ze vluchtten naar het buitenland, hun relaties strandden, hun kinderen werden uit huis geplaatst, het leidde zelfs tot suïcides. Ik hoop echt dat deze affaire tot het inzicht leidt dat we als maatschappij gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen, ook voor kwetsbare ouders en kwetsbare kinderen.’

Autonomie versus verbondenheid
In de jeugd-ggz ziet Vermeiren op dit moment twee trends. De problematiek van kwetsbare jongeren wordt steeds complexer. En die problematiek treedt op steeds jongere leeftijd op, in de puberteit of zelfs al in de prepuberteit. Bij het zoeken naar een verklaring hiervoor, laat Vermeiren zich inspireren door de zelfdeterminatie-theorie, waarin drie samenhangende concepten centraal staan: verbondenheid ervaren, streven naar autonomie en competent zijn. ‘In de puberteit worstelen jongeren met autonomie versus verbondenheid. Ze zetten nieuwe stappen in hun leven, rukken zich los uit het gezin waarmee zij zich verbonden voelen, willen autonomie, stellen zich eigen doelen, en zoeken nieuwe verbondenheid. Dat is een tocht met vallen en opstaan.’

Het is belangrijk dat jongeren in deze spannende en onzekere fase voldoende veiligheid voelen, en juist daar wringt het volgens Vermeiren. Ze worden te snel losgelaten, waardoor ze geconfronteerd worden met spanning en angst. ‘Bij kwetsbare jongeren kan dat leiden tot psychische problemen’, constateert hij. ‘Zeker als zij op sociale media in groepjes terechtkomen met dezelfde problemen, zoals meisjes die zichzelf snijden. Die online groepjes kunnen steunend zijn. Maar vaak trekken jongeren elkaar daar ontzettend naar beneden.’

‘Het is belangrijk dat jongeren in deze spannende en onzekere fase voldoende veiligheid voelen, en juist daar wringt het’ Robert Vermeiren

Ze worden te snel losgelaten, waardoor ze geconfronteerd worden met spanning en angst. ‘Bij kwetsbare jongeren kan dat leiden tot psychische problemen’, constateert hij. ‘Zeker als zij op sociale media in groepjes terechtkomen met dezelfde problemen, zoals meisjes die zichzelf snijden. Die online groepjes kunnen steunend zijn. Maar vaak trekken jongeren elkaar daar ontzettend naar beneden.’

Corona-generatie
Nu de coronapandemie hopelijk achter de rug is, blijken veel jongeren gelukkig veerkrachtig. Toch wordt deze corona-generatie getekend door alles wat ze de afgelopen twee jaar hebben moeten missen, verwacht Vermeiren. ‘In de vroege puberteit vorm je je een beeld van de maatschappij, die bepalend is voor de rest van je leven. Door de coronamaatregelen in deze cruciale fase van hun ontwikkeling, heeft deze generatie misschien beter leren omgaan met stress en ook beter digitaal leren communiceren. Tegelijk hebben ze in die zoektocht naar verbondenheid soms deuken opgelopen die zich uit in sociale onhandigheid. Ik merkte dat onlangs toen ik voor het eerst weer knuffelde met mijn uit huis wonende zoon. Dat was heel leuk, maar ook onwennig.’

Paardencoaches
Om de ergste coronaklappen op te vangen – met name de lange wachtlijsten en het tekort aan crisiscapaciteit in de jeugd-ggz – trok het kabinet vorig jaar 613 miljoen extra uit. Maar dat is volgens Vermeiren veel te weinig om de schade die de afgelopen jaren is toegebracht aan de Jeugdhulp te compenseren. ‘Door de decentralisatie van de Jeugdzorg naar gemeenten is een enorme versnippering ontstaan. Elke gemeente moest opnieuw het wiel uitvinden. Daardoor komen er nog steeds bakken met geld op de verkeerde plek terecht: bij administratie, adviesbureaus en tal van onzinnige vormen van hulp en coaching. Kijk naar al de paardencoaches die overal zijn opgeplopt. Er wordt op dit moment ontzettend veel geld uitgegeven aan preventie, zonder dat er gekeken wordt voor welke doelgroepen dat echt effectief is. Daar moeten we echt de discussie over aangaan, want het gaat wel om gemeenschapsgeld.’

‘Bovendien denken gemeenten en zorgverzekeraars veel te simplistisch over behandeling van psychische problemen. Dat is geen kwestie van direct aanpakken en fixen. Was het maar zo. Aandoeningen als ADHD en autisme zijn blijvend.

‘Diagnostiek waarbij we verder dan het label en classificaties kijken en ook het onderliggende levensverhaal van iemand meenemen’ Robert Vermeiren

Daarom werken we bij deze aandoeningen vooral aan herstel, en kijken we hoe de omgeving van kwetsbaren jongeren zo kan worden aangepast dat zij toch een plek vinden in deze maatschappij.’ Die bredere focus op herstel vereist overigens nog altijd wel goede diagnostiek, benadrukt Vermeiren. ‘Diagnostiek waarbij we verder dan het label en classificaties kijken en ook het onderliggende levensverhaal van iemand meenemen. Want alleen zo ontstaat er zicht op wat een jongere en het gezin daaromheen nodig hebben, en welke positieve krachten zij zelf kunnen inzetten.’

Daarom werken we bij deze aandoeningen vooral aan herstel, en kijken we hoe de omgeving van kwetsbaren jongeren zo kan worden aangepast dat zij toch een plek vinden in deze maatschappij.’ Die bredere focus op herstel vereist overigens nog altijd wel goede diagnostiek, benadrukt Vermeiren. ‘Diagnostiek waarbij we verder dan het label en classificaties kijken en ook het onderliggende levensverhaal van iemand meenemen. Want alleen zo ontstaat er zicht op wat een jongere en het gezin daaromheen nodig hebben, en welke positieve krachten zij zelf kunnen inzetten.’

Brevet van onvermogen
Soms is de problematiek zo heftig dat jongeren een gesloten behandelsetting nodig hebben. Er belanden echter ook jongeren in de gesloten jeugdzorg, omdat elders onvoldoende behandelplekken beschikbaar zijn. Het afgelopen jaar ging het in totaal om ruim 1800 jongeren. Vermeiren noemt het een ultiem brevet van onvermogen.

‘Het is een falen van ons vak. In die tendens van classificeren en snel doorpakken, hebben we ons te weinig beziggehouden met jongeren met gedragsproblemen en complexe casuïstiek. Zij komen hierdoor te vaak in de gesloten jeugdzorg terecht, waar ze vooral repressief worden benaderd. Maar daar zijn deze jongeren in het geheel niet bij gebaat. Integendeel: zo raken zij nog meer getraumatiseerd. Het is dus van groot belang dat we vanuit de jeugd-ggz kijken hoe we deze jongeren beter kunnen gaan helpen met outreachende, ambulante en kleinschalige alternatieven, zodat zij bij hun ouders kunnen blijven wonen. Ook al zal dat een tijdlang extra geld kosten.’

Daarnaast zullen we meer moeten aanvaarden dat jongeren soms gekke en gevaarlijke dingen doen, vindt Vermeiren. ‘Sinds Savanna – het driejarige meisje dat in 2004 dood werd gevonden in een kofferbak na gedood te zijn door haar moeder – was het idee: dit nooit meer. Sindsdien hebben we in de jeugdzorg alle risico’s willen uitbannen, wat leidde tot steeds meer meldingen en uithuisplaatsingen. Terugkijkend vind ik dat we daar echt in zijn doorgeslagen. We zullen dus opnieuw een middenweg moeten vinden. Met een nieuwe cultuur, waarin professionals meer vertrouwen krijgen en we minder focussen op het afvinken van risico’s.’

Robert Vermeiren (Gent, 1968) is hoogleraar kinder- en jeugdpsychiatrie en directeur patiëntenzorg van Curium-LUMC. Daarnaast is hij hoofdonderzoeker bij de Parnassia Groep, Lucertis de Jutters. Hij is lid coördinatie team van de Academische Werkplaats SAMEN, lid stuurgroep Academische Werkplaats Risicojeugd, hoofdredacteur van de Psychiater, lid van het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie en bestuurslid van de afdeling van de kinder- en jeugdpsychiatrie van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie.

Bron: ringgroep.nl 

Dit bericht is 2539 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail