Leren van GeestKracht, een programma gericht op jongvolwassenen met psychische kwetsbaarheden

Facebooktwitterlinkedinmail

2 mei 2025 – Het programma GeestKracht van FNO zet zich ervoor in dat elke jongvolwassene zichzelf kan zijn en ook mét psychische kwetsbaarheden mee kan doen in de maatschappij. Hoe is het programma verlopen en wat kunnen we ervan leren voor komende programma’s? Samen met Stichting Alexander evalueerden wij het.

Het programma GeestKracht liep van 2020 tot april 2025 en richtte zich op de preventie van psychische problemen, het beperken van de praktische gevolgen van psychische problemen en het bevorderen van deelname aan de maatschappij van jongvolwassenen met kwetsbaarheden.

De focus lag hierbij op jongvolwassenen van 16 tot en met 35 jaar. Met name jongvolwassenen die tussen wal en schip vallen of onzichtbaar zijn. Zoals jongvolwassenen met een praktische opleiding, ernstige psychische problemen, een combinatie van psychische problemen én een licht verstandelijke beperking. Maar ook kinderen met ouders met psychische of verslavingsproblemen.

Wat toekomstige programma’s kunnen leren van GeestKracht

Succes en knelpunten van het gehele programma

De belangrijkste conclusie is dat het FNO-programma GeestKracht succesvol was, omdat er veel is bereikt tijdens de looptijd. In totaal zijn 35 verschillende projecten en zes langdurige partnerschappen ondersteund vanuit het programma. Deze projecten en partnerschappen geven aan dat ze grotendeels succesvol waren in het behalen van hun doelen en verwachten op lange termijn impact te hebben. Dit betekent dat ze denken een waardevolle bijdrage te leveren aan de doelen van GeestKracht. Tegelijkertijd blijkt dat sommige doelen minder goed zijn behaald, vooral op het gebied van samenwerking en borging.

Successen en knelpunten van de projecten en partnerschappen

Zowel bij de projecten als de partnerschappen gingen de belangrijkste succesfactoren over de aanpak. Belangrijke punten hierbij waren:

  • jongvolwassenen en professionals eigen keuzes laten maken;
  • werken vanuit de leefwereld van jongvolwassenen in een domeinoverstijgende aanpak;
  • inzetten van ervaringsdeskundigen;
  • een flexibele en lerende aanpak;
  • aandacht voor diversiteit;
  • samenwerken met jongvolwassenen zelf;
  • focus op structurele financiering;
  • het project presenteren als een investering;
  • en de resultaten zichtbaar maken.

De meeste knelpunten lagen bij de organisatie (randvoorwaarden) en de maatschappij. Maatschappelijke knelpunten waren onder andere de huidige politieke situatie, aankomende bezuinigingen, de coronapandemie en versnippering en concurrentie in het werkveld.

Overkoepelende verbeterpunten

Er is een aantal overkoepelende thema’s uitgelicht waar ruimte voor verbetering is: de samenwerking in de projecten, de jongerenparticipatie en het samen leren. Wat betreft samenwerking gaven projecten aan dat bepaalde activiteiten veel meer tijd kostten dan verwacht. Bijvoorbeeld het inrichten van de governance voor samenwerking. Maar ook het minder snel kunnen schakelen als er meerdere partijen betrokken zijn. Verbeterpunten op het gebied van jongerenparticipatie zijn onder andere het geven van duidelijkheid over de rol van jongvolwassenen en een regelmatige terugkoppeling aan hen over voortgang en resultaten. Dit verhoogt de betrokkenheid en motivatie van jongvolwassenen. Wederkerigheid (‘what’s in it for them’) is essentieel voor een gelijkwaardige samenwerking. Verder lijkt ieder project of partnerschap vooral voor zichzelf te leren en van hun eigen ervaringen te leren. Ondanks deze ervaringen blijven sommige (over)bekende valkuilen terugkomen en blijft collectief leren een uitdaging.

Dit zijn belangrijke thema’s waar toekomstige programma’s extra aandacht aan moeten besteden. Deze thema’s zijn daarom in een gestructureerde dialoogsessie met deelnemers uit alle lagen van het programma verder verdiept. De verbeterpunten zijn niet alleen relevant voor toekomstige programma’s, maar ook voor toekomstige of huidige gelijksoortige projecten en voor jongvolwassenen die hieraan deelnemen.

Heeft het programma GeestKracht zijn doelen bereikt?
De doelen van het programma waren: preventie van psychische problemen, het beperken van de praktische gevolgen ervan, en het bevorderen van maatschappelijke participatie. Op basis van de evaluatie kan niet bepaald worden in hoeverre het programma deze langetermijndoelen heeft gehaald, vooral als het gaat om bredere effecten in de gehele samenleving.

De evaluatie laat wel zien dat het programma duidelijk impact heeft gehad voor de projecten, partnerschappen, Team GeestKracht en het programmateam. Dit geldt ook voor betrokken projectuitvoerders en jongvolwassenen. Vooral als we ‘impact’ zien als de (langdurige) invloed of gevolgen die het programma heeft. In die zin concluderen we dat het programma vooral ‘stille impact’ heeft gehad: diepgaande effecten voor individuen of kleine groepen, maar niet of minder opvallende effecten voor de gehele samenleving.

Over de evaluatie
Er zijn twee soorten evaluaties uitgevoerd: een begeleide zelfevaluatie en een maatwerkevaluatie. Met de begeleide zelfevaluatie is door middel van start-, tussen- en eindevaluaties van projecten en partnerschappen inzichtelijk gemaakt welke doelen werden beoogd, in hoeverre deze doelen behaald zijn, welke factoren hierbij een rol speelden en welke lessen er geleerd zijn. Met de maatwerkevaluatie is inzicht gekregen in de ervaringen, opvattingen en waardering van de jongvolwassenen die meedoen in de projecten en partnerschappen. Deze evaluatie is vooral door de jongvolwassenen zelf uitgevoerd. Meer hierover is te lezen in de eerder verschenen rapporten: de Startrapportage Lerend evalueren met GeestKracht en de twee Tussenrapportages Lerend evalueren met GeestKracht.

Meer informatie

Bron: trimbos.nl

Dit bericht is 684 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail