



10 mei 2025 – In maart 2025 promoveerde Marjolein Thunnissen op het thema sociale angst bij jongeren. In haar onderzoek richtte zij zich op de rol van mentale beelden, en specifiek op zogenoemde flashforwards — levendige, negatieve voorstellingen van toekomstige sociale situaties — bij het in stand houden van sociale angstklachten. In dit interview met NedKAD vertelt ze wat flashforwards precies zijn, waarom jongeren centraal stonden in haar onderzoek en wat de belangrijkste bevindingen en aanbevelingen voor de klinische praktijk zijn.
Waar ging je onderzoek over?
Mijn onderzoek richtte zich op sociale angst bij jongeren. We weten uit eerder onderzoek dat sociale angst veel voorkomt in deze groep en dat het flinke negatieve gevolgen kan hebben voor het dagelijks leven en de verdere ontwikkeling. Hoewel er behandelingen beschikbaar zijn, zien we dat relatief veel jongeren niet volledig herstellen. Dat was voor mij een belangrijke reden om te onderzoeken welke factoren sociale angst in stand houden, zodat we die beter kunnen begrijpen én gerichter kunnen behandelen.
Een van die factoren zijn mentale beelden: voorstellingen die je in je hoofd maakt, bijvoorbeeld over hoe iets zal gaan of hoe iets is gegaan. Zulke beelden kunnen krachtige emoties oproepen. Mensen met sociale angst rapporteren vaak negatieve, levendige beelden — zoals jezelf extreem rood zien worden voor een groep, of voor je zien dat je uitgelachen wordt. Deze beelden versterken de angst en kunnen leiden tot vermijdings- of veiligheidsgedrag, zoals zachter praten of situaties vermijden. Zo blijft de angst bestaan.
Wij hebben ons specifiek gericht op toekomstgerichte beelden – de zogenoemde flashforwards – waarin jongeren zich voorstellen wat er allemaal mis kan gaan. Over deze flashforwards was nog weinig bekend, zeker bij jongeren. Ook wordt er nog weinig gebruik gemaakt van interventies die direct op deze beelden ingrijpen. Bij volwassenen wordt soms imagery rescripting ingezet, maar dan gericht op negatieve herinneringsbeelden – beelden over (sociale) situaties uit het verleden – en niet op flashforwards. Bij jongeren gebeurt het überhaupt nog nauwelijks dat er in de behandeling op beelden wordt ingegaan. Daarom wilden we beter begrijpen hoe deze flashforwards werken en onderzoeken of interventies zoals EMDR gericht op flashforwards effect kunnen hebben.
Wat waren de belangrijkste bevindingen?
In verschillende studies zagen we dat zowel jongvolwassenen als jongeren met een sociale angststoornis inderdaad flashforwards ervaren in sociale situaties. Bijvoorbeeld dat ze zich voorstellen hoe ze struikelen bij binnenkomst in de klas en worden uitgelachen. Hoe levendiger en spannender deze beelden, hoe meer angstklachten zij rapporteerden.
We hebben in een experiment met jongvolwassenen met sociale angstklachten geprobeerd deze beelden te verzwakken met een online taakje dat leek op EMDR. De beelden werden iets minder intens, maar dat leidde niet direct tot minder angst. Dat zette ons aan het denken: hoe groot is de invloed van flashforwards nu echt?
Daarna volgde een kleine pilotstudie met volledige EMDR-sessies gericht op flashforwards bij jongeren met sociale angst. Dit gaf wél positieve resultaten: minder spanning bij de beelden en minder angstklachten. Veelbelovend, maar omdat het om een klein onderzoek ging, is meer bewijs nodig. Een groter vervolgonderzoek met een loting en controlegroep kregen we helaas niet van de grond vanwege te weinig deelnemers. Er loopt nu nog een studie met een ander onderzoeksdesign waarbij het moment dat jongeren de EMDR-sessies volgen door een loting wordt bepaald. De resultaten daarvan moeten nog komen.
Daarnaast hebben we een overzichtsstudie gedaan naar interventies gericht op mentale beelden bij sociale angst. Opvallend was dat er bij jongeren nog geen onderzoek is gedaan naar zulke interventies, terwijl bij volwassenen vooral imagery rescripting gericht op negatieve sociale herinneringen is onderzocht. Deze interventie liet positieve effecten zien op spanning bij negatieve beelden en angstklachten.
Wat betekenen deze resultaten voor de klinische praktijk?
We weten nu dat negatieve beelden, waaronder flashforwards, vaak voorkomen bij sociale angst – ook bij jongeren. Ondanks dat we nog niet precies weten hoe belangrijk flashforwards zijn, weten we wel dat negatieve beelden vaak spanning geven en angstklachten kunnen voeden. Alleen al daarom is het waardevol dat behandelaren daar expliciet naar vragen. In de praktijk gebeurt dat nog weinig; meestal ligt de focus op gedachten, niet op wat iemand voor zich ziet.
Wat interventies betreft: bij volwassenen is imagery rescripting gericht op negatieve sociale herinneringen momenteel het beste onderbouwd. Bij jongeren is er nog geen onderbouwing hiervoor. Verder lijkt EMDR gericht op flashforwards veelbelovend, maar de wetenschappelijke basis is daarvoor nog te smal. Daarom adviseer ik om in eerste instantie de richtlijnbehandelingen voor sociale angst, zoals CGT met exposure, in te zetten. Interventies op beelden kunnen een goede aanvulling zijn, mits er bewust en onderbouwd voor gekozen wordt. Terughoudendheid blijft belangrijk zolang er nog vragen openstaan over effectiviteit en plaatsbepaling binnen de behandeling.
Korte biografie
Marjolein Thunnissen is GZ-psycholoog en werkt momenteel bij Transcare. Eerder was zij werkzaam bij Accare, binnen het specialistisch team voor dwang-, angst- en stemmingsstoornissen. In maart 2025 promoveerde zij aan de Rijksuniversiteit Groningen, waar zij verbonden was aan de vakgroep Klinische Psychologie en experimentele psychopathologie. Marjolein studeerde Psychologie en volgde daarnaast de Research Master Behavioural and Social Sciences aan dezelfde universiteit.
Haar promotieonderzoek werd ondersteund door het Researchfonds van Opleidingsinstiutuut PPO.
Bron: nedkad.nl
Dit bericht is 291 keer gelezen.



