16 oktober 2025  – Lesbische, homoseksuele en bi-plus volwassenen ervoeren in 2023 en 2024 een slechtere mentale gezondheid dan heteroseksuele volwassenen. LHB-personen hebben meer last van angst- of depressiegevoelens, meer slaapproblemen en vaker contact met een psychische zorgverlener. Vooral bi-plus personen zijn kwetsbaar. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van cijfers uit de Gezondheidsenquêtes van 2023 en 2024.

Onder lhb (lesbische, homoseksuele en bi-plus) personen van 18 jaar of ouder heeft 61 procent te maken met angst- of depressiegevoelens, tegenover 42 procent van de heteroseksuele personen. Slaapproblemen komen voor bij respectievelijk 33 en 25 procent, en bij lhb personen vormen slaapproblemen ook vaker een belemmering in het dagelijks leven. Ten slotte heeft 24 procent van de lhb personen contact met een psycholoog, psychiater of psychotherapeut, tegenover 11 procent van de heteroseksuele personen.

Lhb personen in de Gezondheidsenquête
De Gezondheidsenquête is een jaarlijks CBS-onderzoek naar de gezondheid, het zorggebruik en de leefstijl van de Nederlandse bevolking. De enquête bevat ook enkele vragen naar aspecten van mentale gezondheid. In 2023 en 2024 namen 19 duizend Nederlanders deel, waarvan 15 duizend 18-plussers.

In de enquête wordt ook gevraagd naar iemands seksuele aantrekking. Op basis van die vraag worden deelnemers ingedeeld in de volgende groepen:

• Heteroseksuele mannen: mannen die zich uitsluitend aangetrokken voelen tot vrouwen.
• Heteroseksuele vrouwen: vrouwen die zich uitsluitend aangetrokken voelen tot mannen.
• Homoseksuele mannen: mannen die zich uitsluitend aangetrokken voelen tot mannen.
• Lesbische vrouwen: vrouwen die zich uitsluitend aangetrokken voelen tot vrouwen.
• Bi-plus personen: personen die zich aangetrokken voelen tot mannen en vrouwen; of tot personen die zich geen man of vrouw voelen; of voor wie het geslacht niet uitmaakt.

Homoseksuele mannen, lesbische vrouwen en bi-plus personen vormen samen de lhb personen. Daarnaast konden deelnemers aangeven dat ze geen seksuele aantrekking ervaren, of kiezen voor ‘Geen antwoord’. Deze personen zijn niet meegenomen in de analyses. Ook andere groepen uit de lhbtqia+ gemeenschap (zoals transgender of intersekse personen) zijn buiten beschouwing gelaten, omdat de onderzoeksopzet van de Gezondheidsenquête het niet mogelijk maakt om deze groepen in beeld te brengen.

Vooral bi-plus personen hebben slechtere mentale gezondheid
Van de onderzochte groepen laten bi-plus personen over het algemeen het minst rooskleurige plaatje zien wat betreft mentale gezondheid. Zo hebben ze vaker last van angst- of depressiegevoelens (67 procent) en vaker contact met een psychische zorgverlener (33 procent) dan heteroseksuele én homoseksuele en lesbische personen. Ook ervaren ze vaker slaapproblemen (36 procent) en belemmeringen in het dagelijks leven hierdoor (22 procent).

Homoseksuele en lesbische personen hebben vaker contact met psychische zorgverlener
De groep homoseksuele en lesbische personen heeft ongeveer even vaak slaapproblemen als heteroseksuele personen. Wel hebben zij vaker te maken met angst- of depressiegevoelens (55 tegenover 42 procent) en hebben ze relatief vaak contact met een psychische zorgverlener (20 procent).

Homoseksuele, lesbische en bi-plus personen zijn gemiddeld iets jonger dan heteroseksuele personen, en bi-plus personen zijn daarnaast relatief vaak vrouw. De mentale gezondheid van mensen houdt ook verband met hun leeftijd en geslacht. Toch kunnen de verschillen tussen de groepen maar in beperkte mate aan deze kenmerken worden toegeschreven.

Onderzoeksomschrijving – Gezondheidsenquête vanaf 2014

Bron: cbs.nl 

Dit bericht is 2 keer gelezen.