Met een hink-stap-sprong naar een betere psychische gezondheid?

Facebooktwitterlinkedinmail

21 januari 2019 – Lichaamsbeweging speelt een belangrijke rol in het verbeteren van de psychische gezondheid, maar wordt nog niet als standaard binnen traditionele gz-behandelmethodes toegepast. Wat ligt hieraan ten grondslag en op welke manier kunnen lifestyle-factoren wél binnen zorgtrajecten opgenomen worden?

Meer sporten is één van de meest populaire goede voornemens, maar nu we inmiddels een aantal weken verder zijn, hebben veel mensen het helaas alweer opgegeven. En dat is jammer, want regelmatig bewegen verbetert niet alleen het algemeen welzijn, maar ook de mentale gezondheid. Het verhoogt onder andere het cognitief functioneren en vermindert psychische klachten als depressie en angst.

Het is voor mensen met geestelijke gezondheidsklachten moeilijk om goede voornemens vol te houden. Het wordt hen gauw teveel in hun hoofd. Juist deze groep heeft een extra steuntje in de rug nodig, maar helaas is lichaamsbeweging geen vanzelfsprekend onderdeel binnen de geestelijke gezondheidszorg (GGZ).

Uit cijfers van het Landelijk Platform GGZ (2014) bleek dat 72 procent van de patiënten nooit of veel te weinig advies heeft gekregen ter bevordering van een gezonde levensstijl of lichamelijke gezondheid. Ondertussen groeit het wetenschappelijk bewijs dat lichaamsbeweging een grotere plaats verdient in de GGZ naast medicatie en psychotherapie in de behandeling van mentale problemen. Er kan op dit terrein dus nog veel winst geboekt worden binnen de GGZ.

GGZ & Collaborative Care

Wat er op dit moment vooral ontbreekt is een holistisch kader, waarin er zowel naar de psychische als naar de lichamelijke gezondheid wordt gekeken. Wanneer artsen of psychologen weinig tot geen beweging voorschrijven, is dit tevens te wijten aan een gebrek aan kennis over fysieke activiteit als behandelvorm.

Dit laatste probleem kan worden opgelost door beweging als behandelvorm aan te bieden binnen een multidisciplinaire GGZ. Door bijvoorbeeld samen te werken met experts op het gebied van beweging, die het fysieke niveau van de patiënt inschatten en op maat gemaakte oefeningen samenstellen om zo tot de gewenste gezondheidseffecten te komen.

Psychologen en therapeuten spelen een enorm krachtige rol in dit proces. Zij begeleiden mensen niet alleen bij deze gedragsverandering, maar reiken hen ook de handvatten aan om de motivatie groot te houden zodat zowel de lichamelijke als de psychische gezondheid optimaal kunnen worden verbeterd.

Vernieuwende zorgpaden
In een sector waar budgetten onder druk staan en therapeuten te kampen hebben met een hoge werkdruk, is het niet altijd makkelijk voor GGZ-organisaties om zorgverlenend personeel ter zijde te staan met de juiste middelen en steun.

Om tot een multidisciplinaire en holistische aanpak te kunnen komen, is het belangrijk om zorgprocessen anders in te richten en te kijken naar nieuwe en innovatieve zorgpaden binnen de GGZ. Het gebruik van technologie in de zorg, zoals eHealth, kan zorgprocessen ook substantieel verbeteren. De eerste multidisciplinaire en holistische zorgpaden bestaan inmiddels al en samen met een slimme inzet van technologie kan het gebrek aan kennis, tijd, steun en middelen binnen de GGZ met de noorderzon verdwijnen.

Was het maar waar dat het overwinnen van of leren leven met een psychische aandoening net zo gemakkelijk is als de hink-stap-sprong, maar helaas is dit niet zo. De GGZ kan echter niet langer los van andere lifestyle-problemen worden gezien en het is daarom essentieel dat zorgverleners holistisch en multidisciplinair gaan werken. Door de patiënt centraal te stellen en individuele zorgpaden samen te stellen, waarin óók ruimte is voor lichaamsbeweging en andere lifestyle-factoren, is de kans op succes namelijk veel groter.

Artikel van Pauline Post, psychologe en co-founder van Oh My Mood

Dit bericht is 6478 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail