1 oktober 2020 – Conflict over eenzijdig opgelegde korting zorgkantoren bij langdurige zorg. In het kort geding van de Nederlandse ggz tegen de zorgkantoren heeft de rechtbank Den Haag de Nederlandse ggz en collega-zorgpartners vanmorgen in het gelijk gesteld.

De voorgenomen korting van 6% op de langdurige zorg mag niet door gaan zolang de zorgkantoren een deugdelijke onderbouwing daarvoor missen. De rechter besliste dat de onderbouwing van die korting tekort schoot, en het huidige tarief voorlopig gehandhaafd blijft.

De Nederlandse ggz en 19 ggz-zorgaanbieders, De VGN en veertig van haar leden, vijf ouderenzorgorganisaties en drie organisaties voor mensen met een visuele beperking hadden een kort geding procedure aangespannen tegen het zorginkoopbeleid Wlz 2021-2023 omdat de zorgkantoren daarin een ontoelaatbare korting op de inkooptarieven voor langdurige zorg wilden doorvoeren. Die korting is nu van de baan.

 Directeur Veronique Esman: “de patiënt is hier de grote winnaar”

Veronique Esman, directeur van de Nederlandse ggz: “We zijn zeer verheugd met het vonnis, waarbij de patiënt de grote winnaar is. Deze uitspraak maakt duidelijk dat onze zorgen over de manier waarop de zorgkantoren eenzijdig ongefundeerde kortingen willen opleggen terecht zijn. De voorgenomen korting baarde ons grote zorgen, zeker met de instroom van 18.000 cliënten uit de WMO en Zvw vanaf 2021.”

De rechter heeft de voorgenomen korting geblokkeerd en de zorgkantoren opgedragen om gedegen onderzoek te doen naar wat voor de sector reële tarieven zijn. Veronique Esman: “We gaan graag op korte termijn in gesprek met de de zorgkantoren om zo te komen tot goede tariefafspraken.”

Lees hier het persbericht van de rechtbank.

Lees het hele vonnis hier.

Bron: denederlandseggz.nl

Dit bericht is 3448 keer gelezen.