10 januari 2025 – Sociale samenhang gaat over het meedoen van de Nederlandse bevolking in de samenleving en het vertrouwen dat die bevolking heeft in anderen en in instituties. Het CBS heeft een onderzoek uitgevoerd onder mensen die in participatie en vertrouwen aan de kant staan.
In Nederland is het vertrouwen in anderen relatief hoog en veel mensen zijn actief. Toch leven ook hier mensen sociaal in de marge; zij doen weinig mee in de maatschappij én hebben weinig vertrouwen in anderen en instituties. Over hen gaat dit onderzoek. De vraag is wie het zijn? Om welke groepen gaat het vooral en welke achtergrondkenmerken hebben ze?
Een sterke sociale samenhang houdt in: veel participatie van inwoners in de vorm van frequent sociaal contact, actief zijn in organisaties en betrokken zijn bij de politiek. Daarnaast wordt een sterke sociale samenhang bepaald door een hoog vertrouwen in de medemens en instituties. Naast participatie en vertrouwen is ook integratie een belangrijke pijler van de sociale samenhang. Daarbij gaat het om de mate waarin alle leden van een samenleving participeren en vertrouwen hebben in zowel instituties als in andere personen (Schmeets, 2022). Deze drie pijlers – vertrouwen, participatie en integratie – zorgen voor sociale cohesie en dragen daarmee bij aan een leefbare samenleving.
Het CBS meet sinds 2012 de sociale samenhang in Nederland met de enquête Sociale samenhang en welzijn (Statline, 2024a; 2024b). Daaruit blijkt, over het algemeen, geen achteruitgang van de sociale samenhang. Deze bleef redelijk stabiel over de jaren. Wel waren er ten tijde van de coronapandemie een aantal verschuivingen te zien (Schmeets, 2022). Uit kwartaalcijfers over die periode blijkt dat de gemiddelde participatie daalde na het eerste kwartaal van 2020, terwijl het vertrouwen juist toenam. Het sociale vertrouwen, dus of mensen vertrouwen hebben in elkaar, laat al langer een stijgende trend zien.
De belangrijkste bevindingen van het onderzoek zijn:
- Meedoen of participatie bleef sinds 2017 nagenoeg stabiel. Dit is, op een tijdelijke stijging tijdens de cororonajaren na, voor de somscore van het vertrouwen ook zo.
- Mannen, leeftijdsgroepen vanaf 55 jaar, mensen met een vmbo-niveau of daarmee vergelijkbaar en mensen met een lager inkomen staan vaker sociaal aan de kant dan vrouwen, 55-minners en hbo- of wo-opgeleiden.
- Mensen die in Nederland zijn geboren, van wie de ouders dat ook zijn, leven minder vaak in de marge dan andere groepen.
- Binnen de groep die sociaal buitenspel staat, zijn, vergeleken met de totale Nederlandse bevolking, mannen, 55-plussers en mensen met een vmbo-niveau of daarmee vergelijkbaar oververtegenwoordigd. Mensen met een Nederlandse herkomst zijn juist ondervertegenwoordigd.
Lees het uitgebreide onderzoek hier.
Dit bericht is 520 keer gelezen.