Debat over IZA: papieren belofte moet voelbaar worden in de praktijk

Facebooktwitterlinkedinmail

14 oktober 2023 –  Op woensdag 11 oktober debatteerde de Tweede Kamer met demissionair ministers Kuiper en Helder en met demissionair staatssecretaris Van Ooijen over de voortgang van het Integraal Zorgakkoord (IZA). Aan de orde kwamen onderwerpen als de doelstellingen van het IZA, administratielast, digitalisering en de knellende arbeidsmarkt. Algehele tendens vanuit de Tweede Kamer: veel papieren beloften en ambities, maar die moeten wel tot concrete resultaten gaan leiden waar patiënten, zorgverleners en organisaties wat van merken.

Kijk het volledige debat terug. Een Twitterverslag van het debat vind je via deze link.

Brief de Nederlandse ggz
De Nederlandse ggz stuurde Kamerleden vooraf een brief om de stand van zaken toe te lichten op het vlak van de ggz. Daarin lichten we het belang toe van het IZA voor de ggz, geven we een update over enkele acties en vragen we om aandacht voor randvoorwaarden voor een succesvol vervolg.

Zorgkosten afremmen en toegankelijkheid borgen
Kamerlid Agema (PVV) is geen fan van het IZA. Haar kernpunt: zorgkosten afremmen is mensen hun zorg afnemen. Ze wil administratieve lasten sterk aanpakken en de toegang tot zorg in stand houden. Van den Berg (CDA) lanceert een lijst voorbeelden van administratieve lasten die kunnen worden afgeschaft. Over de ggz vraagt ze of het sociaal domein naar de ggz verwijst, of andersom? Dit vanwege de afspraken in het IZA die daaraan raken. Demissionair minister Helder laat weten dat ze veel verder wil gaan dan de 5% reductie van administratieve lasten die tot dusver de ambitie is.

Monitoring
Tielen (VVD) ziet veel beginnende activiteiten in het IZA maar nog amper concrete resultaten. Ze vraagt om meer inzicht en grip op de voortgang. Demissionair minister Kuipers licht daarop drie niveaus van monitoring toe: input (financiën, cijfers arbeidsmarkt), output (concrete resultaten meetbaar) en outcome (dit doet Zorginstituut Nederland, gaat over merkbaar resultaat voor ontvangers van zorg). Ook Drost (CU) heeft aandacht voor monitoring van de resultaten, met name voor patiënten en zorgverleners. Hij ziet meer samenwerking in de regio als één van de belangrijkste winstpunten achter het IZA. Kamerlid Dijk (SP) citeert enkele bronnen die de vooruitgang en het nut van het IZA in twijfel trekken. SP herhaalt hun standpunt dat dit zorgstelsel faalt en het IZA is daar onderdeel van.

Ggz en mentale gezondheidscentra
Bushof (PvdA/GL) vraagt bewindspersonen hoe van de papieren werkgelijkheid van IZA naar de praktijk te komen. Hij heeft zorgen bij de voortgang, in het bijzonder rond de ggz en wijkverpleging. Hij ziet grote ambities over reductie van de wachtlijsten in de ggz, veel overleg in het veld vanwege IZA maar nog weinig concrete resultaten. Helder gaat daar redelijk uitvoerig op in: ze noemt diverse opgestarte acties zoals in kaart brengen hoe cruciale ggz in de regio er uitziet en dat op diverse plekken wordt gestart met het inzetten van een ‘verkennend gesprek’. Daarin wordt gekeken of een hulpvraag ook een ggz-antwoord behoeft, of dat het bijvoorbeeld ook in het sociale domein kan worden opgevangen.

Na een jaar zijn er 17 koploperregio’s waar met het verkennend gesprek is begonnen. Ze noemt Maastricht als voorbeeld, waar dit gesprek in de huisartsenpraktijk plaatsvindt. Er zijn 9 regio’s met concrete plannen voor het opzetten van een mentaal gezondheidscentrum. Ofwel: er wordt hard aan gewerkt, de afspraken worden regionaal gedragen, maar het heeft wel tijd nodig.

Op een vraag over de belofte van die verkennende gesprekken, noemt Helder in haar antwoord dat “40 tot 50% van die gesprekken” resulteert in een verwijzing buiten de ggz. Later, na het debat, heeft Helder dat percentage genuanceerd. De Nederlandse ggz doet in samenwerking met IZA partners op alle manieren wat mogelijk is. Potentieel kan dit leiden tot een forse afbuiging van de instroom naar ggz. De Nederlandse ggz heeft bij het opstellen van het IZA een 10%-reductie geraamd. Ook afspraken over meer uren voor POH-GGZ en psychische kwetsbaarheid en behandelaanbod als onderdeel van regiobeelden noemde de demissionair minister als voorbeelden van actie.

Toegankelijk en betaalbaar
Van der Plas (BBB) vindt het IZA van groot belang voor behoud toegankelijkheid en betaalbaarheid. Wordt voldoende aan de zorgplicht voldaan, vraagt ze. Worden regionale verschillen voldoende geadresseerd en genoeg aan de arbeidsmarkt gedaan? Dit leidt tot een sub-debat over contractering, waarbij Kuipers aangeeft dat de processen wat hem betreft goed lopen. Paulusma (D66) stelt dat de voordelen van concurrentie in de zorg eindig zijn. IZA is volgens haar de basis voor verbetering. Ze heeft aandacht voor onder meer persoonlijke gezondheidsomgevingen en data uitwisseling.

Toezeggingen en tweeminutendebat
De demissionair bewindspersonen hebben enkele toezeggingen gedaan. Relevant voor de ggz is dat er in het eerste kwartaal van 2024 een Kamerbrief komt over persoonlijke gezondheidsomgevingen, half november 2023 een brief over de stand van zaken rondom zorgcontractering en dat er bredere voortgangsrapportages volgen. Staatssecretaris Van Ooijen komt voor het einde van het jaar met een concrete uitwerking van ‘Health in all Policies’.

Er volgt nog een tweeminutendebat, aangevraagd door Agema (PVV). Dat betekent dat er nog moties zullen worden ingediend. De Nederlandse ggz zal dit dossier met aandacht blijven volgen.

Bron: denederlandseggz.nl

Dit bericht is 1003 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail