Psychiatrie in de klas: één op de vier leerlingen een zorgleerling?

Facebooktwitterlinkedinmail

20 november 2017 – “Alle kinderen moeten op een school zitten die past bij hun kwaliteiten en mogelijkheden. Ook als zij extra ondersteuning nodig hebben. Dat is het uitgangspunt van passend onderwijs. Lukt dat niet op de school waar u uw kind had aangemeld? Dan moet er een school worden gevonden die de begeleiding wel kan bieden. Dat kan een speciale school zijn. Passend onderwijs geldt voor kinderen in het basisonderwijs en jongeren in het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs.” 

Tot zover de tekst op de site van de Rijksoverheid. Een eenvoudig en respectabel statement, maar de werkelijkheid ligt ingewikkelder. Dezelfde site meldt namelijk, dat als een kind niet te handhaven is vanwege zijn problemen, een school dat kind van school mag sturen, mits er een andere school gevonden wordt die bereid is dat kind toe te laten. Daargelaten dat de meeste schoolbesturen kinderen om emotionele redenen niet graag van school zullen sturen – ze voelen zich immers betrokken – ontstaat er daarmee ook een praktisch probleem: het niet-te-handhaven-kind moet op een andere school worden toegelaten vóór het van school gestuurd kan worden. Kinderen met psychische problemen zullen dan ook vaak blijven op de school waar ze al zitten: het reguliere onderwijs.

Als onderdeel van een hele bijlage over het onderwijs en kinderen met psychische problemen (in de GGZTotaal van november) geeft Jeannet Appelo een beknopt overzicht van de situatie in het onderwijs waar het kinderen met psychische problemen betreft.  Bijna driekwart (74 procent) van de leerkrachten zegt één of meerdere leerlingen in de klas te hebben die, in hun ogen, beter af zouden zijn in het speciaal onderwijs. Negentig procent zegt te weinig tijd te hebben voor de extra ondersteuning die bijvoorbeeld leerlingen met gedragsproblemen, een handicap of autisme nodig hebben. Dat zou niet liggen aan de verschuiving van speciaal onderwijs naar regulier onderwijs, want volgens de Inspectie van het Onderwijs heeft 81,7% van de reguliere basisscholen er in 2016 geen enkele leerling vanuit het speciaal onderwijs bij gekregen.

Toch is één op de vier leerlingen een zorgleerling. Dat is veel, erg veel. Om wat voor zorg het dan gaat is lastig te achterhalen, maar Appelo geeft wel een paar geschatte cijfers, afkomstig van het Nederlands jeugd Instituut: 2% tot 7% van de jongeren heeft ADHD, autisme komt voor bij drie procent van de 4 tot 12-jarigen. Ruim 13 procent van de jongeren van 11 tot 17 jaar geeft aan gedragsproblemen te hebben, vier procent van de 12 tot 18-jarigen zegt langer dan een half jaar depressief te zijn geweest. Eetstoornissen komen (met een brede marge) voor bij een half tot anderhalf procent van alle leeftijdsgroepen en ongeveer een op de tien middelbare scholieren heeft zich in het afgelopen jaar wel eens verwond.

Ga voor het hele artikel naar GGZTotaal: Psychiatrie in de klas

In dezelfde bijlage:
‘Spiegeldromen’: Een ontroerende documentaire over leerlingen van de praktijkschool

Hoe het ADHD concept het onderwijs dreigt te verarmen: Sanne te Meerman over Reïficatie

“Het doel van je contact is lesgeven. Niet hulpverlenen.”: Drie docenten over kinderen met problemen op hun school

Dit bericht is 4207 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail