MIND tegen rookverbod in ggz en forensische zorg

Facebooktwitterlinkedinmail

28 maart 2025 –  MIND is geen voorstander van een algeheel rookverbod in de ggz of forensische zorg. Dit verbod druist in tegen artikel 10 van de Grondwet: het recht op eerbiediging van iemands persoonlijke levenssfeer. Dit mensenrecht moet wat ons betreft ten alle tijden gelden, of je nu opgenomen bent of niet. Daarnaast is een rookverbod niet goed voor de behandelrelatie tussen professional en cliënt. MIND vreest bovendien dat een deel van de mensen een vrijwillige opname uit de weg zullen gaan als het rookverbod wordt gehandhaafd.

Impact op mentale welzijn
Een rookverbod is in onze ogen niet in het belang van de patiënt en heeft impact op de behandelrelatie tussen professional en patiënt. Het verbod werkt averechts in het opbouwen van een vertrouwensrelatie tussen die twee. De stress die het verbod oplevert, komt bovenop de stress die iemand al tijdens een opname ondervindt. Zo verslechtert het verbod iemands mentale welzijn, juist op het moment dat het al heel slecht gaat. Bovendien blijven mensenrechten gelden als iemand wordt opgenomen. Ook als dit onder dwang of strafrechtelijk plaatsvindt.

MIND steunt het ingenomen standpunt van de Stichting Patiënt Vertrouwens Persoon (PVP) hierover. Zij schrijven in een brief: “dat ggz-instellingen op grond van het Preventieakkoord enerzijds gehouden zijn om een rookvrij-beleid te implementeren, maar moeten anderzijds ook rekening moeten houden met de rechten van cliënten. Daarbij prevaleren de wettelijke regelingen als de Tabaks- en rookwarenwet, het Tabaks- en rookwarenbesluit en de Wvggz boven de afspraken in het Nationaal Preventieakkoord. Er bestaat geen wettelijke plicht om roken in privéruimten van de cliënt en in de open lucht op (en buiten) het terrein van een ggz-instelling te verbieden (art. 6.2 lid 1 sub a en sub b Tabaks- en rookwarenbesluit).”

Voorstander van gezonde leefstijl
MIND is wel groot voorstander van aandacht voor een gezonde leefstijl van cliënten. Wij pleiten ervoor om tijdens de opname een gezonde leefstijl onderdeel te maken van de behandeling. Ook hier past het principe van ‘samen beslissen’ waar behandelaar en cliënt samen kijken naar de beste passende wijze om te stoppen met roken. Uit onderzoek door MIND blijkt dat langdurige motivatie en steun dan belangrijke factoren zijn om deze gezonde leefstijl aan te leren en vast te houden.

Rechtelijke uitspraken
Met de recente uitspraak over het rookverbod bij tbs-kliniek De Mesdag, hebben we de indruk dat het werknemersbelang boven het patiëntbelang wordt gesteld. MIND vindt dat het patiëntbelang voorop moet staan en dat de instelling moet zoeken naar alternatieven. Alternatieven waarbij patiënten in de gelegenheid worden gesteld om te kunnen roken zonder dat de werknemers hier hinder van ondervinden zoals bijvoorbeeld speciale rookruimtes of buitenruimtes.

In 2023 oordeelde de rechtbank Oost Brabant dat ggz Eindhoven geen algeheel rookverbod mocht instellen.

Bron: mindplatform.nl

Dit bericht is 1117 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail