20 november 2018 – Hoe staan buurtbewoners tegenover mensen die in hun buurt wonen in een beschermende woonvorm? En hoe nauw is hun contact met hen? Om dit te inventariseren werd in twee wijken met een woonvorm van Yulius een enquête uitgezet onder de buurtbewoners.
Er blijkt een rol weggelegd voor de ggz om vooroordelen weg te halen bij een substantiële minderheid van de bewoners. Over het onderzoek verscheen een artikel van Gotink et al. in het oktobernummer van Tijdschrift voor Psychiatrie.
Het onderzoek
Voor het onderzoek werden 364 enquêteformulieren uitgedeeld. De respons was 24 procent. Hiermee werd de frequentie en aard van de contacten tussen buurtbewoners en bewoners van de twee beschermende woonvormen in kaart gebracht. Ook werden vragen gesteld om de attitude zichtbaar te maken jegens deze woonvormen in de wijk en jegens mensen met psychische problemen. Dit werd gecorreleerd aan het wel of niet hebben van contacten het het rapoorteren van overlast en negatieve ervaringen.
Rol voor de ggz
Het contact tussen buurtbewoners en bewoners van de beschermende woonvormen bleken niet frequent en ook niet diepgaand te zijn. Ditwijst op een beperkte mate van integratie. Mensen staan overwegend neutraal of positief tegenover de woonvormen en de bewoners ervan, maar er is ook een substantiële minderheid (13,7-18,9%) die er afwijzend tegenover staat.
Hier ligt wel een rol voor de ggz weggelegd. dit verandert namelijk niet vanzelf. Uit eerder onderzoek bleek dat als de ggz actief een op positieve contacten gericht programma in de wijk uitvoert, wijkbewoners zich toleranter en hulpvaardiger gaan opstellen.
Bron: kenniscentrumphrenos.nl
Dit bericht is 3071 keer gelezen.