Zes nieuwe onderzoeken naar ggz-aandoeningen

Facebooktwitterlinkedinmail

7 januari 2021 – Zes onderzoeken starten waarin de (kosten)effectiviteit wordt onderzocht van therapieën, behandelingen of interventies in de geestelijke gezondheidszorg. De onderzoeken zijn gericht op persoonlijkheidsstoornissen, ontwikkelingsstoornissen, depressieve-stemmingsstoornissen en stoornissen in het psychosespectrum. De projectleiders vertellen wat ze onderzoeken en waarom.

Onderzoek naar persoonlijkheidsstoornissen
Een team onder leiding van Prof. dr. Arnoud Arntz (Universiteit van Amsterdam) en Dr. Nathan Bachrach (GGZ Oost Brabant) start een onderzoek naar de behandeling met schematherapie van cluster-c persoonlijkheidsstoornissen: ‘Deze steeds meer gebruikte vorm van psychotherapie wordt vaker in groepsverband gegeven, omdat dan meer cliënten behandeld kunnen worden per therapeut, en omdat de toepassing in groepen de effecten zou versterken. Echter, het is nog niet onderzocht of groepsschematherapie werkelijk (kosten)effectief is als behandeling voor cluster-c persoonlijkheidsstoornissen ten opzichte van individuele schematherapie of een andere standaardbehandeling, en of het wel geschikt is voor iedereen. Het is denkbaar dat sommige cliënten beter af zijn met individuele schematherapie of met een andere gebruikelijke behandeling.’

Dr. Dineke Feenstra en Dr. Joost Hutsebaut (De Viersprong) onderzoeken de effectiviteit van het vroegtijdig signaleren en behandelen van borderline problemen bij jongeren. Borderline-persoonlijkheidsstoornissen kunnen niet alleen tijdens maar ook na de puberteit zeer ernstige gevolgen hebben: vroegtijdig ingrijpen zou dat kunnen voorkomen. Feenstra: ‘Nu gebeurt dat vaak niet of te laat. Dat komt omdat veel hulpverleners de diagnose niet goed herkennen, mede omdat deze jongeren zich vaak melden met een reeks van andere klachten, zoals angst en depressie. Daar wordt de behandeling dan vaak eerst op gericht. In deze studie onderzoeken we een vroege-interventiebenadering, waarin de focus ligt op de persoonlijkheidsproblematiek: MBT-early. Dit is een korte behandeling, gebaseerd op Mentalization-Based Treatment (MBT). Die benadering willen we vergelijken met de reguliere behandeling die door de richtlijnen voor angst en depressie wordt voorgeschreven: cognitieve gedragstherapie (CGT). Resultaten kunnen bijdragen aan het beter afstemmen van de behandeling op de specifieke kwetsbaarheid van angstige en depressieve jongeren die meer gebaat zijn bij een directe behandeling op hun persoonlijkheidsproblemen’.

Herstelgerichte interventie voor mensen met overmatige achterdocht
In het kader van stoornissen in het psychosespectrum onderzoeken Dr. David van den Berg (Parnassia Groep) en Drs. Eva Tolmeijer (Vrije Universiteit Amsterdam) de effectiviteit van Feeling Safe-NL, een nieuwe, herstelgerichte en modulaire CGT- interventie voor mensen met overmatige achterdocht. Tolmeijer: ‘Het is enorm belangrijk dat we nieuwe effectieve interventies ontwikkelen voor deze doelgroep omdat overmatige achterdocht veel voorkomt en leidt tot sociale isolatie en hopeloosheid. Feeling Safe-NL maakt gebruik van verschillende korte cognitieve gedragstherapie-modules die ieder gericht zijn op één van de belangrijkste in stand houdende factoren van overmatige achterdocht. Deze CGT-modules zijn eerder los van elkaar onderzocht en effectief gebleken in het verminderen van achterdocht en het verbeteren van het mentaal welzijn. Nu worden ze als totaalpakket aangeboden om hersteldoelen van de persoon te behalen. Parallel aan het verminderen van de probleem in stand houdende factoren samen met een psycholoog, wordt er samen met een ervaringsdeskundige gewerkt aan het in kaart brengen en inzetten van de eigen krachten. Zo worden de obstakels die het herstel in de weg staan verminderd, terwijl de draagkracht, het vertrouwen en perspectief wordt versterkt’.

Behandeling van depressie
Dr. Philip van Eijndhoven (Radboud UMC Nijmegen) en dr. Annemiek Dols (GGZinGeest en VUmc)  onderzoeken de (kosten-)effectiviteit en de bijwerkingen van elektroconvulsieve therapie (ECT) ten opzichte van andere beschikbare behandelingen. Van Eijndhoven: ‘Hersenstimulatie via elektroconvulsieve therapie (ECT) is een veilige en effectieve behandeling voor mensen met ernstige depressies, maar wordt in Nederland weinig en mogelijk te laat toegepast. Dit komt door onbekendheid van effectiviteit en positie in het behandelprotocol, de gedachte dat ECT duurder is dan andere behandelingen en het negatieve beeld rondom ECT’. In het onderzoek worden bestaande gegevens geanalyseerd en nieuwe gegevens verzameld waarmee een behandeling met ECT of met medicatie direct met elkaar vergeleken wordt. Daarnaast wordt er samen met cliënten en hun familie een informatieve website ontwikkeld om te ondersteunen in het beslissingsproces voor het ondergaan van deze behandeling die vaak ingrijpend is voor zowel cliënten als naasten.

Het onderzoek van Dr. Suzanne van Bronswijk (Maastricht University) gaat over het personaliseren van behandeladviezen voor depressie door middel van geavanceerde statistische modellen. Van Bronswijk: ‘Depressie is een van de meest voorkomende psychische problemen. Er zijn verschillende behandelingen beschikbaar die gemiddeld gezien even effectief zijn. De behandeleffecten verschillen echter sterk per persoon en het is moeilijk te voorspellen welke behandeling het beste werkt voor wie.’ Daarom worden in dit project nieuwe statistische modellen ontwikkeld die de behandelrespons vóór en tijdens de behandeling voorspellen. Vervolgens wordt er een gebruiksvriendelijke web-based tool ontwikkeld waarin de voorspellingen van de modellen omgezet worden in adviezen voor cliënten en behandelaren. Tenslotte wordt de effectiviteit van deze tool getest in verschillende ggz-instellingen. ‘De verwachting is dat het gebruik van persoonlijke adviezen de effectiviteit van depressiebehandeling verbetert, waardoor cliënten met kortere behandeltrajecten sneller herstellen van een depressie’.

Therapie met paarden bij autisme
In het kader van ontwikkelingsstoornissen doet Drs. Jenny de Boer (Karakter) onderzoek naar het effect van therapie met paarden bij ‘uitbehandelde’ jongeren met autisme. Een deel van de adolescenten met autisme blijft ernstige ontregelingen van emoties houden, ondanks langdurige behandeling. Zonder verdere behandeling is het risico op het ontwikkelen van andere ernstige aandoeningen groot en lukt het de adolescent vaak niet om als zelfstandige volwassene te leven. De Boer: ’Therapie met paarden is mogelijk effectief voor deze groep. Doordat gedegen onderzoek hiernaar ontbreekt, is deze behandelvorm beperkt beschikbaar. We hopen dat dit onderzoek zal bijdragen aan de kwaliteit en beschikbaarheid van therapie met paarden als behandeling voor autisme’.

Klinisch toegepast onderzoek
De projecten hebben een looptijd van 5 tot 7 jaar, de eerste resultaten hiervan worden in 2025 verwacht. Zij ontvingen een subsidie vanuit de eerste subsidieronde voor klinisch toegepast onderzoek in de geestelijke gezondheidszorg. In totaal worden er 3 subsidierondes voor klinisch toegepast onderzoek vanuit het Onderzoeksprogramma ggz uitgezet. De tweede subsidieronde wordt januari 2021 opengesteld. In deze ronde staan de volgende categorieën centraal:
–    Angststoornissen;
–    obsessieve-compulsieve stoornissen;
–    verslavingsstoornissen;
–    gedragsstoornissen;
–    eetstoornissen.

Lees meer over ieder project

Bron: zonmw.nl

Dit bericht is 5878 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail