Nederlandse veteranen voelen zich onbegrepen

Facebooktwitterlinkedinmail

21 mei 2022 –  Veteranen ervaren stereotypering en desinteresse in de maatschappij. Dat blijkt uit onderzoek van antropoloog Yvon de Reuver, die op 23 mei promoveert aan de Radboud Universiteit. Zo zouden veteranen lijden aan psychische problemen als gevolg van hun diensttijd. Maar herkennen veteranen zich in dat beeld? De Reuver onderzocht wat veteraan-zijn voor henzelf betekent.

Militairen die zijn ingezet tijdens oorlogen of vredesmissies krijgen het predicaat ‘veteraan’, dat vooral na de diensttijd betekenis krijgt. Vanaf dat moment worden ze regelmatig als groep aangesproken. Ze kunnen bijvoorbeeld aanspraak maken op speciale zorg, financiële steun en begeleiding.

Maar naast die officiële status krijgen oud-militairen te maken met maatschappelijke opvattingen over veteranen en de (oorlogs)missies waarin zij dienden. Daarin voelen ze zich vaak onbegrepen, blijkt uit promotieonderzoek van antropologe Yvon de Reuver, onderzoeker aan het Nederlands Veteraneninstituut. Tijdens haar promotietraject aan de Radboud Universiteit interviewde ze bijna vijftig veteranen: oud-militairen die dienden in Libanon (1979-1985), Srebrenica (1994-1995) en Uruzgan (2006-2010).

Onbegrip
Uit eerder onderzoek bleek dat tachtig procent van de Nederlanders waardering zegt te hebben voor veteranen, maar dat slechts een derde van de veteranen die waardering voelt. De Reuver onderzocht de oorzaken van dat verschil. Veel geïnterviewden merkten op hoe weinig kennis er is in de samenleving van wat de krijgsmacht doet. De Reuver: ‘Ze krijgen vragen als: ‘hoeveel mensen heb je doodgeschoten?’ En sommige mensen vergelijken een militaire missie met backpacken in Azië.’

Veel van de geïnterviewde oud-militairen vinden het vervelend dat het begrip veteraan geassocieerd wordt met psychisch lijden, vervolgt de onderzoeker. Toch hebben ze die associatie zelf ook. ‘Ik sprak een heel actieve Libanonveteraan, die zelfs een mini-Libanonmuseum had. Maar toen ik vroeg wat veteraan-zijn voor hem betekende, antwoordde hij dat hij zich geen veteraan voelde, omdat hij geen psychische problemen had.’

Zulke tegenstrijdigheden kwamen vaker naar voren in het onderzoek. Zo praten veteranen onderling veel met elkaar over het onbegrip in de samenleving. Met buitenstaanders praten ze juist minder over hun oorlogservaringen, wat weer bijdraagt aan de onwetendheid.

‘Het is een soort vicieuze cirkel,’ zegt De Reuver. ‘Het gevoel onbegrepen te zijn versterkt het wij-zij-denken onder veteranen. Geïnterviewden noemen daarbij zelf ook eigenschappen die zij typisch vinden voor veteranen, zoals meer gericht zijn op actie en het collectief, in plaats van op praten en het individu, zoals gewone burgers.’

Gedesillusioneerde helpers
Ideeën over veteranen in de samenleving staan soms ver af van hoe veteranen zichzelf zien, volgens De Reuver. ‘Zo werden Uruzgan-veteranen de afgelopen jaren in de media vaak gepresenteerd als gedesillusioneerde helpers, zoals in het nieuws over de machtsovername door de Taliban in 2021. Maar dat beeld zag ik niet terug in mijn gesprekken met veteranen. Zij waren vooral trots op hoe getraind ze waren en hoe ze zich staande hadden gehouden. Het ging niet over het hogere doel van democratie brengen.’

‘Daar moet ik wel bij zeggen dat de interviews plaatsvonden tussen 2016 en 2018. Het zou kunnen dat ze er nu anders over denken. Maar er lijkt in het publieke beeld van de veteraan weinig ruimte te zijn voor bijvoorbeeld masculiniteit. Daarmee doen we geen recht aan de ervaringen van veteranen en stoten we een deel van de geschiedenis af.’

Het Nederlandse veteranenbeleid is ontwikkeld in de tijd dat de psychische aandoening PTSS bekend werd. Daardoor ligt de focus volgens De Reuver misschien te veel op erkenning en zorg voor veteranen die te lijden hebben onder hun oorlogservaring, terwijl zij een minderheid vormen. ‘Tegelijkertijd betekent de veteranenstatus veel voor gekwetste veteranen, die natuurlijk goede zorg verdienen. Uiteindelijk is het vooral belangrijk dat alle veteranen zich weer thuis gaan voelen in de Nederlandse samenleving. Het beleid kan zich daar nadrukkelijker op richten.’

Het Nederlands Veteraneninstituut zet zich in om de ruim 100.000 Nederlandse veteranen de erkenning, waardering en zorg te geven die zij verdienen. We ondersteunen veteranen van defensie, politie, brandweer, ambulance en oorlogsgetroffenen WOII. De thuisbasis van het NLVi in Doorn is dé plek voor ontmoeten en verbinden; daar voelen veteranen zich altijd welkom. Met onze ruim 200 gedreven medewerkers bundelen we onze kracht, kennis en ervaring met andere organisaties en maatschappelijke partijen, en zijn steeds op zoek naar vernieuwing om onze missie nog beter uit te kunnen voeren. Zo bouwen we met elkaar aan een samenleving waarin elke veteraan zich thuis voelt.

Bron: ru.nl 

Dit bericht is 1829 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail