Dit zijn minder bekende maar veel voorkomende fobieën

Facebooktwitterlinkedinmail

13 november 2020 – Wist jij dat er wel meer dan 500 fobien zijn? Voor de meeste wel bekend zijn de Arachnofobie (spinnenangst), Aviofobie (vliegangst) of musofobie (angst voor muizen), maar heb jij wel eens gehoord van optofobie (angst om je ogen open te doen) of gephyrofobie (angst om bruggen over te steken) ?

Mensen met een fobie zijn bang voor specifieke dingen, dieren of situaties. Deze angst kan samengaan met lichamelijke verschijnselen als hevig transpireren, hartkloppingen, een drukkend gevoel op de borst en paniekgevoelens. Ook al weet de persoon in kwestie dat zijn angst ongegrond is, de angst wint het bijna altijd van deze wetenschap. Heel veel mensen hebben ongegronde angsten. Er wordt echter pas van een fobie gesproken als de angst het dagelijks leven ernstig belemmert.

Dit zijn veel voorkomende maar minder bekende fobieën;

Brontofobie

Brontofobie, brontefobie of tonitrofobie is een abnormale angst voor onweer, in het bijzonder voor donder/donderslagen. Brontofobie is een behandelbare fobie, die zich zowel bij mens als dier kan ontwikkelen.   Als synoniem wordt ook keraunofobie gebruikt, wat ook omschreven wordt als angst voor onweer. Het begrip keraunofobie kan echter ook duidelijk anders omschreven worden als angst voor bliksem net zoals astrapofobie.

Ben jij ook extreem bang voor onweer? No worries, je bent dus absoluut niet de enige.  Brontofobie staat in de top 10 meest voorkomende fobieën ter wereld. Deze fobie is goed te behandelen door een psycholoog.

Trypofobie

Trypofobie is een vermeende angst voor objecten met kleine gaten, zoals bijenkorven, mierenhopen, kopjes van lotuszaad, een spons of bijvoorbeeld een kopje koffie met een schuimlaagje erop.  De term werd voor het eerst gebruikt in 2005 en is een combinatie van het Griekse trypo (perforeren of boren van gaten) en fobie.  Hoewel de fobie niet officieel erkend is en niet is opgenomen in de DSM zijn er naar schatting duizenden eronder te lijden T

Misofonie

Heeft u last van heftige emoties die bij u worden opgeroepen bij het horen van bepaalde geluiden zoals bijvoorbeeld smak- en slikgeluiden? En zijn deze emoties zo heftig dat u ze gaat vermijden en het effect heeft op uw functioneren? Dan kan het zijn dat u Misofonie heeft.

Misofonie is een vorm van verminderde geluidstolerantie. Misofonie betekent letterlijk ‘haat tegen geluid’. Bij mensen met Misofonie treden gevoelens van woede en walging op bij het horen van bepaalde, meestal door mensen geproduceerde, geluiden. Vaak betreft het mond- en keelgeluiden als smakken, slikken, ademhalen en kuchen.

De oorzaak van Misofonie
Misofonie kan voorkomen bij mensen met een normaal gehoor, of bij mensen met verschillende vormen van gehoorverlies. De verklaring voor wat er in het brein van Misofonie-patiënten gebeurt, zal dus dieper in het brein moeten liggen. In recent hersenonderzoek in het AMC is met behulp van electro-encefalografie (EEG) gekeken hoe in het brein de automatische geluidsfiltering verloopt. Bij Misofonie-patiënten lijkt deze automatische filtering minder goed te verlopen in vergelijking tot mensen zonder Misofonie. Dit zou mogelijk kunnen leiden tot de overprikkeling en heftige emoties. Vervolgonderzoek met andere beeldvormende technieken zoals functionele MRI (fMRI) zal hier verder naar kijken.

Nomophobie

Nomofobie is een overmatige angst voor het niet continu bereikbaar zijn via een mobiele telefoon. Deze angst kan veroorzaakt worden door het buiten bereik zijn, het vergeten van het toestel of een slecht functionerend toestel. Een nomofoob is iemand die aan nomofobie lijdt.

De term is een afkorting die is afgeleid van de Engelse benaming “no mobile-phone phobia” en werd bedacht tijdens een studie naar het fenomeen uit 2008 door de UK Post Office, waarbij 2100 gebruikers van mobiele telefoons werden ondervraagd.

Nomofobie wordt beschouwd als een moderne fobie die in ons leven wordt geïntroduceerd als een bijproduct van de interactie tussen mensen en mobiele informatie- en communicatietechnologieën, met name met de smartphones.

Eén op de vijf jongeren is tegenwoordig verslaafd aan zijn of haar telefoon. Wanneer ze even niks te doen hebben, wordt meteen de telefoon tevoorschijn gehaald. Als ze weggaan en ze merken dat ze geen telefoon bij zich hebben of dat de batterij bijna leeg is, ontstaat er een gevoel van paniek en stress.

Lees hier onderzoek naar nomophobie  Yildirim, C., & Corriea, A.-P. (2015). Exploring the Dimensions of Nomophobia: Development and Validation of a Self-Reported Questionnaire. Computers in Human Behavior, 49, 130-137.

Doe hier de gratis nomophobietest >>

Emetofobie

Emetofobie is een extreme, irrationele angst voor overgeven. Mensen met emetofobie zijn bang om te moeten overgeven, vooral in situaties waar ze niet weg kunnen. Vaak zijn ze ook bang om anderen te zien overgeven, voor enkelen is dat hun enige angst.

De fobie heeft vergaande gevolgen. De overgeefangst ligt vaak aan de basis van alle beslissingen die worden gemaakt. Welk beroep wil ik uitoefenen, wil ik kinderen, maar ook wat eten we vandaag en waar gaan we uit? Bij alles wat iemand met emetofobie doet, vraagt ze zich af ‘kan ik hierdoor geconfronteerd worden met overgeven?’.

Door hun angst vermijden mensen met een overgeeffobie diverse situaties, waarin ze zelf zouden kunnen overgeven en niet op tijd weg kunnen. Ook de nabijheid van mensen die wellicht gaan overgeven en factoren die misselijkheid kunnen veroorzaken, zoals bepaald voedsel en bepaalde drank, worden vermeden.

Als ze de confrontatie wel aangaan, hebben de mensen met emetofobie vaak last van veel angst en/of paniekaanvallen. De misselijkheid bij angst zorgt ervoor dat mensen met een overgeeffobie in een vicieuze cirkel terechtkomen. Ze worden misselijk van de angst, en daarna angstig van de misselijkheid.

Emetofobie heeft verschillende uitingsvormen. Sommige mensen met emetofobie eten erg eenzijdig en vallen hierdoor veel af. Anderen zijn vooral bang om besmet te worden door buikgriep en ontwikkelen een vorm van smetvrees. Een derde groep is vooral bang om over te geven op een plek waar ze niet snel weg kunnen en hebben een vorm van straatvrees en/of een paniekstoornis.

Behandeling bestaat meestal uit cognitieve gedragstherapie met exposure. Soms wordt ook EMDR of hynotherapie toegepast of wordt de persoon met emetofobie doorgestuurd naar een ontspanningstherapeut of haptotherapeut.  Soms worden ter ondersteuning antidepressiva of kalmerende middelen voorgeschreven.

Zoek hulp!

Heb je het gevoel dat jouw angst jouw leven gaat overnemen? Dan kun je het best even langs jouw huisarts gaan.

Voor een overzicht van de 100 meest voorkomende fobieën vind je hier. 

 

 

Dit bericht is 7647 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail