Hogere prijs antidepressivum kost 5 miljoen extra

Facebooktwitterlinkedinmail

antidepressiva

30 mei 2016 – Apothekers verstrekten in 2015 voor € 52 miljoen aan antidepressiva. Ongeveer 10% daarvan was het gevolg van een tijdelijke prijsverhoging van het antidepressivum Parnate. Dit maskeerde de besparing door patentverloop van Laprexo.

De fabrikant van Parnate (tranylcypromine) verhoogde in juni 2015 onverwacht de inkoopprijs met ruim 500%. Dit middel is in Nederland niet geregistreerd, maar mag wel worden ingezet bij depressieve patiënten die niet behandelbaar zijn met de gebruikelijke antidepressiva.
Ongeveer tegelijkertijd besloot het Zorginstituut dat tranylcypromine niet meer voor vergoeding als weesgeneesmiddel in aanmerking kwam, omdat het volgens de geldende criteria door te veel mensen – een kleine tweeduizend – werd gebruikt. Dat mogen er niet meer dan 1 op de 150.000 zijn.
De prijsverhoging leidde in combinatie met de vergoedingsmaatregel tot veel commotie. Hierdoor deed de fabrikant de prijsverhoging na drie maanden weer teniet en besloten de zorgverzekeraars het middel gedurende het verzekeringsjaar 2015 nog te blijven vergoeden.

De tijdelijke prijsverhoging kostte de zorgverzekeraars zo’n € 5 miljoen extra. In totaal kwamen de materiaalkosten voor dit middel (zonder de zorgvergoeding voor de apotheek) in 2015 uit op € 10,5 miljoen. Voor alle antidepressiva die uit het basispakket worden vergoed, bedroegen de materiaalkosten in 2015 € 52 miljoen. Gebaseerd op gegevens over de eerste vier maanden van 2016, komen deze kosten dit jaar naar verwachting uit op € 40 miljoen. De tijdelijke prijsverhoging van Parnate maskeerde de besparingen ten gevolge van de beschikbaarheid van generieke vormen van escitalopram (Laprexo) sinds de zomer van 2014. Op jaarbasis komen deze besparingen uit op € 10 miljoen.
Overigens blijkt uit de verstrekkingsgegevens van apotheken over de eerste maanden van 2016 dat het schrappen van de vergoeding geen invloed heeft op het gebruik van tranylcypromine.

2016-21-f1-1

Gebruikers

Het aantal gebruikers van escitalopram in 2015 was 70.000. Het was daarmee het op zes na meest gebruikte antidepressivum. In totaal gebruikten ongeveer 1,1 miljoen mensen een antidepressivum. Dat aantal nam de laatste jaren met gemiddeld 1,7% per jaar toe. Amitriptyline, behorend tot de klassieke antidepressiva, wordt met ruim 200.000 gebruikers het meest toegepast. Hoewel dit middel is ingedeeld bij de antidepressiva kent het tal van andere toepassingen. Het aantal gebruikers daarvan blijft toenemen; vijf jaar geleden waren er 30.000 gebruikers minder.
Het omgekeerde geldt voor paroxetine, nummer twee op de lijst. Dit antidepressivum van het SSRI-type had in 2015 ongeveer 180.000 gebruikers, 30.000 minder dan in 2010. Citalopram, chemisch verwant aan escitalopram, had vorig jaar vrijwel evenveel gebruikers als paroxetine, maar werd toen wel door 25.000 mensen meer gebruikt dan vijf jaar geleden.
Onder de ruim 1 miljoen gebruikers van antidepressiva waren de afgelopen twee jaren jaarlijks ongeveer 280.000 starters. Een starter is volgens de definitie die bij deze telling is gebruikt, iemand aan wie in de twaalf maanden voorafgaand aan de ‘start’-verstrekking geen antidepressivum ter hand is gesteld. In beide jaren was bij ongeveer 67% de huisarts de initiator van de therapie.

 

Bron: sfk.nl 

Dit bericht is 3059 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail