Kijktip vanavond: Risico op misdiagnose in de ggz door gebrek aan tijd en geld

Facebooktwitterlinkedinmail

19 april 2021 – Mensen met complexe psychiatrische problemen lopen soms jaren rond met een verkeerde diagnose, of een gemiste hoofddiagnose. Dit kan ernstige gevolgen hebben, want een verkeerde diagnose kan leiden tot een onjuiste behandeling, of een behandeling die zelfs averechts werkt. De psychiaters en klinisch psychologen die Pointer de afgelopen weken sprak voor hun onderzoek ‘Verkeerd gediagnosticeerd’, zijn kritisch over de kwaliteit van de diagnostiek in de geestelijke gezondheidszorg. De uitzending ‘Verkeerd gediagnosticeerd’ is van Pointer is vanavond te zien op NPO2 om 22.15 uur.  

Lager opgeleiden doen diagnostiek 
Het risico op misdiagnoses wordt volgens professionals vergroot door bezuinigingen binnen de ggz. Volgens klinisch psycholoog Jan Derksen, die decennialang psychodiagnostiek doceerde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen, leidt dat er onder meer toe dat ggz-instellingen de diagnostiek vaker overlaten aan onervaren professionals. Derksen: “Met de lager opgeleiden worden gaten gevuld en de wachtlijsten verminderd. Dan sturen we een patiënt door naar een ggz-instelling en dan doet een voormalig student van mij de intake. En dát is dan de gespecialiseerde zorg.”

‘Juist ggz-behandelaren die in korte tijd een diagnose stellen, zou je moeten wantrouwen’
Gebrek aan tijd en geld in ggz-instellingen kan leiden tot te snelle conclusies, vindt Paul van der Heijden, klinisch psycholoog op de adolescentenafdeling bij Reinier van Arkel, een grote ggz-instelling in Den Bosch. “Simpelweg omdat een intake maar 3 kwartier duurt. Dan moet je al een voorlopige diagnose stellen. Dat is echt een probleem.” Een voorlopige diagnose geeft volgens hem meteen al richting en soms ook de verkeerde. “Dan moet je van goede huizen komen om als behandelaar te zeggen dat dat niet klopt.”

‘Oppervlakkige diagnostiek’ 
Een ander probleem is dat de diagnostiek steeds meer gebaseerd wordt op de DSM, het handboek voor de classificatie van psychische stoornissen. “Buitengewoon oppervlakkige diagnostiek”, noemt psychiater Michiel Hengeveld dit. Hij is verantwoordelijk voor de vertaling van dit van oorsprong Amerikaanse handboek, maar vindt dat het handboek een te grote rol speelt in de diagnostiek. Ook individuele oorzaken, aanleg en de persoonlijke omstandigheden van een patiënt zouden in kaart moeten worden gebracht. Hengeveld: “Het probleem lijkt in de praktijk te zijn dat dit boek doorgenomen wordt, dat de therapeut naar de cliënt kijkt, wat criteria afvinkt en dan met een diagnose komt.”

Bron en uitgebreid artikel: pointer.kro-ncrv.nl 

 

Dit bericht is 5190 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail