Psychologen (NIP) zijn ook kritisch over Integraal Zorgakkoord

Facebooktwitterlinkedinmail

10 september 2022 – Als Nederlands Instituut van Psychologen (NIP), de beroepsvereniging van ongeveer 14.000 psychologen en de vertegenwoordiger van de grootste beroepsgroep van behandelaren in de ggz, zijn we kritisch én maken we ons grote zorgen over het Integraal Zorgakkoord (IZA). De thema’s, opgaven en doelstellingen als beschreven in het akkoord herkennen we. Het zijn onderwerpen waar psychologen dagelijks bij betrokken zijn, binnen alle sectoren van de zorg voor volwassenen, ouderen en jeugd.

Het IZA is een akkoord dat de grote uitdagingen die maatschappelijk voor ons liggen helder duidt. In het akkoord zien we echter op veel plekken dat sprake is van wensdenken, bijvoorbeeld de beperking van de zorgvraag voor psychische klachten van 30% in 2030 of, ten aanzien van de uitwerking van de afspraken en over wie daarop de regie voert. Betrokkenheid van ons, als de grootste beroepsgroep van behandelaren in de ggz en (dus) verantwoordelijk voor de uitvoering van de zorg, is noodzakelijk om de doelen te behalen. In het akkoord zelf wordt ook nadrukkelijk verwezen naar én veel verwacht van de rol van professionals en beroepsverenigingen. De huidige uitwerking daarvan is naar ons oordeel onvoldoende.

Werkagenda ggz onvolledig: ‘Nothing about us without us’
In de werkagenda moeten de afspraken voor de komende jaren verder uitgewerkt worden met de daarvoor relevante partijen. De werkagenda voor de ggz wordt gedomineerd door plannen van de grote zorginstellingen en de zorgverzekeraars waarbij een gedegen onderbouwing weleens wordt gemist.

Directeur NIP Monique Rook: “Als NIP vertegenwoordigen we de grote beroepsgroep van psychologen aan de vele overlegtafels in de zorg. Bij de uitwerking van dit akkoord, in elk geval bij het specifieke deel ten aanzien van de ggz, is toegezegd dat we dan ook betrokken worden. De doelstellingen van het IZA zijn direct verweven met de inhoud en kwaliteit van de beroepsuitoefening waar wij als beroepsgroep voor aan zet zijn. Het zijn de beroepsverenigingen die straks de onderbouwing aanleveren van passende zorg. De huidige werkagenda markeert deze rol niet of onvoldoende.”

Behoud van vrije keuze voor een psycholoog
De aangekondigde maatregelen omtrent de contractering zijn fors. Er komt geen antwoord op de vraag waaróm er veel psychologen en psychiaters kiezen voor een eigen praktijk, met of zonder contract met de zorgverzekeraar. Er blijkt vooral wantrouwen naar de professionals uit dit akkoord en er wordt op geen enkele manier gesproken over wat professionals nodig hebben om te kunnen werken volgens de professionele normen en met voldoende vertrouwen. Contractering an sich is geen garantie voor kwalitatief goede zorg. De kwaliteit van het professioneel handelen zit niet in contractering, maar wordt geborgd via opleiding, beroepsregistratie en lidmaatschap van beroepsverenigingen. Daarmee tonen professionals hun niveau van vakbekwaamheid; verbinden zij zich aan hun professionele standaard (beroepscode, richtlijnen en kwaliteitsstandaarden) en het blijvend bijhouden van hun vak en stellen zij zich toetsbaar op (via tuchtrecht).

Arbeidsmarktknelpunt onvoldoende opgelost
De huidige IZA afspraken gaan uit van de aanwezigheid van voldoende opgeleide professionals. Ten aanzien van psychologen zit daar voor ons een groot knelpunt: zorg voor voldoende goed opgeleide professionals. Om hier te komen dient onderbenutting van de opleidingsplekken voor de klinisch psychologen te worden aangepakt en is een versnelling nodig in het opleiden van gezondheidszorgpsychologen. Wij zijn zelf aan de slag, met steun van VWS, met de uitwerking van de beroepenstructuur psychologische zorg: goed opgeleide professionals verzekeren je van kwaliteit van diagnostiek en behandeling. Als er sprake is van voldoende goed opgeleide professionals is er meer ruimte voor taakdifferentiatie en taakherschikking en een voldoende kritische beoordeling wie zorg behoeft en wie niet.

Wij zien grote risico’s voor een administratieve lastenverzwaring in plaats van zinnig en radicaal simpel. Juist administratieve lastenverlichting en professionele autonomie is, naast voldoende zeggenschap, essentieel om werkdruk en werkplezier te vergroten en professionals in de zorg en ondersteuning werkzaam te krijgen en te behouden.

Zet de psycholoog niet op afstand!
Al eerder riepen wij op om de gz-psycholoog, de klinisch psycholoog en de klinisch neuropsycholoog juist aan de voorkant in te zetten om een juiste inschatting van de (behandel)vraag te maken. Goede triage en aandacht voor goede diagnostiek vóóraan in het (zorg)traject is essentieel. Dit geldt ook voor de systemen die nu in het leven worden geroepen om de vraag van de patiënt te scannen: het verkennend gesprek, de mentale gezondheidscentra of extra inzet van de poh. Zorg dat zij toegerust zijn om de juiste inschatting te maken en zorg ook voor snelle follow up, in behandeling waar nodig en naar sociaal domein waar dat gepast en beschikbaar is. Ook voor de huisarts dient consultatie door goed opgeleide psychologen en andere professionals beschikbaar te zijn.

Digitale zorg niet altijd de oplossing
Als beroepsvereniging staan wij in beginsel positief tegenover het vergroten van het aandeel digitaal of hybride geleverde zorg. Veel behandelaren werken al op die manier. De beslissing kan niet afgedwongen worden, maar alleen in samenspraak met cliënt en behandelaar en als deze vorm door beiden als passend beoordeeld wordt. Juist ten aanzien van een psychologische behandeling is het de kwaliteit van de behandelrelatie tussen cliënt en behandelaar die voor een belangrijk deel het resultaat van de behandeling bepaalt.

Monique Rook: “We onderschrijven de boodschap van patiëntenvereniging MIND. Aangezien we verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de zorg en voor de noodzakelijke verandering, is het belangrijk om ons hier intensief bij te betrekken!”

Bron: psynip.nl 

Dit bericht is 1506 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail