Schade aan haarvaten kan tot depressie leiden

Facebooktwitterlinkedinmail

30 juni 2017 – Er is een directe relatie tussen schade aan de haarvaten (de microcirculatie) en depressie. Schade aan de microcirculatie verhoogt de kans op het krijgen van een depressie met 20 tot 50 procent. Dat hebben onderzoekers van het Maastricht UMC+ vastgesteld. De bevinding over de relatie tussen de microcirculatie en depressiviteit is onlangs gepubliceerd in het toonaangevende tijdschrift JAMA Psychiatry.

Patiënten die aan diabetes type 2 lijden, volksziekte nummer 1, hebben een twee keer zo groot risico op het ontwikkelen van een depressie als gezonde personen. Waarom dat zo is, was tot nu toe niet bekend. Wel was al langer bekend dat diabetes type 2 (evenals hoge bloeddruk) leidt tot schade aan de microcirculatie, de kleinste bloedvaten van ons vaatstelsel. Een slecht functionerende microcirculatie komt veelvuldig voor bij volwassenen. Het hoeft niet onmiddellijk negatieve consequenties te hebben, omdat de natuur behoorlijk wat reservecapaciteit heeft ingebouwd. Maar als er te veel schade is ontstaan, heeft dat wel degelijk consequenties. De haarvaten leveren zuurstof en voeding aan alle delen van het lichaam, en dus ook naar de regionen in de hersenen die onze stemming reguleren. En als die aanvoer gemankeerd is, wordt onze stemming negatief beïnvloed.

Metingen
De onderzoekers baseren hun conclusies op literatuurstudie, maar ook op eigen metingen van de microcirculatie die verkregen zijn door middel van beeldvorming (MRI), biomarkers in het bloed, en onderzoek naar het functioneren van de haarvaten in onder meer de huid en het netvlies. Die metingen van de haarvaten, verricht in het kader van De Maastricht Studie, zijn buitengewoon lastig. Schade aan de grote vaten is relatief gemakkelijk vast te stellen, maar de haarvaten laten zich maar moeilijk meten, omdat de minste of geringste beweging van de proefpersoon de meting verstoort en onbetrouwbaar maakt.

Behandeling
De onderzoekers gaan ervan uit dat schade aan de microcirculatie medicinaal te behandelen is. Bepaalde middelen tegen hoge bloeddruk verbeteren de microcirculatie wel enigszins, maar een echt medicijn is er nog niet. Om zo’n middel te ontwikkelen is meer inzicht nodig in de onderliggende mechanismes die depressie veroorzaken.

Marnix van Agtmaal doet momenteel promotieonderzoek naar de relatie tussen beschadigde microcirculatie en depressie. Hij verwacht zijn proefschrift begin 2018 te kunnen presenteren. De publicatie in JAMA Psychiatry is terug te vinden via de volgende link: http://jamanetwork.com/journals/jamapsychiatry/fullarticle/2629521?resultClick=1

Brom: mumc.nl

Dit bericht is 5318 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail