



21 maart 2025 – De zorg en ondersteuning binnen de langdurige ggz moet zich nog meer richten op het bieden van perspectief en ontwikkeling van cliënten. Dat concludeert Trimbos in het vorige week verschenen rapport Perspectief in de langdurige ggz. Ook concluderen de onderzoekers dat overleg tussen patiënt, naasten en behandelaar nog niet vanzelfsprekend is. Belangrijke knelpunten en conclusies die MIND deelt.
In 2021 werd de Wet langdurige zorg (Wlz) opengesteld voor mensen met langdurige psychische problemen. Sindsdien krijgen ruim 35.000 mensen met langdurige psychische klachten zorg die vanuit de Wlz is gefinancierd. Mede door deze grote instroom, zijn er zorgen over de houdbaarheid en betaalbaarheid van de zorg. Ook leeft de vraag of er nog voldoende oog is voor een herstelgerichte aanpak en het bieden van perspectief en ontwikkeling aan cliënten. Het Trimbos-instituut verrichte daarom op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een verdiepend onderzoek naar de langdurige geestelijke gezondheidszorg. MIND gaf input door een interview en met het recente MIND rapport Toegang Beschermd Wonen.
Conclusies input voor verder beleid
De decentralisatie in de ggz (2015) moest lichtere zorg dichterbij en laagdrempeliger maken. Zodat de ggz zich meer kon richten op de specialistische behandelingen. Dit zorgt in de praktijk echter voor een scheiding tussen begeleiding en behandeling. En dat pakt negatief uit voor mensen die complexe problemen op meerdere gebieden hebben. Zij hebben juist meer integrale hulp nodig. Ambulantisering leidt lang niet tot daadwerkelijke inclusie, omdat opbouwwerk in de wijk ontbreekt en omdat bewoners met ggz problematiek regelmatig als overlast gevend worden gelabeld. Ook ontbreken vaak de condities voor sociale inclusie zoals: toereikend inkomen, zingevende activiteiten, goede gezondheid, sociale contacten, zorg in de nabijheid en ondersteuning in de buurt. Resourcegroepen waarbij de cliënt zelf kiest wie helpt bij diens herstel, netwerkpsychiatrie (integrale herstelondersteunende zorg) en IPS (voor het vinden van werk) zijn belangrijke methoden om verdere maatschappelijke inclusie mogelijk te maken. MIND pleit ervoor om deze meer in te zetten.
Verkeerde financiële prikkels
De openstelling van de Wlz voor mensen met ggz-problematiek heeft geleid tot extra plekken in beschermd wonen. Deze toename is niet los te zien van de financiële prikkel voor gemeentes en aanbieders om een Wlz aan te vragen in plaats van een Wmo-indicatie. Dit heeft ertoe geleid dat ook mensen met een relatief lichte zorgvraag in de Wlz zijn ingestroomd. Om mee te gaan in de Wlz-aanvraag, worden cliënten regelmatig gepushed of zijn soms genoodzaakt vanwege de koppeling van zorg aan hun woning. Ook wordt Wlz regelmatig aangevraagd om een woning te krijgen.
Aan de andere kant komen mensen met meervoudige complexe problemen vaker tussen wal en schip terecht. De neiging bestaat om deze groep met uitsluitingscriteria te weren. MIND pleit ervoor om de persoon centraal te stellen in plaats van de regels en financiën, en als aanbieders en financiers gezamenlijk de verantwoordelijkheid op te pakken.
Bron: mindplatform.nl
Dit bericht is 685 keer gelezen.



