Begrip ‘geest’ in gezondheidszorg niet adequaat en verwarrend

Facebooktwitterlinkedinmail

27 november 2017 – In ons alledaagse taalgebruik, maar vooral binnen de gezondheidszorg wordt er over mensen gesproken alsof zij uit een lichaam en een geest bestaan, als twee verschillende entiteiten. Dit van oorsprong filosofische onderscheid wordt in de medische wetenschap vreemd genoeg letterlijk genomen. Onverklaarbare klachten heten dan psychisch, een verschijnsel dat we psychologisering noemen. Bij neurologisering wordt er aangenomen dat alle klachten veroorzaakt worden door een disbalans in de hersenen. Hoogleraar Medical Humanities Jenny Slatman betoogt in haar oratie op 24 november dat deze beide verklaringsmodellen vaak niet adequaat zijn omdat ze uitgaan van een zeer beperkt begrip van lichaam en lichamelijkheid. Zij roept op het begrip ‘geest’ in de gezondheidszorg te schrappen.

Dit onderscheid tussen lichaam en geest vinden we al bij de 17e eeuwse filosoof Descartes, maar bij hem kwam dat voort uit een filosofische denkoefening en had het weinig van doen met het alledaagse leven of met gezondheidsproblemen.

Het wonderlijke is nu dat het in onze geneeskunde wel een probleem is geworden. Dit heeft met taal te maken. Het spreken van een onderscheid tussen lichaam en geest heeft ertoe geleid dat er binnen de gezondheidszorg ook echt vanuit wordt gegaan dat er in de realiteit zo’n onderscheid is: dat mensen daadwerkelijk uit een stukje lichaam en een stukje geest zouden bestaan.

Somatische onverklaarde klachten

De opvatting van een dergelijk gespleten realiteit brengt nogal wat problemen met zich mee. Om deze ‘onverklaarde’ klachten toch te duiden wordt er gauw vanuit gegaan dat de oorzaak ervan psychisch moet zijn. Zo laat het fenomeen SOLK (somatisch onverklaarde lichamelijke klachten) zien dat het veronderstelde lichaam-geest onderscheid uitloopt in een impasse, en zelfs in een virulente politieke strijd, met vooralsnog alleen maar verliezers.

Het is volgens Slatman van groot belang dat ze een breder begrip van lichamelijkheid kunnen ontwikkelen. Omdat de term ‘geest’ ons het zicht belemmert op de concrete lichamelijke ervaringen van mensen stelt Slatman voor dit woord te schrappen uit het woordenboek van de gezondheidszorg.

Filosofe Jenny Slatman (1969) werkte van 2010-2016 als universitair hoofddocent aan Maastricht University, waar ze de onderzoeksgroep Bodily Integrity of Blemished Bodies leidde dat gefinancierd werd door een NWO-Vidi beurs. Van 2004-2010 was ze ook al verbonden aan Tilburg University, als universitair docent bij het departement Filosofie van de Tilburg School of Humanities. Sinds 1 januari is zij benoemd als hoogleraar Medical Humanities bij de Tilburg School of Humanities. In februari 2017 werd haar een NWO-VICI beurs toegekend.

Bron: tilburguniversity.edu

Dit bericht is 3635 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail