Urban Mental Health: onderzoek invloed verstedelijking op angst, depressie en verslaving

Facebooktwitterlinkedinmail

1 juni 2021 – De mondiale verstedelijking heeft haar hoogtepunt nog lang niet bereikt: woont nu circa 50% van de wereldbevolking in stedelijk gebied, rond 2050 zal dat naar verwachting zijn toegenomen tot zo’n 70%. Stedelijke gebieden blijken economisch attractief en kennen vele verleidingen en verlokkingen, maar zijn tegelijkertijd, mentaal gezien, uitdagend en stressvol.

Het Centre for Urban Mental Health van de UvA onderzoekt de aard van die uitdagingen en interventie-strategieën, veelal vanuit interdisciplinair perspectief. Sinds kort wordt ook het honoursvak Urban Metal Health aangeboden vanuit het IIS. Prof. dr. Reinout Wiers en prof. dr. Claudi Bockting vertellen over het belang van discipline-overstijgend onderzoek en hun probleemgestuurde aanpak.

Oprichters van UvA’s Centre for Urban Mental Health – een samenwerking tussen de faculteiten Sociale – en Gedragswetenschappen, Geneeskunde, Natuur-, Wiskunde en Informatica en het Institute for Advanced Studies – zijn prof. dr. Reinout Wiers en prof. dr. Claudi Bockting.

Er is een verband tussen de mate van verstedelijking van een land en de mate waarin common mental disorders voorkomen. Denk dan vooral aan ‘de grote drie’: angst, depressie en verslaving. Die komen alle drie significant vaker voor in een stedelijke context.Prof. dr. Reinout Wiers
Claudi: ‘Tegelijkertijd zien we dat weliswaar veel onderzoek is gedaan naar bijvoorbeeld depressie, maar het weinig handvatten biedt bij het voorkomen of behandelen ervan. In het Centre for Urban Mental Health maken we gebruik van de inzichten van complex systems science waarin niet wordt gezocht naar één factor, bijvoorbeeld biologisch of sociaal, maar waarbij gekeken wordt naar netwerken van factoren die een rol spelen bij het ontstaan van een verschijnsel. Die netwerken zijn dynamische systemen die voortdurend in verandering zijn, de factoren zijn in beweging en beïnvloeden elkaar voortdurend.’

Reinout: ‘Simpel gezegd: in een stedelijke omgeving heb je meer kans om stress te ervaren. Door die stress zou je minder goed kunnen slapen waardoor je misschien geneigd bent daar middelen voor te gaan gebruiken. Dat kan weer je presteren op je werk beïnvloeden, je kunt je werk verliezen, je relaties kunnen schade oplopen, enzovoorts. Die factoren beïnvloeden, en in dit geval: versterken, elkaar allemaal. Én: je kunt ze niet van elkaar isoleren, je moet ze in hun samenhang beschouwen. Dan heb je dus een andere methode nodig om te ontdekken welke factoren en interacties tussen die factoren van belang zijn bij het ontstaan en de instandhouding van aandoeningen.’

Disciplines overstijgen
Claudi: ‘Het betekent dus bijna per definitie dat je mensen uit uiteenlopende disciplines nodig hebt om urban mental health issues te bestuderen en op een manier die de verschillende disciplines overstijgt. Denk aan disciplines als de neurobiologie, psychologie, sociologie, public health, psychiatrie, maar ook communicatie. Dat zien we ook terug in het honoursvak dat we geven: de studenten hebben allerlei achtergronden. Dat is enorm stimulerend. Sowieso is het geweldig om met ontzettend slimme studenten bij elkaar te zitten en de passie met elkaar te delen die wij al langer hebben: waarom floreert de een in de stad en loopt een ander juist helemaal vast?’

Reinout: ‘We gebruiken de probleemgestuurde aanpak, juist omdat die heel goed werkt als je mensen van verschillende disciplines bij elkaar brengt die samen over complexe problemen nadenken. Studenten komen zelf met een probleem dat ze willen bestuderen en dan zie je dat iedereen vervolgens met haar eigen voorkennis komt. Als groepje ga je dan in kaart brengen wat je samen al weet maar vooral wat je nog niet weet. De probleemgestuurde aanpak werkt, zo hebben we nu ook weer gemerkt, heel motiverend voor studenten. Het is een activerende aanpak en verschilt ook daarin sterk van de klassieke aanpak waarin je als student toch meer passief toehoorder bent.’

Je ziet soms heel mooie wetenschappelijke ideeën ontstaan, nieuwe hypotheses die onmiddellijk rijp zijn om te worden onderzocht. Je gaat met elkaar de uitdaging aan om naar het systeem als geheel te kijken. Om niet overal de expert in te zijn maar wel te mogen hypothetiseren. Dat is een heel mooie vingeroefening in academische vrijheid.prof. dr. Claudi Bockting

Diepgaande discussies
Irina de Haas is tweedejaars student Psychobiologie aan de UvA en volgde het honoursvak Urban Mental Health: ‘Mijn studie is vooral op het individu gericht en het leek me interessant om onderzoek te doen dat meer in de context en ten doel van de maatschappij staat. Breder. Mentale gezondheid in een urbane setting. Maar het was uiteindelijk nóg breder dan ik vooraf verwachtte. Het ging ook over de invloed van sociale media. Over epi genetica. Over zoveel dingen. Ervaringen met de probleemgestuurde aanpak had ik nog niet. Ik moest er wel even aan wennen. Je moet heel veel zelf doen, hoewel er wel begeleiding is. Maar juist daardoor leer je heel veel van elkaar, en je komt in aanraking met vakgebieden waar je normaal nooit mee te maken hebt. Je zit elke week echt in diepgaande discussies. Ik neem hier wel dingen uit mee voor het vervolg van mijn studie, bijvoorbeeld denken vanuit het complexiteitsmodel. Ik merk dat ik nu anders naar dingen kijk. Minder lineair, meer vanuit complexe verbondenheid.’

Bron: uva.nl 

Dit bericht is 2229 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail